Opwekkingen

Hoe moet het met de kerk? Zal de toekomst van deze wereld min of meer godloos zijn? We zien met zorg de ontkerstening doorvreten. We begrijpen dat de toenemende agressie, verslavingen, immoraliteit en eenzaamheid bijverschijnselen daarvan zijn. Toch lijkt de kerk geen antwoord te hebben dat de massa aanspreekt. Veel Christenen kijken met zorg naar de toekomst.

Het ontgaan velen dat er in andere delen van de wereld geheel andere ontwikkelingen zijn. Daar wil ik iets van vertellen, en dan alleen van dat stukje wat ik uit persoonlijke ervaring ken. Er zijn massale bewegingen naar Christus gaande in bijvoorbeeld Nepal en de Democratische Republiek Congo. In Congo zagen we in 3½ jaar 77.000 mensen tot geloof komen. In Nepal heeft een stam (de Kirati) te kennen gegeven massaal te willen overgaan naar het Christelijke geloof (meer dan 600.000 mensen!) Nu moet dat nog gebeuren, en het zal nog veel voeten in de aarde hebben. Maar er is iets imposants gaande!

Ik spreek over ‘we’. Het grote werk wordt namelijk gedaan door evangelisten en zendingsteams in de genoemde landen. Ik ben erbij betrokken, in zekere zin zelfs een motor geweest, maar het werk vindt grotendeels plaats buiten mij om. Toch ben ik bijzonder bevoorrecht massale bewegingen naar Christus te zien, en dat heeft me diep geraakt. Soms kom ik in streken waar letterlijk iedereen bijzonder geïnteresseerd is in het geloof, zonder een enkele uitzondering.

Het begon voor mij met een bezoek aan de pygmeeën in februari 2003. Ik had vage berichten gehoord over een grote overgang naar het Christelijke geloof, maar niemand kon me er het juiste over vertellen. Tijdens een grote conferentie over Gemeentegroei voor predikanten in Kinshasa, ontmoette ik iemand die me meer informatie kon verschaffen. Omdat de rest van mijn voorgenomen reis in het water viel, vanwege onlusten in het gebied waar ik heen had willen gaan, besloten we naar het oerwoud te reizen in de Evenaarsprovincie. En daar zag ik iets zeer wonderlijks, een beweging die rond de 200.000 mensen meesleepte vanuit het pure animisme naar Christus. Nóg wonderlijker was, dat dit niet het directe gevolg was van zendingswerk. De pygmeeën hadden ooit in enkele dorpen het evangelie gehoord, en hebben toen, los van kerk en de zending, zelf het Woord naar afgelegen dorpen gebracht, alleen te voet bereikbaar door het eindeloze oerwoud. De meesten van hen zijn geheel analfabeet, en dus ook de meeste van hun oudsten en voorgangers. Bijbel lezen is er niet bij. Zelfs degene die wel kan lezen, en ook een andere taal spreekt (want in hun eigen taal is er geen Bijbel), kan nooit aan een Bijbel komen. De dichstbijzijnde bijbelwinkel is meer dan 1000 kilometer verder, en een bedrag van 5 dollar is onbetaalbaar voor een bosbewoner. De allerrijkste in hun midden kan in een maand niet zoveel geld verdienen...

Onderweg door het oerwoud kwamen we door nog geheel heidense dorpen. Daar werden we staande gehouden, en moesten en zouden er eerst het evangelie laten horen, voordat we verder mochten reizen. Zo hebben we twee hele dorpen tot geloof zien komen, elk met 200 – 300 inwoners. Maar dat was nog maar een prelude voor wat er een jaar later zou beginnen, in Bulungu, een bantoestad 500 kilometer ten zuidoosten van Kinshasa.

We hadden een vreselijke reis gehad, met een jeep die stuk ging, een overnachting in een dorp met miljoenen muggen, slapend op een driepootstoeltje waar je al slapend steeds vanaf viel, en een vreselijke hitte in de jeep, waarvan geen enkel raam open kon. Bij aankomst waren we gaar. Er stonden enkele honderden mensen op ons te wachten, merendeels animisten, die om ‘evangelisatie’ vroegen. Twee bezeten vrouwen rolden met hun ogen, en krijsten: “We zijn hier allemaal door de duivel bezeten. Jij bent hier gekomen om ons te bevrijden!” Maar ik was er alleen maar om cursussen te geven, volgens ons plan. Ter plekke hebben we onze plannen omgegooid. We begonnen met evangelisatiewerk, wat ik voordien niet wilde, omdat ik dan het werk zou doen wat de Afrikanen zelf moesten volbrengen. We vonden open deuren. In vier dagen kwamen minstens 10.000 mensen tot geloof. We konden de massa’s niet tellen. Eén dorp wilde me zelfs ontvoeren, want, zeiden ze: “Het evangelie is toch niet alleen maar voor de stad?”

