Ons nationale gekkenhuis
Agressiviteit op straat, alcoholisme van zeer jeugdigen, toenemende psychatrische problemen, onbeheersbare woedeaanvallen, verslavingen... Veel ouders kunnen hun kinderen niet opvoeden. Velen kúnnen zelfs met niemand goed omgaan. Een maatschappelijk vangnet is er nauwelijks meer. Op therapeutische instellingen bestaat een run. Onze wereld is geestesziek, en onze leefstijl verergert dat met de dag.
Bij-effect van kleine gezinnen is, dat velen babies alleen maar van afstand kennen, en er niet mee weten om te gaan. Velen leven in een benauwd kringetje. Verslavende computerspelletjes laten mensen hun tijd invullen met dingen in plaats van mensen. Het grote drugs- en drankmisbruik maakt velen tot dummies, die nooit leren normaal te leven.
De ontkerkelijking werkt de vergekking in de hand. De kerk is de meest sociale instelling in de wereld, en met haar verminderende positie valt voor velen een laatste stukje normaliteit weg. Bezinning en normen vallen weg. De leegte die daarop volgt is funest.
De moderne mens is egocentrisch, asociaal, en leeft van de ene crisis naar de andere. Vrienden – die voor een eerste opvang zouden kunnen zorgen – zijn zeldzaam. Vlen praten eigenlijk nooit van hart tot hart. Onze maatschappij is ziek, en de ene zieke probeert beroepshalve de andere nog wat op te vangen.
We zijn heel geleerde slaafjes van de economie geworden. De meesten van ons hebben heel wat jaren onderwijs en nog tal van cursussen achter de rug. We zijn afgerichte apies, in staat om heel weinig heel goed te doen. Maar we kunnen niet meer leven, dat is de tragiek van de eenentwintigste eeuwer.
Bram KrolBron: Uitdaging, Maart 2008