FEEST VOOR DE HELE WERELD
Tot diep in Azië zijn er stammen, die pesach vieren. Vaak hebben ze geen notie meer van de betekenis. Sommige zijn islamitisch, andere hindoeïstisch of boeddhistisch. Ze hebben iets raadselachtigs. ‘Benei Israel’, noemen de Kashmiri zich. (Zo ook stammen in China en zuidelijk Afrika!) Dat is Hebreeuws voor ‘Kinderen Israëls’. Zelfs genetisch kan een band met het Jodendom worden aangetoond, sinds kort. De Pathanen, de stam van de Taliban, viert psach, maar is de betekenis ervan kwijt...
Met zendingswerk in Nepal ben ik ook zo’n stam tegengekomen. Ze beschouwen zich als monotheïsten. Dat klopt meer dan ze zelf tot voor kort wisten. Nu willen zij (de Kirati) terug naar hun oude bijbelse wortels, 1.000.000 man sterk!
Pesach van de kinderen Israëls. Ze waren er niet sterk in. Ze hadden moeite met de vergeving. Als ze dan toch vrij moesten nemen, bezopen ze zich liever... wat van Baäl wel mocht maar niet van hun eigen God. Zodoende was sinds Salomo het pesach niet meer massaal gevierd, tot aan koning Jechizkia, ruim twee eeuwen later.
Jechizkia was een zeer gelovig man. De eerste dag van zijn regering begon met het reinigen van de tempel en het tempelplein (2 Kronieken 29:3 e.v.), dat enkele jaren misbruikt was voor de afgodendienst. Dat nam enige tijd in beslag, waardoor het pesach niet op tijd gevierd kon worden, op de veertiende van de eerste maand. Het feest schoof daarom een maand op. (30:13)
De boden, die de mensen moesten uitnodigen, gingen niet alleen door het Judese gebied, maar ook naar het enkele jaren eerder verwoeste en grotendeels gedeporteerde Noordrijk. “Wees dus niet langer halsstarrig, zoals uw voorouders dat waren, maar betuig de Heer trouw...” (:8) En nog meer mensen had Jechizkia op het oog, want zodra de Geest van opwekking over iemand komt, denkt hij mondiaal. “Want als u terugkeert tot de Heer, zullen uw verwanten en uw kinderen genadig behandeld worden door degenen die hen hebben weggevoerd, en zullen ze weer naar dit land mogen terugkeren. De Heer, uw God, is immers genadig...” (:9) Honderdduizenden waren uit het Noordrijk gedeporteerd door de Assyriërs, en woonden ruim duizend kilometer verder, in vier verschillende streken. Maar ook hen heeft de koning in gedachten. Pesach is niet alleen de herdenking van de verlossing uit Israël, maar van de verlossing van satan en zonde in heden en toekomst!
In het zwaar gehavende en getraumatiseerde Noorden werden de boden uitgelachen (:10), want veel lijders staan hun eigen verlossing (én oplossing) in de weg. Niets nieuws onder de zon! Maar er kwamen toch kleinere groepen naar de pesachviering in Jeruzalem (:11), en hun aantal groeide vrij snel aan (:18). Want wie iets concreets te vertellen heeft, zoals Jechizkia, vindt tot slot gehoor onder de nihilisten, lijders en zelfs de ijdele betweters.
Het pesach veroorzaakte een enorm enthousiasme. “De hele gemeenschap van Juda vierde feest..., samen met de hele gemeenschap die uit Israël was gekomen, en met de vreemdelingen uit Israël en Juda. Er heerste grote vreugde...” (:25,26) Dat is opmerkelijk, want het oude Noordrijk was in die tijd volgestopt met buitenlanders, die zo ook het Woord van God hoorden. Daar ligt mede de origine van het Samaritaanse geloof, dat ook het pesach kende. Er lijkt ook contact met de gedeporteerden te zijn geweest, die hun geloof later over grote delen van Azië hebben verspreid, inclusief het verlossingsmaal!
Daarmee is pesach een wereldfeest. Niet alleen de verlossing van het volk Israël wordt gevierd, maar ook de aanstaande verlossing van de hele aarde. Jezus verwijst daarnaar: “Ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.” (Lukas 22:16) Zelfs de onwetende stammen met Joodse wortels uit het Oosten hebben daar nog een oude herinnering aan. En de nieuwe pesachvierders, de kerk van Jezus, des te meer. “Deze beker..., is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.” (Lukas 22:20
Heel interessant is, dat bijna honderd jaar na Jechizkia het pesach nog imposanter wordt gevierd onder Josia (zie 1 Kronieken 35: 16-19), ook dan door de inwoners van het Noorden en Juda samen. Nóg interessanter is dat deze wereld het verlossingsfeest zal vieren! God zegt tegen de mensheid: “Ik heb een feestmaal bereid... Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft.” (Matteüs 22:4)
Vragen:
1. 2 Koningen 17:34-40 is een nabeschouwing van de deportatie van Israël. Ligt hier nog een belofte voor die ontheemden?
2. Vergelijk 2 Kronieken 35:16-19 met 30:26. Welke conclusies kun je trekken uit het belang van de pesachvieringen onder Jechizkia en Josia?
3. Hoe beschrijft 1 Korintiërs 11:26 het kosmische aspect van pesach?
Bram Krol
Bron: Uitdaging, juni 2008