De onzalige rand
In het laatste nummer van Idea, het blad van de Evangelische Alliantie, stonden pakkende getuigenissen van mensen die de kerk gelovig (?) links lieten liggen, met een theoretische onderbouwing van hun standpunt in een artikel: ‘De randloze kerk’. Die mening keert per generatie terug. Voorheen had je H.C.Hoekendijk met zijn pleidooi voor de ‘Kerk binnenste buiten’. Dat is een typisch vrijzinnige kerkbeschouwing. De ongebonden kerk wil niemand meer binden aan zichzelf of haar leer, in de hoop zo de wereld te winnen. Maar die kerk is zo verwaterd, dat het niets meer uitmaakt als ze opgaat in de anonimiteit. Daar word niemand nat van.
Ooit luidde het: “Je kunt beter aan God denken in het café, dan aan het café in de kerk...” O, doen ze dát in het café. Wist ik niet... Vroeger was het alleen de duivel die de mensen wijs maakte dat ze de kerk niet nodig hadden. Nu is de E.A. zijn onverwachte compagnon.
Kan de kerk zonder leden en vaste kaders? In de Bijbel niet. Daar wist men wie bij de gemeente hoorde, wie aan het avondmaal kon deelnemen of gedoopt worden, je moest je ‘eigen bijeenkomst niet verzuimen’, sommigen werden onder tucht gesteld en de gemeente was van die maatregel op de hoogte. Je moest streven naar het ouderlingschap en onderling de gaven van de Geest beoefenen. Het was helder wie de discipelen waren en ze waren duidelijk te onderscheiden van de massa.
Dat gaat teloor in een een kerk zonder muur. Elke ware kerk heeft een rouwrandje van dwalende schapen. Maar een muurloze kerk zit helemaal op de tocht. Dan blijft er slechts een verindividualiseerd geloof over, door niets en niemand onderhouden, gecorrigeerd of aangevuld. Daarmee kondigt de laatste generatie vage gelovigen zich aan. Daarna volgt slechts een masssale verlorenheid.
In haar naam en organisatievorm laakt de E.A. de leer die ze in Idea promoot. En daarmee gaat ze over de rand.
Bram Krol
(enigszins gewijzigd verschenen in het zomernummer 2013 van Uitdaging)