Wat zijn de kenmerken van een opwekking?

inleiding

Een actuele vraag, omdat er allerlei bewegingen zijn in de Christelijke wereld, die claimen dat ze een opwekking meemaken of op gang (gaan) brengen. Het gevolg: vanwege de hoop op een nieuwe, grote geestelijke herleving, komen bus- en vliegtuigladingen vol belangstellenden de vermeende opwekking bewonderen. Ze laten zich meeslepen door het enthousiasme, maar beseffen niet, dat wanneer er geen opwekking blijkt te zijn, hen een grote desillusie wacht. Dat niet alleen. Wie voldoende teleurstellingen heeft meegemaakt, wordt skeptisch, en afwijzend bij het opnieuw horen aankondigen van een opwekking. Gebeurtenissen, die als opwekking worden gepresenteerd, maar het niet zijn, zijn uiteindelijk contra-productief. Er is nog een reden om zorgvuldigheid te betrachten. Veel geestelijke gebeurtenissen, die ten onrechte voor opwekking doorgaan, kenmerken zich door allerlei wilde, vreemde of zelfs afstotende dingen, die veel mensen juist afschrikken, in plaats van dat ze hen (inclusief buitenstaanders) aantrekken. Abnormaliteit hoef je echt niet voor normaal te verslijten, ter wille van de zozeer gehoopte opwekking.

nieuwe opwekkingen in de Westerse wereld?

We worden ‘verblijd’ met ongeveer één nieuwe (zogenaamde) opwekking per jaar. De bekendste waren opwekkingen in Florida (2x), Toronto. In Nederland claimt TRIN (Teach, Reach and Impact the Nations) een opwekking te brengen of reeds te beleven. tot zover de Westerse wereld.

            Daarnaast zijn er grote geestelijke bewegingen in China, Congo (Kinshasa), Ethiopië en Brazilië, die meer het karakter van een opwekking dragen dan de genoemde verschijnselen in de Westerse wereld.

Alle genoemde nieuwe Westerse ‘opwekkingen’, en nog vele andere die ik niet heb genoemd, hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken: ze zijn massaal (het minst nog in Nederland), er komen mensen tot geloof, ze horen thuis in het evangelisch-charismatische Christendom – dat het meest openstaat voor dit fenomeen – en ze hebben iets buitengewoon uitbundigs. Dat uitbundige, samen met het massale, gaat voor velen al gauw door voor een opwekking. Maar is dat een juiste conclusie?

wat halen velen aan als bewijs voor een opwekking?

Massaliteit is geen voorwaarde voor een opwekking. We kennen in de loop van de opwekkingsgeschiedenis veel kleinere opwekkingen, die zich beperkten tot een school, een dorp of een vallei. Niet de massaliteit, maar de min of meer gelijktijdige verdieping van het geloof van velen in een gemeenschap bepaalt of er sprake is van een opwekking. En de mate van uitbundigheid? Wanneer we de gebeurtenissen die gepaard gingen met de uitstorting van de heilige Geest in Handelingen 2 er model voor laten staan, dan is er zeker sprake van een zekere mate van uitbundigheid. Het geloof wordt met een opwekking van vooral introvert opvallend extrovert. De mensen spreken vrijmoedig en nadrukkelijk over God en het geloof. Maar in Toronto, Brownsville en bij TRIN spelen vooral ook veel andere verschijnselen een rol: het zogenaamde vallen en rusten in de Geest, schreeuwen, het maken van vreemde geluiden, onophoudelijk lachen en dergelijke. Dit worden ‘manifestaties’ van de Geest genoemd, en het veelvuldige voorkomen daarvan wordt gezien als een bijzondere mate van werkzaamheid van de Geest. Dan is het een kleine stap om daaruit ook te concluderen dat er een opwekking is begonnen.

            Dat is echter onjuist. In de Bijbel vinden wel uitbundige tekenen (profeteren en het spreken in vreemde talen, die echter wel verstaan worden), maar verder toch geen specifieke lichamelijke verschijnselen, die vooral bestaan uit de onmacht van de betreffende personen over hun eigen lichaam en zelfs hun geest. Extatische verschijnselen wijzen als zodanig nog niet op een werk van de Geest, en kunnen net zo goed een opwekking hinderen als representeren. Pas wanneer er enkele andere kenmerken aanwezig zijn, kun je spreken van een opwekking. Dat punt behandel ik zo.

