EEN STORTVLOED AAN ZONDVLOED-VERHALEN

De Maori's in Nieuw-Zeeland, de Eskimo's op Groenland, indianenstammen in de Andes, de Zoeloes van Zuid-Afrika - kennen allen het zondvloedverhaal. De Lepcha's in Sikkim en de Kirati in Nepal ook, heb ik zelf kunnen constateren en de Danieten in Ivoorkust ook al. Trouwens ook de Miao's (=Hmongs) van Zuid-China en Zuid-Oost Azië, en hun verhaal verschilt niet eens zoveel van het bijbelse verslag. Ook de Mongolen weten ervan en je leest er ook van in de oudste heilige hindoeïstische geschriften. Honderden (!) stammen en volken zowaar, hoe verschillend ook van cultuur, huidskleur en religie, vertellen een vergelijkbaar verhaal. Niet alleen is het zo dat allerlei volken en culturen nu nog over de zondvloed vertellen, in het verleden gebeurde dat ook. Hoe komt dat?

De eerste wereld werd verwoest door water, als een straf van God. Hoorde het nooit ontdekte Atlantis bij die eerste wereld, of was dat soms die eerste wereld? In de Griekse geschriften lees je ervan. Historici proberen te ontdekken wat en waar dat was. Zo schrijft Plato (na 400 v.C.) erover, die zijn kennis via via van Solon van Athene heeft verworven, die ongeveer 600 v.C. leefde. En die ‘eerste wereld’, zoals Plato Atlantis noemde, kende een hoge ontwikkeling onder de tien koningen, die regeerden van de schepping tot de zondvloed. Ook dat is een niet onbekend thema in veel geschiedenissen/mythologieën. Tien? Maar van Adam tot de zondvloed waren er tien generaties. Dat is bijzonder! Talloze volken, kennen vergelijkbare verhalen over schepping en oertijd, Noach en de zondvloed. Dat verbaasde Flavius Josephus al in de eerste eeuw. Hij schreef dat alle wereldgeschiedenissen die hij kende melding maakten van de zondvloed en de ark.

Het is belangrijk daar stil bij te staan. Dat betekent dat de mensen een gezamenlijke historie hebben, waar nog herinneringen aan bestaan, of in elk geval in de oudheid bestonden. In allerlei geschriften van de tweede en derde eeuw na Christus kun je lezen over de ark van Noach en dat mensen naar de top van de Ararat klommen om de restanten ervan te zien. Josephus schreef erover in ongeveer het jaar 93 AD. Hier volgt zijn verslag:

Josephus in Joodse Geschiedenissen, I,3,5 (slot) en I,3,6: “... he sent the living creatures out of the ark; and both he and his family went out, when he also sacrificed to God, and feasted with his companions. However, the Armenians call this place: The Place of Descent; for the ark being saved in that place, its remains are shown there by the inhabitants to this day. 6. Now all the writers of barbarian histories make mention of this flood, and of this ark; among whom is Berosus the Chaldean. For when he is describing the circumstances of the flood, he goes on thus: "It is said there is still some part of this ship in Armenia, at the mountain of the Cordyaeans; and that some people carry off pieces of the bitumen, which they take away, and use chiefly as amulets for the averting of mischiefs." Hieronymus the Egyptian also, who wrote the Phoenician Antiquities, and Mnaseas, and a great many more, make mention of the same. Nay, Nicolaus of Damascus, in his ninetysixth book, hath a particular relation about them; where he speaks thus: "There is a great mountain in Armenia, over Minyas, called Baris, upon which it is reported that many who fled at the time of the Deluge were saved; and that one who was carried in an ark came on shore upon the top of it; and that the remains of the timber were a great while preserved.”

Bij de bovengenoemde namen: Berossus was een Chaldees priester met toegang tot de oudste archieven. Hij leefde en publiceerde ongeveer 300 v.C. Hiëronymus van Cardia (die bij de Dode Zee gewerkt heeft, vandaar zijn bijnaam ‘de Egyptenaar’) schreef ook een (nu verloren gegane) wereldgeschiedenis. Mnaseas van Patros schreef vlak voor het jaar 200 v.C. een wereldgeschiedenis met de naam ‘Periplas’. Nicolaus van Damascus leefde van 64 v.C. tot ongeveer 6 AD en schreef ook een wereldgeschiedenis. In zijn boek Chronica (325 AD) schreef Eusebius in hoofdstuk 22 dat de Chaldeeën net als de Bijbel 10 generaties rekenden voor de zondvloed.

