Alles is geld, maar geld is niet alles
Geld is voor velen een maatstaf voor menselijke waarde en waardigheid. Hoe meer geld, hoe belangrijker, geslaagder en gelukkiger iemand wordt geacht. Klopt dat? Er komt een herinnering bij me op. Ik was nog klein. Een jongetje was naar ons dorp verhuisd. Ik mocht bij hem thuis eten. Zijn vader, een echte Streber, vroeg hoeveel mijn vader verdiende. Dat was niet genoeg in zijn ogen. In de keuken nam hij zijn zoon apart. “Kun je geen andere vriendjes vinden?” Want zelfs de vriendjes van zijn zoon moesten iets bijdragen aan de glorie van de heer des huizes…
Velen dromen van geld. “Hoeveel levert ’t op?” ligt ons op de lippen bestorven. Geldzucht vind je niet alleen bij de rijken. De armen hebben er net zoveel last van. We hebben er tal van spreekwoorden en gezegden over. - Tijd is geld. Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Geld, dat stom is, maakt recht wat krom is. - Tot op de cent wordt de waarde van vrijwel alles in geld omgerekend. De schadeadvocaat weet de aantasting van uw goede naam, het verlies van tijd of de p.r.-waarde van een bedrijf in geld uit te drukken. En in de politiek spreekt men van het primaat van de economie, oftewel, niets is belangrijker dan materiële welvaart.
Weg met die onzin! De Bijbel bulkt van de kritiek. “Uw rijkdom is verrot… Uw goud en zilver is verroest, en die roest zal tegen u getuigen…” (Jakobus 5:2,3) Wat moet je met al die mensen die zo graag rijk willen zijn (niet de genen die rijk zijn, maar degenen die bezeten zijn van geld en goed)? “Want de wortel van alle kwaad is geldzucht…” (1 Timoteüs 6:10) Niet het geld als zodanig, maar de zucht ernaar verziekt het leven van velen. Sommigen kennen grenzen noch normen, wanneer het erom gaat hun bezit te vermeerderen. De zucht naar rijkdom werkt verslavend. Dat is de eeuwen door bekend. Zijn “dorst naar rijkdom wordt nooit gelest.” (Prediker 4:8) Daarom: “Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij. Zodra je op rijkdom afvliegt, is die al verdwenen…” (Spreuken 23:4) Je maakt er een tantaluskwelling van, een boze droom. Marcus 4:19 heeft het over: “De verleiding van de rijkdom…” Het is een illusie. Je bent bezeten van het geld, dat tot een demon in je hart wordt en een slavendrijver, die jou niet meer los wil laten. Je bepaalt jouw eigen waarde als mens aan je bezit, en anderen beoordeel je op dezelfde wijze. En verder ga je over lijken, want geld is het enige wat telt. Je bent niet goed snik.
Hoe velen lijken niet op de man waar Jezus het over heeft? Het ging hem voor de wind, toen God op een dag tegen hem zei: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen? Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.” (Lucas 12:20,21) Anders dan het ligt in onze maatschappij, laat de Bijbel zien dat tal van zaken belangrijker zijn dan bezit. In dit bijbelgedeelte gaat het over het eeuwige leven; elders gaat het over het geloof, want dat is: “…Zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud…” (1 Petrus 1:7) of over de wijsheid, die volgens Spreuken 3:14,15 kostbaarder is dan zilver, goud of edelstenen. Job zegt daarvan: De wijsheid is niet te koop voor enig goud, noch kan ze in zilver worden afgewogen.” (Job 28:15)
“Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud,” vinden we in Spreuken 22:1. En ook dat is waar. Liefde en vriendschap zijn onbetaalbare schatten. Die maken uit of een mens gelukkig is; niet zijn bezit. Gods wetten (voorschriften) zijn naar Psalm 19:11 “begeerlijker dan goud…, en zoeter dan honing…” Daarin vind je de weg naar God. Dat is de beste weg die een mens kan gaan. “… Ik heb uw geboden lief, meer dan… zuiver goud.” (Psalm 119:127) Wij leven in een tijd, waarin mensen het bezit van goudstaven veiliger vinden dan een bankrekening. Maar hun hart is bij hun schat: in de kluis. Dat is wel erg benauwd. Veel rijken zijn slechts hoogmoedige zielepoten. Hopelijk vinden ze nog de ‘schat van grote waarde’ voor het te laat is. Want een geestelijke crisis is ernstiger dan een economische.
Is ook gezondheid belangrijker dan geld en goed? Een ernstige zieke heeft al zijn bezit over voor zijn gezondheid. Maar hier lopen we tegen een grens aan. Hoe belangrijk is gezondheid? Niet belangrijker dan geloof, hoop en liefde. Het is een teken van de mentale ziekte van onze individualistische maatschappij dat gezondheid vaak als het grootste goed wordt gezien. Maar gezondheid is een tijdelijke aangelegenheid. Als dat het belangrijkste is, stellen we de tijd boven de eeuwigheid, en het individuele belang boven de gemeenschap. Dat is een mooie boodschap voor ernstige zieken. “U telt niet meer mee.” Met de levensvisie van onze tijd moet je wel depressief worden, als je nadenkt. Alleen denken slechts weinigen na. Dat is hun ‘geluk’.
Zo vinden we in de Bijbel zowel geestelijke als verstandelijke gaven, die in waarde het geld verre te boven gaan, en die uiteindelijk niet in geld kunnen worden uitgedrukt: liefde, geloof, de eeuwigheid, wijsheid, Gods Woord.
Heeft geld dan geen enkele waarde, omdat het zo weinig betekent in vergelijking met liefde, eeuwigheid en geloof? Dat zou een verkeerde conclusie zijn. Geld is een belangrijk bestanddeel van ons leven, maar niet het meest wezenlijke. Daarom staat er een spreuk van Agur in de Bijbel: “… Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb.” (Spreuken 30:8) Matigheid is beter dan onmatigheid. Ook in het Nieuwe Testament vinden we die gedachte: “Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn.” (1 Timoteüs 6:6-8) Niet rijkdom moet ons doel zijn, maar leven. Echt leven. Wanneer we dat niet zien, kan ook ons het woord van Jezus treffen: “Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.” (Marcus 10:23) En wie denkt met geld alles te kunnen kopen, zou het kunnen vergaan als Simon de tovenaar, die te horen kreeg: “U zult in het verderf worden gestort, u met uw geld, omdat u denkt te kopen wat God geschonken heeft.” (Handelingen 8:20)
Met geld kun je veel goed doen. “Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. En draag hun op goed te doen, rijk aan goede daden, vrijgevig , en bereid om te delen.” (1 Timoteüs 6:17,18) “Maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.” (Lucas 16:9)
Wanneer ben je gelukkig? Wie veel hartsvrienden heeft. Wie dicht bij God leeft. Wie de eeuwigheid in zijn hart heeft. Niet wie veel geld heeft. Niet de eenzame maar gezonde mens. Niet de blaaskaak. Is ‘alles geld’? Alleen voor de stumper en de oppervlakkige geest. Wat zielig, als iemand alleen maar een paar miljoen bezit... Met zo weinig heb ik geen vrede. En u?
Bram Krol
bron: De Christenvrouw Juni 2012