Dan is er bij veel ‘opwekkingen’ veel aandacht voor de genezing van zieken op gebed. Dat is een goede zaak. De Bijbel leert dat. Maar tegelijkertijd is het zozeer een onderdeel van het ‘gewone’ leven van een Christen en van elke gemeente, dat je er niet meer uit mag concluderen dan dat God in zijn goedheid inderdaad (sommige) mensen wil genezen. Hoe indrukwekkend dat soms ook is, een opwekking, of een bijzondere uitstorting van Gods Geest is dit niet.

Nog even iets over uitbundige lichamelijke verschijnselen. Reeds 200 jaar geleden kenden we de Holy Rollers (Society of Friends), die meenden uit hun vreemde lichamelijke gedrag (schreeuwend over de grond rollen) te kunnen concluderen dat de Geest in hen werkte. Ook nu komen we die verschijnselen tegen. Het is alleen erg vervelend, dat iedereen die op wenst te vallen, zonder ook maar de minste geestelijke inhoud, dat gedrag na kan doen. Ook kennen we de verschijnselen van massahypnose of massa-beïnvloeding. Wanneer de grote meerderheid een bepaald gedrag als wenselijk ziet, zal het ook gebeuren, want iedereen probeert daar een tick van mee te krijgen. Hoe oprecht de betrokkenen mogelijk ook zijn, en hoezeer ze menen in hun geloof een stap verder te zijn gekomen, hun vreemde gedrag (dat veel andere mensen ernstig afstoot) is zelfs in het minst geen bewijs van de werkzaamheid van de Geest. Let op, ik zeg niet dat de Geest apert niet in hen werkt. Maar hun gedrag bewijst dat niet. Daar zijn andere kenmerken voor nodig.

bijbelse en historische kenmerken van een opwekking

Wat zijn dan de kenmerken van een opwekkking? De Bijbel noemt er enkele, en diezelfde elementen vinden we terug in de grote opwekkingen uit het verleden, zoals ten tijde van de Wesleys, Finney, Edwards of de befaamde opwekkingen van Korea, Oeganda, Noordoost-India en Noordoost China, alle 80- 300 jaar geleden. In Nederland hadden we 125 jaar geleden het Reveil. Daarvoor kenden we de Nijkerker beroerselen, als een uitvloeisel van de Methodistische opwekking in Engeland.

            Opwekkingen zijn er nog altijd. De zogenaamde Pinksteropwekking heeft in sommige streken en landen inderdaad het karakter van een opwekking gekregen (Brazilië, Guatemala, veel streken in Zwart-Afrika, Indonesië e.a. Ik heb zelf van nabij diverse opwekkingen in de Dem. Rep. Congo meegemaakt. Dat zeg ik alleen om aan te geven, dat opwekkingen niet een verschijnsel uit het verleden zijn.

De kenmerkende aspecten van een opwekking zijn: grote liefde voor het Woord, de behoefte aan gebed, de bekering van onbekeerden, levensheiliging, getuigenis en evangelisatie, opleving van zendingswerk en (vaak openbare) schuldbelijdenis. Dat laatste zien we prachtig bij de boeteprediking van Johannes de Doper in de Evangelieën, maar ook bij de herleving (verbondsvernieuwing) ten tijde van Nehemia. Dat doet zich onafhankelijk van elkaar in allerlei gebieden voor, in het bijzonder in de eerste dagen dat een opwekking doorbreekt. Ten tijde van Finney in het Noordoosten van de U.S.A. gebeurde dat, en in het bijzonder was dit ook te zien bij de opwekkingen van Oeganda en Korea. Ik heb het zien gebeuren in Congo, dat de autoriteiten van een stad publiekelijk hun zonden beleden, of ook dat grote misdadigers tot geloof kwamen, en niet konden stoppen met het belijden van hun zonden. Toch had niemand hen daartoe aangezet. Het kwam van binnenuit.

In het kielzog van een opwekking (normaal gesproken niet daaraan voorafgaand), zie je ook dat velen zich bekeren. In Korea en Noordoost-India was dat heel sterk zo; er kwamen enorme bewegingen naar Christus op gang. Ook zal een gebied waar een echte of ‘klassieke’ opwekking is (geweest), zich onderscheiden door zendingsactiviteiten. Korea, India en Brazilië staan daarin vooraan, en als de overheid dat niet onmogelijk zou maken, China ook.

