Nieuw is oké, maar is het goed?
In de nieuwe bijbelvertaling is de Verloren Zoon helemaal onvindbaar, en Zacheüs zit verstopt in een letterbrij, zoals ooit in de boom. Dat kan ik nog waarderen ook. Voeg zo weinig mogelijk toe, ook geen opschriften. Het riekt al gauw naar commentaar.
Moeilijker vind ik het wegvertalen van ‘ziel’, ‘geestelijk en vleselijk’, ‘ziel’ of ‘bekering’. Dat zijn vaktermen, in het courante Nederlands onherkenbaar en onbegrijpelijk verminkt. Maar ook daar maak ik me niet zo druk over.
Wat me pas echt opwindt, is dat er aperte leugens aan de nieuwe vertaling zijn toegevoegd. Hadden de vertalers zich maar beperkt tot vertalen, dan had ik er vrede mee gehad. Maar de inleidingen op de bijbelboeken hadden beter weggelaten kunnen worden. Voeg zo weinig mogelijk toe! Amen!
Zo vertelt de inleiding op de brief aan de Kolossenzen, dat Paulus waarschijnlijk niet haar auteur is. Een mening die gebaseerd is op niets! Fantasie van sommige geleerden, groot van faam. Ook van geloof? Resultaat: voordat ze de brief lezen, menen sommigen al te weten dat zij uit bedrog bestaat. Deze brief claimt van Paulus te zijn. Er staan enkele namen in van zijn naaste medewerkers, ook uit de andere brieven bekend. Maar de inleiding wil de lezer laten geloven dat ze twintig jaar na zijn dood geschreven werd, en daarmee zou ze dus een moedwillige falsificatie zijn. ‘Dus’? En alle namen die erin staan, bekend uit de andere brieven? Niks geen ‘dus’!
Hetzelfde euvel vinden we bij sommige andere inleidingen. Boodschap: Wat u leest, is godsdienstige fraude. Er is vanaf het begin mee geknoeid. Jammer genoeg wisten de Christenen uit de eerste eeuwen dat niet. Zij hebben de eerste getuigen nog gekend. Ze geloofden in God en zijn Woord. En wij? Hebben wij soms de waarheid weg-vertaald?
Bram Krol
bron: Gezamenlijke Kerkblad april '06