aelv-1.jpg

VERSLAG van de reis naar NEPAL van Bram Krol (maart 2012)

Drie drukke weken, waarin alles prima verliep, ondanks stakingen e.d. De hele periode was heel druk volgepland. Het was een uitstekende reis, samen metBert van Ameijde, bestuurslid van stichting Facilite.

Eerst was er een cursus Gemeentegroei in Bhairawaha, in het westen van Nepal op de grens met India, dichtbij het boeddhistische centrum Lumbini. Er waren ongeveer 90 deelnemers, onder wie 20 predikanten, die 20 diverse gemeenten vertegenwoordigden. We konden het net gedrukte tweede en opnieuw vertaalde boek Gemeentegroei compleet gebruiken, dat gretig werd ontvangen. De eerste druk was totaal op. Het was een gezegende en zeer geanimeerde conferentie. Bert was die eerste dagen in Pakhribas.

Een half jaar geleden stelden we Ruben Pariyar in Oorlabari (nabij Damak, aan de hoofdweg die van oost naar west door het land loopt) aan als evangelist. De kleine gemeenschap bij hem thuis is sindsdien verdubbeld. Er zijn nu 24 wekelijkse bezoekers. Ik mocht er 9 mensen dopen.

In Larumba bezochten we het ziekenhuis. Vanuit Ndl werd daar 60.000 euro voor betaald. Kirati-aanhangers uit den vreemde hebben nog eens 40.000 euro bijeen gebracht. Het resultaat mag er dan ook zijn; een prachtig glegen complex met 5 gebouwtjes. Geregeld wordt het ziekenhuisje gebruikt voor medische acties, maar het wachten is nu op een investering van de regering. De toezeggingen liggen er al.

De goeroe stond ons al op te wachten (voor het eerst; meestal laat hij iedereen uren wachten...). Hij was spraakzaam en vrolijk. Hij deed de toezegging dat we binnenkort eens van hart tot hart over geestelijke zaken zullen spreken, en hij gaf toestemming voor een evangelisatiebijeenkomst annex bijbelverspreiding in Larumba. Ook vond hij het prima dat onze contactpersoon, Santosh Nepali, Bijbels verspreidt onder HBO-studenten uit Larumba die in Damak studeren.

Schooltje in Balamvita. Toen we ermee begonnen werd de Santalibevolking zwaar gediscrimineerd en mochten hun kinderen niet naar de dorpsschool. Nu is dat totaal over. In 4 jaar is er een reusachtige verandering ten goede geweest. De huidige situatie is: het schooltje wordt gebruikt als ‘tuition-centre’, een plek waar kansarme kinderen bijlessen krijgen. Daar maken alle Santali-kinderen (hun ouders kunnen lezen noch schrijven) en tal van andere kinderen gebruik van, vooral uit de hogere kasten, twee á drie uur per dag. De twee onderwijskrachten zijn: één jonge Santali-vrouw en iemand van de hoogste kaste. Alles, leerkrachten en kinderen, lopen zonder onderscheid door elkaar heen. Alleen merkte ik dat het bestuur aangevuld en vernieuwd moet worden. We hebben daarbij de hulp van de oud-burgemeester van die plaats (10.000 inw.), een goede vriend van me. De ouders smeekten ons bijna door te gaan met dit project.

            In Balamvita en een nabijhelegen gehucht mocht ik 3 mensen dopen. In Balamvita komen nu wekelijks 50 (in het schooltje) en in Dhimdime 24 mensen samen. In het laatste plaatsje zou het wel eens kunnen dat de hele bevolking (meer dan 200 mensen) tot geloof komt. Drie jaar geleden was daar nog geen enkele gelovige.