Een opwekking kent een zekere mate van duurzaamheid. Wanneer een plaats of gebied slechts gedurende enkele weken of maanden in beroering is, kun je niet spreken van een opwekking. Een echte opwekking blijft jarenlang haar vruchten afwerpen in het persoonlijke, kerkelijke en sociale leven. Dat is de reden dat we tot vandaag in veel streken in Nederland (en ook in andere landen) nog de sporen van vroegere opwekkingen terug kunnen vinden. De zogenaamde Biblebelt van Nederland geeft aan, waar ongeveer 200 jaar geleden opwekkingen waren.

Hebben de gebeurtenissen in Brownsville, TRIN, Toronto e.d. ook deze kenmerken? Dat was maar ten dele het geval. Natuurlijk hebben veel bezoekers er geestelijk profijt van gehad. Maar deze streken of steden geven er weinig of geen blijk van te zijn veranderd. Het waren meer de ‘opwekkingstoeristen’ die veranderd werden, of die zich gelukkig voelden in iets wat een opwekking heette. Maar juist omdat ze kortstondige toeristen waren,  zette het voor velen niet echt door. Het was meer een prettige, maar snel overtrekkende ervaring, dan een levensvernieuwing. Dan heb ik het over de grote groep, niet over individuen, die wel degelijk diepgaand vernieuwd kunnen zijn. Sommigen werden veranderd in geestelijke voortrekkers. Ook daarvan ken ik voorbeelden, maar dat betreft tot hiertoe slechts uitzonderingen. Er is geen verdere beweging van enige omvang voortgekomen uit deze verhoopte opwekkingen in het Westen.

het risico van een verkeerde definitie van een opwekking

Wanneer uiterlijke zaken voor een opwekking worden aangezien, gebeuren er een aantal dingen, die in feite een opwekking in de weg staan. Ten eerste wordt de aandacht gericht op zaken, die niets of weinig met een opwekking van doen hebben. (Vallen, rollen, lachen, rusten in de Geest...) Heeft dat iets met de Geest te maken? Misschien zelfs helemaal niet. Ten tweede wordt een onnodige barrière opgeworpen voor buitenstaanders, die zich erg ongemakkelijk voelen temidden van rollers en vallers. En dat is geen irritatie vanwege het Evangelie. Ten derde zal de neiging bestaan heel veel tijd te besteden aan ‘de bediening’ en het vieringsaspect van de samenkomst: zingen, muziek, aanbidding. Dat is prachtig, maar de reden daarvoor is, dat de gewenste fenomenen juist in die omstandigheden gedijen. De aandacht voor het Woord vermindert echter, en in veel samenkomsten die voor een opwekking moeten doorgaan, is de prediking kort en oppervlakkig. Juist hetgeen de opwekking (samen met gebed) moet brengen, is zwak vertegenwoordigd, omdat men vooral andere dingen nastreeft.

De naam opwekking zegt al, wat dit in feite behoort te zijn. Iemand, of velen, worden opgewekt uit de geestelijke dood, of wakker gemaakt uit een geestelijke slaap. En die opwekking bestaat uit: een bijzondere toewijding aan God, levensvernieuwing, gebed, getuigenis en het bestuderen van de Bijbel. Al vallen er tienduizend ondersteboven – het is nog steeds de vraag of er iets zinvols gebeurt. Al valt er niemand, al klinken er geen kreten en toejuichingen, al gaat het er heel tam aan toe, maar er worden velen gered, bevrijd, geheiligd en vervuld, zodat een hele kerk, dorp of gebied veranderd, dan is er een opwekking. Op die zaken moeten we letten, en niet de bijzaken tot hoofdzaken maken. We lopen in Nederland het gevaar van de ene hype op de andere over te stappen – als luchtfietsers - zonder zelfs maar in de buurt van een opwekking te komen.

wil God een opwekking geven?

Zeker! De Bijbel vertelt ons, dat het Gods wil is dat we Hem dienen en volgen, en dat Hij ons – als we dat doen – heel in het bijzonder wil zegenen. We hoeven zelfs niet naar een opwekking te zoeken. Een opwekking is niet anders dan de normale geestelijke toestand van elke gelovige en elke gemeente. We moeten God zoeken, en de opwekking volgt wel. Een opwekking is niet vreemd, buitenissig, onstuimig of aanstootgevend. Het is het gewone leven van een gemeenschap die God dient. Het bijzondere zit ‘m slechts in de mate van toewijding, en de kracht die God aan zijn kinderen geeft, omdat dit in deze wereld zo zeldzaam is. Maar ieder die een opwekking meemaakt, moet tot de conclusie komen: Zo hoort het! Eindelijk functioneer ik/ functioneren we normaal!

Bram Krol
12-6-‘09