Kraak uw schorpioen!

Ons evangelisatieteam van Gemeentegroei zat diep in de binnenlanden van de Democratische Republiek Congo, in de stad Feshi. Het was de derde avond van een grote campagne. Duizenden waren al bekeerd. Ook die keer was het erg druk, zelfs nog drukker dan de voorafgaande dagen. Maar er was iets aan de hand, merkte ik. De aandacht van de mensen was dit keer minimaal. Ze werden door alles afgeleid. Ik beschouwde het als een aanval van de boze. Toen ik bij de toepassing van de preek was gekomen, begon een kwartel laag over de meute van vele duizenden heen te cirkelen. Alle ogen volgden hem. De strategische planning van de duivel was echt verbluffend. Ik stond er niet bij stil waarom het beestje even later neerstortte.

Later hoorde ik wat er precies was gebeurd. De tovenaars uit de streek waren samengekomen, om ons te vervloeken en de kracht van de evangelisatie te breken. Het leek even te lukken. Maar toen de kwartel neerstortte, kreeg de belangrijkste tovenaar een hartaanval, waaraan hij stierf. Achteraf begreep iedereen: Jezus is de overwinnaar! Bij hem moet je zijn voor redding, bescherming en levensgeluk.

Overal waar Jezus bezig is, is de duivel ook, zoals je de schaduw het best ziet waar het licht het helderst schijnt. Het is een wetmatigheid. In het leven van Jezus zie je het steeds. Hij brengt het Woord – “en terstond was er... een mens met een onreine geest.” (Markus 1:23, NBG) Laten we datzelfde verhaal vanuit Lukas volgen: “Er was in de synagoge iemand die bezeten was door een geest, een onreine demon, en deze schreeuwde luidkeels: Aaah! Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.” (Lukas 4:33,34) Het interessante van deze geregelde confrontaties van Jezus met de Satan is dat deze Hem opzoekt, en niet kan zwijgen tegenover Hem. De duivel is altijd bang te verliezen, maar niet bij machte Jezus ongemerkt te laten passeren.

Als Jezus zaait, zaait de duivel ook. We lezen dat in Matteüs 13:38,39: “De akker is de wereld, het goede zaad dat zijn de kinderen van het koninkrijk; het onkruid dat zijn de kinderen van het kwaad, de vijand die het zaait is de duivel, de oogst staat voor de voltooiing van de wereld en de maaiers zijn de engelen.” Goed en kwaad liggen dicht bij elkaar. Licht en duister grenzen aan elkaar. Waar God bezig is, vind je ook de boze. Dat zien we in de geschiedenis van Job. “Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de Heer, en ook Satan bevond zich onder hen. De Heer vroeg aan Satan: Waar kom je vandaan? Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde. De Heer vroeg aan Satan: Heb je ook op mijn knecht Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde...” (Job1:6-8) God staat Job bij, maar weet dat Satan hem ook in het vizier houdt. Hem speciaal. Want de satan vernietigt en verstrooit. Hij levert schuld en wanhoop, zij het verpakt in mooie woorden en voze beloften.

In het eeuwige plan van God om de mensheid te redden, zien we voortdurend dat Satan dit godswerk probeert kapot te maken. Denk maar aan de kindermoord in Bethlehem, of de vele pogingen Israël te vernietigen, en daarmee ook het Woord van God op aarde. Een minder bekend voorbeeld vinden we in Zacharia 3:1,2: “Vervolgens liet Hij me de hogepriester Jozua zien. Deze stond voor de engel van de Heer, met aan zijn rechterhand Satan, die tegen hem pleitte. De Engel van de Heer zei tegen Satan: De Heer zal je het zwijgen opleggen. De Heer, die Jeruzalem heeft uitverkozen, zal jou het zwijgen opleggen. Is deze Jozua niet een stuk zwartgeblakerd hout, dat uit het vuur is weggerukt?”

De duivel probeert te beschuldigen en kapot te maken, vooral diegenen die God in het bijzonder gebruikt, zoals deze Jozua. God vernieuwt en reinigt hem, ondanks alle beschuldigingen. Hij is een belangrijk voor de komst van de Messias, lezen we even verder in Zacharia 3: “Luister, hogepriester Jozua,... Ik zal mijn dienaar sturen, de telg aan de stam van David.” (:8) Dát nu probeerde Satan te voorkomen. Hij is hét grote struikelblok op de weg naar geluk, dé grote, antimenselijke intelligentie ter wille van onze vernietiging...

Maar wie bij Jezus schuilt is veilig! “... Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen. Bedenk wel: Ik heb jullie macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de macht van de vijand te verbreken, zodat niets jullie kan schaden.” (Lukas 10:18,19) Amen!

vragen:

1. Judas :9 vertelt ons hoe duivelen en engelen tezamen voorkomen. Welke les zit daar voor ons in?

2. In 1 Timoteüs 3:7 en 2 Timoteüs 2:26 gaat het over de strikken van de duivel. Wie probeert hij te strikken en hoe?

3. Wat heeft Jakobus 4:7 ons te zeggen? Zijn we dan niet machteloos?

Bram Krol

(Januari 2007)