Stijgende kerkgang
Voor het eerst in 60 jaar gaf 2004 een stijging te zien in de kerkgang, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek; vooral in de steden. Daar zitten interessante ontwikkelingen achter.
1. Er is een grote groei van allochtone christenen. De vele Ghanese, Chinese, Surinaamse enz. kerken trekken inmiddels wekelijks meer dan 100.000 mensen. Hun ligging is overwegend evangelisch.
2. De vrijzinnigheid (waartoe ik de hoofdmoot van de P.K.N. ook reken) heeft zichzelf voor een groot deel vernietigd. De vrijzinnigheid kenmerkt zich door ontkenningen (de waarheid van de Bijbel, de unieke positie van Christus of de verlossing door het kruis). Maar de meeste vrijzinnigen weten niet goed waar ze voor staan, want de catechese is onder hen zwak tot afwezig. De vrijzinnigheid kent als bijverschijnsel een lage waardering voor kerk en geloof, waardoor hun jeugd in grote aantallen afhaakt, tot er een meer gematigd gezelschap overblijft. Hun kinderen zullen eerder geneigd zijn bij de kerk te blijven.
3. Er is een zekere toename van het confessionele element in de kerken. Dat is deels demografisch bepaald: orthodoxe gelovigen krijgen gemiddeld meer kinderen. Verder zijn hun kinderen trouwer aan kerk en geloof. Terwijl de strijdbaarheid van de vrijzinnigheid lijkt af te nemen, neemt die van meer behoudende groepen juist toe in de Nederlandse kerken, inclusief de P.K.N.
4. Kerkstrijd leidt gewoonlijk tot een verhoging van de kerkgang (!). De elkaar bestrijdende groepen proberen velen achter zich te krijgen door een intensievere geestelijke bearbeiding - wat vrijwel altijd leidt tot verhoogde deelname. Kerkstrijd was er zeker, het afgelopen jaar...
En zo gebeurt wat velen hoopten en weinigen voor mogelijk hielden. De kerk is in opmars!
Bram Krol
Bron: Gezamenlijk Kerkblad. N° 430 (20 augustus 2005)