Blinkend op de weg
Miljoenen verlekkeren zich aan tv-programma’s over wegmisbruikers. Is het een plaatsvervangend schaamtegevoel dat hen drijft, of leedvermaak, of alleen maar sensatiezucht? Hoe dan ook, de makers van deze programma’s pogen het hele land een dienst te bewijzen. Ze willen de blik op de weg van het volk verruimen, en onderwijl ook nog wat wijze lessen meegeven. Want je kunt er echt wel iets van opsteken. En dat op zich is al zeldzaam voor de tv.
De lessen van de verkeersprogramma’s liegen er niet om. Ze zijn samen te vatten in enkele woorden:
1. De goedkoopste manier om op tv te komen is door geregeld wat flinke verkeersovertredingen te begaan. Voor 120 euro (+ 6 euro administratiekosten, zeg maar: vermakelijkheidsbelasting) wil het nog wel eens lukken.
2. Je moet minstens 20 kilometer te snel rijden of driemaal het rode stoplicht negeren voordat je de aandacht van de politie trekt.
3. Je kunt in dit land gemakkelijk 20 jaar onverzekerd rondrijden.
4. Een politieagent is een Kop van Jut, die je onbeperkt en onbestraft kunt uitschelden.
5. Op drie overtredingen krijg je maximaal één bekeuring (als je geluk hebt), na een ruime wettelijke aftrek.
6. De gemiddelde boete lijkt voor de modale verdiener eerder op een aanmoedigingspremie dan een straf.
Geen wonder dat nogal wat overtreders een grote lach tonen bij staande houding. Een gefilmde bekeuring? Eindelijk gelukt! “Wanneer kom ik op tv?”
Honderdduizenden doen hun best om landelijke bekendheid te verkrijgen. Tot vermaak en lering van volk en vaderland. Zo hoort het toch? Dat leer je op tv.
Bram Krol