Zonder vorming geen vernieuwing
Vorming is de belangrijkste motor voor de inschakeling van alle gelovigen. En dat is weer een onmisbare schakel om tot een diepgaande geestelijke vernieuwing te komen. Vernieuwing gaat vooraf aan het bereiken van de wereld met het Evangelie. Geen enkel evangelisatieprogramma, bewogen samenkomst of prediker kan vorming vervangen. Dat is zo wezenlijk, dat de eerste gelovigen leerlingen of discipelen heetten. Wat komt er leren terecht in de gemeente?
Actiepunt 1: Er is in veel evangelische gemeenten een schreeuwend gebrek aan vorming. Ik heb verschillende studenten, die uit evangelische gemeenten naar reformatorische zijn overgegaan, die zich ernstig schamen voor hun gebrek aan bijbelkennis. Ten onrechte menen velen dat een goede preek voldoende is voor geestelijke groei. Maar er blijft slechts teleurstellend weinig van een preek hangen. Ook mogen we het belang van bekering en geestesdoop niet overschatten, alsof er daarop geen vorming meer nodig is, anders dan ten tijde van onze Heer. We merken in veel gemeenten een grove onderwaardering voor studie – met desastreuze gevolgen voor het geloof. Evangelischen moeten meer aan de studie!
Actiepunt 2: In veel reformatorische gemeenten is er wel catechisatie (als belangrijkste vorming), maar die is saai, en voor het gevoel van velen een eindeloze herhaling, waar weinig spanning in zit. Toch wel anders dan de lessen van Jezus! Reformatorischen moeten hun programma vernieuwen!
Actiepunt 3: De vorming/catechisatie is te weinig resultaat gericht. Wat moeten de catechisanten na afloop weten en kunnen? Zijn ze na hun studie inzetbaar als kringleider, evangelist, ouderling of pastorale medewerker? Zo niet, wat mankeert er dan aan de opleiding? Dit zijn toch basistaken in de kerk? Welke andere kerkelijke vorming levert dan de duizenden benodigde werkers?
Actiepunt 4: Veel vorming/catechisatie is té cerebraal. Is het voldoende als mensen alleen de theorie van het rijexamen halen? Wat voor een rijbewijs onvoldoende is, is ook onvoldoende in de kerk. Een evenwichtige vorming is een combinatie van leren en doen. Elke catechisatie en andere basisvorming zou praktijkwerk, zoals evangelisatie, pastorale bezoeken en sociale hulp aan het programma moeten toevoegen. Verplaats vijftig procent van de catechisatie naar de straat!
Actiepunt 5: De vorming/catechisatie begint te laat en duurt te kort. Sommige gemeenten hebben niets te bieden aan vorming voor jongeren onder de zestien. De meeste jeugd raken ze dan ook kwijt, voordat ze hen iets hebben meegegeven! Een of twee jaar later gaan ze op kamers, en voordat ze Genesis in de Bijbel kunnen vinden, zijn ze verdwenen. Na het afleggen van geloofsbelijdenis, of na de (groot-)doop, stopt de vorming in de meeste gevallen alweer. Een gemeente die verder wenst te komen, biedt haar leden een doorgaande vorming! Er is meer vorming nodig, die eerder begint en continu doorgaat!
Actiepunt 6: Onze cultuur kenmerkt zich door een grote vrijblijvendheid. Dat vind je ook in de kerken terug. Wie mee wil doen aan vorming, doet het. Wie niet wil meedoen, moet dat zelf weten. Er wordt zelfs niet naar zijn beweegredenen geïnformeerd. Als we het gewone onderwijs al belangrijk vinden, wat dan te zeggen van geestelijk onderwijs? Vorming is niet vrijblijvend; die slappe houding moet doorbroken worden!
Waar we ook maar vernieuwende stromingen vinden, treffen we een gedegen vorming aan. Gemeenten die op louter enthousiasme steunen, moeten wel vastlopen. Enthousiasme is goed voor het moment, maar onvoldoende voor de toekomst. Er is meer nodig voor een goed beleid. Of het nu het Rooms-katholieke Neo-katechumenaat betreft, of de Amerikaanse Sunday School classes, de Alpha cursus of diverse praktisch georiënteerde bijbelopleidingen en theologische cursussen, ze beïnvloeden mensen diepgaand. Velen, die eraan deelnemen, verbazen zich erover dat ze basale aspecten van het geloof nooit begrepen hebben. Ook de activiteiten van de Purpose Driven Church bieden velen een intensieve vorming, die eigenlijk te lang op zich heeft laten wachten. In veel gemeenten is het de eerste doelbewuste vorming sinds jaren...
Het is van belang dat elke gemeente, naast theoretrische, ook praktische vorming aanbiedt, om te voorkomen dat we opnieuw louter cerebraal bezig zijn. Elke gemeente kan interessante activiteiten opzetten, als die er al niet zijn, en het gros van haar leden uitdagen daaraan mee te doen, zoals zendingswerk in Oost Europa, sociale activiteiten in grote steden, werk onder zwervers of met illegalen, kinderclubs enzovoorts. De aardigheid van het koken zit ‘m in de maaltijd. De aardigheid van kerkenwerk zit ‘m in het doen, niet in het denken. Zo blijft de kerk een vernieuwende kracht, een rustplaats voor rustelozen, een plek waar de verschoppeling liefde vindt, en waar de uit koers geraakte mens eindelijk zijn God ontmoet. Maar die kracht begint niet bij activiteit en creativiteit, maar bij de gemotiveerde en goed opgeleide gelovige!
Bram Krol
Bron: Bulletin voor Gemeentegroei (April 2006)