De leuke kerk
Op de zondagen reist Cor met me mee, een man met psychiatrische problemen. Hij houdt van lange tochten, en ik niet. Zo houden we samen de moed erin. Onderweg praten we. Op de heenweg: "Wat ben je stil". "Ik denk na over de preek." "Wat ga je zeggen?... Waarom? Dat zei je vorige week ook al...!" Zo scherpt hij mij. Op de terugreis bespreken we kritisch onze ervaringen, en ook elke gemeente.
Cor is gewoonlijk mild in zijn oordeeel. Maar zijn licht over de kerken is voor mij een voortdurende bron van verbazing. Gemeenten stijgen of dalen in mijn waardering, nadat hij er zijn inzicht over heeft gegeven. Soms ben ik met enige twijfel over een gemeente vervuld (bijvoorbeeld om theologische redenen), en is hij er juist lovend over - of andersom.
"Dat was een leuke kerk," zei hij kortgeleden, hoewel ik daar juist mijn twijfels over had. Vanwaar dat verschil van inzicht? Cor bekijkt de zaak vanuit zijn eigen perspectief. Praten de kerkbezoekers met hem? Zijn ze hartelijk? Wel, dan hebben ze (terecht) bij hem gescoord. Zijn ze recht in de leer, goed georganiseerd of sterk in evangelisatie? Dan stijgt hun ster bij mij. Maar wat is het belangrijkste?
Ik begin Cor steeds meer gelijk te geven. Een kerk die onbekenden - zoals hij - goed welkom heet, heeft iets heel wezenlijks, en zelfs het meest wezenlijke, want niets is belangrijker dan de liefde. Hoe staat een kerk tegenover mensen? Dat openbaart gelijktijdig iets van hoe ze tegenover God staat.
Ik ben op zoek naar 'leuke' kerken. Het is best interessant om alles eens met de bril van Cor te bekijken. Ik begin dingen te zien, die me voorheen niet zo opvielen. Belangrijke dingen.
Hart-zaken lijken sommigen een bijkomstigheid, vergeleken met hoofd-zaken. Maar zonder hart hebben we er nog maar weinig van begrepen...
Bram Krol
Bron: Gezamenlijk Kerkblad. N° 420 (28 mei 2005)