Herontdekking van de leek
"Ik ben maar een leek," zegt iemand. Hij bedoelt, dat hij niet veel van Bijbel en geloof weet. Dat mag dan ook niet van hem verwacht worden. Daarmee lijkt het gebillijkt dat hij weinig in de kerk te zeggen heeft. Laat staan dat hij zou kunnen preken of de sacramenten bedienen. Gemeenteopbouw? Dan moet je niet bij hem zijn. Hij is 'slechts' leek.
Vooral in de Rooms-katholieke Kerk ligt er een enorme scheidslijn tussen leken en geestelijken. Het zijn bijna twee volken, met hun eigen kerkelijke regels en status. Wat een hemelsbreed verschil met de positie van de gelovigen uit de Bijbel! Ruim veertig jaar geleden schreef Hendrik Kraemer: "Het vergeten ambt in de kerk." Dat ging over de leek. De kerk heeft geapplaudiseerd. Een heiligverklaring mankeerde er nog aan. En de leek raakte weer in vergetelheid.
"Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht." (1 Pt. 2:9) Wie? De 'gewone' gelovigen, mannen en vrouwen zonder theologische opleiding, wijding of status. Ze zijn priesters, prinsen en profeten. Het wordt nog eens herhaald: "... Om een priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers..." (1 Pt. 2:5) Nog eens: "Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor voor zijn God en Vader gemaakt." (Op. 1:6)
Waarom is de kerk vaak dor en doods? Eén van de redenen is: de ondergesneeuwde positie van de gelovigen. Ze worden monddood gemaakt. Ze worden als exegeet, leider, prediker, pastor en celebrant geweerd. Voor wie een bijbels christendom wenst, is een kerkelijke revolutie hard nodig.
Geen misverstand mogelijk. Het verstand van de 'mis' zit 'm in het geloof. Niet in een hogere geestelijke rang. Voorzover die er is, is dat een misvatting. Hoger dan gelovig bestaat voor een mens niet. Leken bestaan niet. Wie ze wel ziet, ziet spoken!
Bram Krol
Bron: Uitdaging febr. 2005