Werk van ds. Suresh Marandi in Rangeli. Zijn kerkje plus kerkstichtingen elders groeien goed. Uit deze ene kerk, die nu een jaar bestaat, zijn 4 andere kleine gemeenschappen voortgekomen, waarvan één in Bihar, India. Binnenkort hoopt hij diep in Bihar een tweede gemeente te stichten. Deze predikant is zelf een Santali, en weet vooral de arme outcasts (diverse stammen uit de vlakte) aan te spreken. Zijn gemeente is de eerste in Rangeli (15.000 inw.) en omgeving, niet zo ver van de grens met India. Aan de andere zijde van de grens wonen dezelfde stammen en spreken mensen dezelfde talen. Het Christelijke geloof is onder hen nog niet of nauwelijks bekend. We steunen deze predikant in zijn pogingen zijn werk verder naar Bihar uit te breiden, juist omdat Bihar de bijnaam heeft van: Het graf van de zendelingen.

Het naaiproject in Ramechhap, nabij de hoofdplaats Maitili, is uitstekend verlopen. We begonnen ermee een jaar geleden. Binnen de tijd en binnen de begroting is het project afgerond. 20 mensen uit de allrearmsten zijn nu in staat in hun eigen inkomen te voorzien. De helft van hen werkt in een coöperatieve vorm van productie voor de makrkt van Kathmandu, de anderen werken voor de lokale markt. Het comité heet goed werk geleverd. Ze zijn betrouwbaar en kundig gebleken. De begeleider was Manish Ranepaheli uit Damak. ook hij leverde goed werk. Nu is dat weer afgelopen, want we kunnen niet maar werkers in een toch al krappe markt blijven pompen. We overwegen met hetzelfde comité, geruggesteund door de heer Ram Hari Dungel, een oud-minister, een honingproject op te zetten.

Rasuwa, het gebied van Tamangs, Sherpa’s en Kerungs, aan de grens met Tibet. Hier hebben we contacten gelegd met de achtergebleven lokale bevolking. In het westen van dit Langtang natuurpark spreken de mensen Tamang (niet Nepalees). In het oosten (waar de meeste trekkers heengaan) spreken de enkele duizenden bewoners een onbekende taal, eigenlijk een mix van Tamang, Helambu-Sherpa en Tibetaans. Dit dialect wordt ook in het aangrenzende deel van tibet verstaan, waar de Kerungs wonen, die ook te vinden zijn in de hooggelegen streken in het noorden van Rasuwa. Er zijn enkele gelovigen onder hen, een stuk of 70, in het dorp Thulo Syabru (600 inw.) Hun voorganger is Gyalsang Lama, eigenaar van een herberg. Hij is bedreven in de regionale talen/dialecten. Tijdens ons verbllijf kwam in het westen van die streek een Tamang vrouw tot geloof.

            We zijn begonnen met een training van enkele arme vrouwen voor het kweken van paddestoelen die op een grotere hoogte groeien. Daar is veel vraag naar in de lokale restaurants.

            Dit gebied heeft een nogal strategische betekenis erbij gekregen. Dé grote wegverbinding van China naar India wordt aangelegd door het Langtang natuurpark heen. De weg zal over een half jaar goed bruikbaar zijn.

Toen naar Chisopani, waar de heer G.S.Paudel, onze hoteleigenaar een paar sociale projecten wil beginnen. Het is een dorp hoog in de heuvels, 25 km ten noordwesten van Kathmandu. Dit dorpje (minder dan 1200 inw.) is bekend geworden omdat mw. Khoirala, die internationale erkenning heeft gevonden door haar acties tegen mensensmokkel, bevrijde prostituees (jonge meisjes die naar India ware verkocht) daar opvangt. De overheid stelt een prachtig terrein beschikbaar voor de bouw van een school.  

Verder hebben we een brochure in het Kikongo over Gemeentegroei laten drukken en ik heb ook een eigen boekje laten maken: ‘Huipie’. Dit is een verslag van mijn wonderlijke ervaringen met en lessen van een debiele man. We hadden een diner met een parlementslid (mw. Guragai) en een oud-minister (Hari Ram Dungel). En zo nog het een en ander.

Bram Krol, 27 maart 2012