aelv-2.jpg

Verslag van de reis van Bram Krol naar Nepal, juni/juli 2010

Net retour uit Nepal probeer ik weer wat in het Nederlandse ritme te komen. De terugreis bedroeg 33,5 uur van deur tot deur, langer dan ooit. Dat viel me dit keer flink tegen. Bovendien is mijn koffer niet aangekomen. Hoewel deze meteen al opgespoord werd in Londen, blijft hij daar maar staan, al meer dan 2 dagen, maar ik moet ‘m pakken voor de reis naar Congo…


Het was een goede reis, zonder hoogte- of dieptepunten. 5 Gemeentegroeiconferenties, 4x met 30-36 deelnemers, en eenmaal met 25 deelnemers, een ingelaste conferentie voor de Friends-churches (doopsgez.) in Kathmandu; totaal 163 deelnemers, van wie 72 (hulp-)predikanten; verder: ouderlingen, evangelisten en ander lokaal kader. Groot enthousiasme. Dit keer heeft Dhruba zijn eerste lessen zelfstandig gegeven. Voor veel conferentiegangers was het de eerste conferentie van hun leven. Wat vonden ze het een gewichtige zaak! Ze deden met enorme overgave mee, alhoewel ik soms de inhoud wat moest aanpassen aan hun mogelijkheden.

Secretaris Dhruba Adhikari doet een goed werk. Hij is ijverig, neemt initiatief en is nauwkeurig. De samenwerking verloopt goed.

Eerst ging ik dit keer naar Larumba, het hoofdkwartier van de Kiratibeweging, om de vorderingen met de bouw van het ziekenhuisje te bespreken met de goeroe en het ziekenhuisbestuur. Dat is goed verlopen. De bouw vordert. Nog twee maanden en alles kan af zijn. Alleen arriveerden de moessonregens vóór mij, zodat ik door de grote hoeveelheid water in het riviertje naar Larumba moest lopen (de jeep kon er niet meer doorheen). Om geen risico te nemen zijn we meteen weer terug gelopen; 11 uur lopen die eerste krachtinspanning. En wat een zwaar parcours!
Verder naar Balamvita, 25 km. Ten zuid-oosten van Damak, waar het schooltje kan worden verbeterd en uitgebreid door een grote gift uit ’s-Gravendeel. Groot enthousiasme bij alle betrokkenen. De sociale verbroedering tussen de kasten (het niet-toelaten op grond van kastetegenstellingen van Santalikinderen op de overheidsschool smeedde het plan om een schooltje voor hen te bouwen) sinds de bouw van het schooltje gaat nog steeds door. Er is ook iets bijzonders gebeurd. Een doofstomme Santalivrouw is op gebed genezen in het kerkje, dat het schooltje gebruikt op de zaterdagen, en heeft op de radio een getuigenis gegeven van wat haar is overkomen. Nieuwsgierigheid alom! Binnenkort komt ze mogelijk ook op een nationale t.v.-zender. 
De twee onderwijzeressen van het schooltje hebben een training gevolgd bij een christelijk pedagogisch centrum in Kathmandu. Ze hebben er met volle teugen van genoten, enorm veel geleerd, en voor de voltijds onderwijzeres, Uma, was het een goede kennismaking met het christelijke geloof. Haar man studeert in Kathmandu, en deze is ook erg onder de indruk van het geloof. Er is veel gaande vanwege het schooltje van Balamvita.

Tussendoor heb ik een reis gemaakt naar de omgeving van het stadje Ramechap (hemelsbreed 100 km. ten noordoosten van Kathmandu), samen met een parlementslid en een oud-minister, een goede leider en een bijzonder vriendelijk man. Na een reis per jeep over zeer onbegaanbare wegen van acht uur, dachten we er te zijn. Maar na een kop thee en wat versnaperingen moesten we nog een ‘klein stukje’ lopen. Dat bleek een tocht van 7 uur te zijn, zodat we om 11 uur ’s nachts onze eerste behoorlijke maaltijd kregen die dag. Goede contacten opgedaan, meer kan ik er niet over zeggen. Natuurlijk vlast men op sociale projecten, en ik zal erover nadenken. Deze contacten zijn de moeite waard, en bovendien zijn het mensen die een project met enig gezag en het nodige inzicht kunnen leiden.

Voor Congo heb ik een eerste boekje (Dynamiek in uw kring) in het Frans laten drukken. Een nazorgbrochure volgt deze week, en wordt opgestuurd naar Nederland. (Naar Congo kost het veel en veel te duur…) Goede contacten met de drukker, die goed werk levert, en de ontwerper (Silvanus). 

In de kerk van Norbu in Kathmandu heb ik gepreekt, evenals in de onafhankelijke gemeente van Rajahar (in het midden van Nepal, maar dan dichtbij de grens met India). Dit is een grote, interessante gemeente, die in 45 jaar 135 dochtergemeenten heeft gesticht. We zijn enkele meer van die geestelijke doorbraakgemeenten (maar jonger) tegengekomen, o.a. in Lamjung. 
En de gemeente in Mari (Chitwan) wil datzelfde bereiken onder de stam van de Chowdhari’s. 

Wat moet ik verder nog vertellen? De ontmoeting met een bijna twee meter lange kippenslang? Of de zoontjes van ds. Timothy Motohary (de predikant van Mari), die eindelijk geld genoeg had om na 4½ jaar zijn oude vader van 94 op te zoeken. (Want waar haal je 20 euro vandaan om de dure bustocht met het hele gezin te maken?) Onderweg gaf ik iedereen een ijsje, ook zijn zoontjes van 4 en 5. Dat was het eerste ijsje van hun leven. Zoveel luxe kenden ze niet. Je had hen met ernstige toewijding moeten zien likken aan dat zalige goedje… Het was echt vakantie voor hen. Ze maakten een wereldreis van wel 50 of 60 kilometer in een schuddende bus, dwars door het Chitwanwoud, en dan ook nog zoiets lekkers!

Vooral in de omgeving van Damak zie ik grotere geestelijke doorbraken. En de goeroe was ongewoon open, zijn vrouw nog meer. Het lijkt erop dat de tijd voor de ommezwaai naar Christus snel naderbij komt voor de Kirati. Openlijk vond de ‘goeroe-ama’ dat de Kirati godheid (haar echtgenoot) een god van niks was… Hij hoorde het glimlachend aan, in het bijzijn van zijn hoofdbestuur… Tijdens de maaltijd wezen verschillende uitspraken van de bestuursleden erop, dat hun verzet tegen het christelijke geloof wegvalt, en dat hun interesse ervoor toeneemt.

Gorinchem, 14-07-‘10
Bram Krol