Jesus Multinational

de imposante kerk van de eerste eeuw als voorbeeld voor ons

Hoeveel Joden waren er in de tijd van Jezus? Dat is belangrijk voor ons begrip van de groei van de vroege kerk, die in het begin hoofdzakelijk uit bekeerde Joden bestond. Maar het is niet gemakkelijk het verleden te reconstrueren. Waren het er één of drie miljoen in Israël? Dat is in discussie onder deskundigen. En hoe groot was Jeruzalem, de wereldhoofdstad van het Jodendom?  De schattingen lopen uiteen van 20.000 tot 300.000 inwoners. Al naar gelang van de logica die je hanteert, zijn de uitkomsten heel verschillend. Maar wanneer de Bijbel spreekt over ‘myriaden’ (d.i. tienduizenden, en niet ‘duizenden’ zoals vertaald, zie Handelingen 21:20) Christenen halverwege de eerste eeuw, wekt dat de indruk van een stad met honderdduizenden inwoners.

Al studerende kwam ik steeds meer tot de conclusie dat het Jodendom veel groter in omvang was dan tot voor kort werd aangenomen, daarbij geholpen door een enorm aantal nieuwe onderzoeken vanuit het Jodendom. Er zijn stammen met Joodse wortels ontdekt in zwart-Afrika en tot diep in Azië. Daaronder vind je de Lemba’s uit Zuid-Afrika, Zimbabwe en Moçambique. Dat geldt ook voor delen van de Peul- en Touaregstammen, zwervend door West-Afrika en de Yibirs in Somalië. De Kashmiri in India en Pakistan, delen van de Mizostam in India en verschillende stammen in China, Burma, Bangla Desh en Afghanistan hebben een Joodse achtergrond.

Eén à twee miljoen Joden in Egypte, 8 – 10% van de bevolking van toen. Zuidelijk Syrië was voor een groot deel verjoodst. In Damascus woonden tienduizenden Joden, op Cyprus mogelijk 300.000, net als in Lybië. Grote delen van het huidige Soedan en de Hoorn van Afrika waren Joods. In die gebieden waren later grote Joodse koninkrijken, tot ongeveer 1600.

Er waren in de eerste eeuw ongeveer 12 miljoen Joden, misschien zelfs het dubbele. In Israël, Egypte en Babylonië woonden er globaal elk tegen de twee miljoen. Elders in het Romeinse Rijk woonden er nog ongeveer zes miljoen (vooral in Syrië, het huidige Turkije en op de Griekse eilanden). Daarbuiten woonden veel Joden rond de Zwarte Zee, ten zuiden van Egypte, in Georgië, Armenië, Iran, Toerkmenistan en Afghanistan. Aan de zijderoute woonden grote concentraties Joden, en ook in Bombay en Zuid-India (100.000). Maar de juiste aantallen blijven onduidelijk, ook al waren ze aanzienlijk.

Interessant is dat het Jodendom buiten Israël veel meer uitzag naar de komst van de Messias dan in het heilige land. Die verwachting was overgeslagen op de heidenen. De mensen in het Romeinse Rijk verwachtten algemeen de komst van een rechtvaardige wereldvorst, die in Israël geboren zou worden. Die verwachting leefde ook breed in Babylonië, waarvan de Bijbel een aanwijzing geeft in het verhaal van de komst van de magiërs naar Betlehem. Toen Jezus verscheen was de tijd daar ook echt rijp voor.

En dan Johannes de Doper! We kunnen ons geen voorstelling maken van diens invloed. Zelfs na zijn dood durfden de Joodse leiders niets tegen hem in te brengen, omdat het hele volk hem als de eerste profeet sinds honderden jaren zag. Dat komt dramatisch naar voren in de geschriften van de geschiedsschrijver Josephus, die in zijn ‘Joodse oudheden’ vertelt van een oorlog tussen Herodus en koning Aretas van Nabatea, gelegen in het zuiden van het huidige Jordanië. De aanleiding hiertoe lag in het feit dat Herodus zijn eerste vrouw had weggestuurd, een dochter van Aretas. Israël werd verslagen. Dat was in 37, ongeveer 9 jaar na de dood van Johannes. De grote massa beschouwde dat als Gods straf voor de moord op Johannes. Zo waren ze met deze zaak bezig! Johannes moet wel invloed hebben gehad buiten zijn land, vooral in Syrië en Alexandrië, de tweede stad van het romeinse Rijk, met honderdduizenden Joden. (Daar kwam Apollos vandaan, een volgeling van Johannes, zie Handelingen 18:24.)

Door de grote verspreiding van het Jodendom (1), de messiasverwachting in veel Joodse kringen (2) en daarbuiten (3) en de enorme invloed van Johannes de Doper (4) was de wereld klaar voor een snelle verspreiding van het Christendom. En zo is dat dan ook gebeurd, al vinden we daar maar weinig van terug in de kerkgeschiedenis. Er is ooit, begin negentiende eeuw, een minimaliserende kijk op de vroege kerkgeschiedenis opgekomen. Men geloofde alleen wat absoluut bewijsbaar was. Dat is niet veel. Maar is het reëel om uit te gaan van maximaal 20.000 Christenen in het jaar 100, wat velen beweren in navolging van Von Harnack (1901)? Ik meen dat de vele aanwijzingen uit oude christelijke geschriften ons ertoe dwingen aan te nemen dat er miljoenen gelovigen waren, en dat de kerk toen ook was doorgedrongen in gebieden die veelal niet gerekend worden tot het verspreidingsgebied van de vroege kerk, zoals Armenië, Engeland en India.

Willen we de kerk doen herleven? Dan zal een andere kijk op de kerkgeschiedenis ons enorm helpen!

Bram Krol
Bron: Uitdaging, Mei 2010

Ter info: Recentelijk verscheen het boek Jesus Multinational, over de groeiexplosie van de kerk, de oorzaken en de consequenties daarvan. Het bevat tal van nieuwe vondsten en inzichten. Twee nieuwe historische kaarten. Uitgeverij Ark Media te Amsterdam, samen met Agapè te Doorn. Auteur Bram Krol. Prijs 15,95 Zie ook:www.jesusmultinational.nl en www.bramkrol.com