Van toen af hebben we een evangelisatieteam gevormd, dat overal in de wijde omgeving van Bulungu, en veel verder naar het zuiden, opwekkingssamenkomsten houdt. Vele tienduizenden zijn tot geloof gekomen. Met onze laatste reis gaven 15000 mensen in verschillende plaatsen te kennen dat ze Christen waren geworden. We tellen dan alleen diegenen, die dat schriftelijk te kennen geven en een adres afstaan. Het totale aantal moet nog duizenden hoger zijn. Bovendien is het een beweging geworden, die ook in onze afwezigheid doorgaat. Mensen trekken van het ene naar het andere dorp met het evangelie. Bekeerde stamhoofden hebben tot diep in Angola (hun stammen bevinden zich aan beide zijden van de grens) hele dorpen tot geloof zien komen op hun getuigenis.

Wat gebeurt er na zo’n bijzondere aanraking van Gods Geest? Beklijft het? Of vergeten de mensen het weer? Het antwoord op die vraag vinden we in die plaatsen waar we terug komen. Een jaar na de grote opwekking van Bulungu kwamen we er terug, dit keer om de nazorg goed te regelen. We hoorden dat de helft van de politieagenten was weggestuurd, omdat er vrijwel geen misdaad meer was. Er had zich een diepgaande morele en geestelijke transformatie voltrokken. Dat gebeurde ook in andere plaatsen.

In Nepal is het een heel ander verhaal. Omdat ik een boek wilde schrijven, ging ik er eind 2004 heen, maar alle gebieden die ik had willen aandoen waren ontoegankelijk, omdat de Maoïstische rebellen ze hadden ingenomen. Er bleef maar één gebied over dat veilig genoeg was om er rond te trekken, de streek rondom het hoofdkwartier van een goeroe, die de geestelijke leider is van de Kiratistammen. Hij had net in die tijd een belangrijk jubileum. Met enige tegenzin besloot ik daar maar heen te gaan, want die man was hét grote struikelblok voor de evangelieverkondiging in het oosten van zijn land. Ik had iets tegen hem, wat ieder wel zal begrijpen.

Ter plekke ontmoette ik aardige, open mensen. Ik kreeg er de ingeving, dat de wortels van de religieuze beweging van de goeroe Christelijk waren. Dat verblufte iedereen, mezelf incluis. Maar later bleek het te kloppen. De eerste goeroe van de Kirati was in 1942 tot geloof gekomen door een befaamde Indische evangelist, Saddhu Sundar Singh. Omdat er toen de doodstraf op het Christendom stond in Nepal, heeft deze man besloten onder het mom van een hindoeïstische goeroe het evangelie te brengen. Dat werkte wonderwel, hoewel in later tijden zijn beweging sterk hindoeïseerde, mede door overheidspressie. Men was zó verbaasd dit uit de mond van een vreemdeling te horen, dat ik ter plekke door de goeroe werd bevorderd tot een goeroe naast hem. “Naar die man moeten jullie luisteren,” vertelde hij zijn volgelingen. En zo zwaaide de deur naar de Kirati open. Een jaar later vertelde deze goeroe (Atmananda genaamd) dat hij wilde breken met het hindoeïsme en dagelijks in de Bijbel las, die hij als de uiteindelijke waarheid had leren zien. En hij ontvouwde het plan met zijn hele stam Christen te worden, publiekelijk. Dat plan wordt nu, weer een jaar later, gedeeld door zowel zijn hoofdbestuur als veel van de Kirati.

Het is wonderlijk hoe iemand uit Nederland zo door God gebruikt wordt in andere landen, temeer daar mijn internationale werk niet onder de paraplu van een zendingsorganisatie of een kerk staat. Dat was geen keuze van me; het groeide zo, menselijk gesproken ‘toevallig’. Voortdurend heb ik gezocht naar open deuren voor het Evangelie, om mijn tijd vooral daar te besteden waar de oogst rijp was. En die is in sommige landen heel erg rijp! Waar zijn de arbeiders?

Over een paar dagen (gerekend vanaf het moment dat ik dit schrijf) zit ik weer diep in de oerwouden, opnieuw op bezoek bij de pygmeeën. Daarna gaat de reis verder naar goeroe Atmananda. Wat zal ik dit keer meemaken? Dat blijft een raadsel. Ik zie uit naar de grote daden van God. Het Evangelie is bezig de hele wereld te veroveren. Alleen zitten onze ogen in Europa dicht. We weten het niet. We denken dat het fout gaat... Dat is dan mooi mis gedacht!

Bram Krol

bron:Parakleet (november 2007)