De ark is ook al een interessant gegeven. Hij zou terecht zijn gekomen op een hoge bergtop. Daarna werd er niets meer van vernomen, nemen velen aan. Wanneer je uitgaat van een mythe van een wereldomvattende vloed is dat inderdaad de beste houding. Maar dat is onjuist. In verschillende geschiedkundige werken wordt naar de ark verwezen. De Chaldeeuwse schrijver Berossus schrijft in de 'Geschiedenis van Babylon' over de ark, die in zijn tijd (300 v.C.) al een soort toeristische trekpleister was. Mensen haalden er beetjes pek vanaf om als amulet te dienen. Ook Josephus schrijft er in de eerste eeuw A.D. in zijn Joodse Historiën over, zelfs drie keer. Hij wist dat de ark te vinden was hoog op de berg Ararat. Veel van zijn tijdgenoten kwamen de restanten ervan bekijken.

Dat is een collectieve herinnering van vóór de tijd dat de mensheid uiteen werd geslagen door de torenbouw van Babel. Dat stelt Tjark Evenboer, en niet als enige. Het is te lezen in zijn boek: "De wereldwijde vloed", uitg. Gideon-Hoornaar 2012. Een zo algemene overeenstemming moet ergens vandaan komen. Daarbij gaat het hier om oude en zuivere tradities, niet beïnvloed door contact met Joden, Christenen of Moslims. En er zijn nog enkele andere geschiedenissen over het begin van de mensheid, die je tamelijk algemeen terugvindt: naast de schepping en zondeval zijn dat de torenbouw van Babel met de daaropvolgende spraakverwarring en ook over de grote heerser Nimrod.

Waar is die ark gebleven? Wel, die ligt er nog steeds. Ik ga even iets verder dan wat Evenboer aanreikt. Het loont de moeite en bevredigt onze nieuwsgierigheid om de website http://jewtube.tv/religion/noahs-ark-discovered eens op te zoeken, of National Geographic News te lezen van 30 april 2010, over een groep Turkse en Chinese onderzoekers. Met foto’s en films erbij, en als je wat verder zoekt kom je veel interessants tegen. Ook daar hebben critici meteen een grote mond over – maar dit keer overtuigen ze me niet. De oceanograaf Robert Ballard vertelde in november 2012 in een interview met Christiane Amanpour op ABC dat hij erin gelooft, en dat hij bewijzen heeft gevonden voor een enorme vloed die een grootse beschaving heeft weggevaagd.

Wat betekent dat voor onze kijk op de geschiedenis?

  1. Dat de mens niet tienduizenden jaren oud is; althans niet ‘onze’ geschiedenis.
  2. Dat de gebeurtenissen van ongeveer 4000 tot 2000 voor Christus tot de geschiedenis van alle volken op aarde horen. (Schepping/zondeval/zondvloed/verwarring).
  3. Dat alle volken oorspronkelijk in één God geloofden. De ontwikkeling is niet geweest van polytheïsme naar monotheïsme, maar het polytheïsme is een verval van het monotheïsme. Sommige volken benadrukken in hun oude geschiedenissen dat ze eerst in één God geloofden, zoals oude boeken van de Maya's en Tolteken uit Zuid- en Midden-Amerika. Dat valt ook op te maken uit de oudste van de heilige hindoegeschriften, de ‘Rg-Veda’.
  4. Dat deze gebeurtenissen historisch zijn en niet mythologisch.
  5. Dat de mythen die gewag maken van deze gebeurtenissen geen pure verzinsels zijn, maar verbasterde waarheden.

Noach heet hij in de bijbelvertalingen, Noech in het Hebreeuws, Nu in China of elders ook: Nuwa, Nuu, Noe of Manoe in het Sanskriet (maar dat komt ook van Noe). In andere talen wordt hij omschreven als de zeevaarder, zoals in het Grieks, waar hij Deukalion heet, wat naar de zeevaart verwijst. En in al die culturen is hij de stamvader, die in veel gevallen vergoddelijkt werd, of wordt hij gezien als de eerste koning. In de Babylonische, Indiase en Chinese verhalen van de zondvloed, had deze Noe, Nu of Manu drie zonen, net als in de Bijbel, Sem, Cham en Jafet. In India heten ze : Sherma, Charma en Jyapeti (zo staat het in de ‘Padma Purana’). En de Griek Herodotus ‘(ongeveer 450 v.C.) spreekt over ‘de acht goden, die er voor de andere ‘goden’ waren. Is dat Noach met zijn vrouw en zijn drie zonen met hun vrouwen? Die acht ‘goden’ van de begintijd vind je ook in het Oude Egypte. Ook de oudste Armeense overleveringen kennen hun Noach (Haik), met drie zonen.

De mensheid begon met Adam en Eva, in de Indische overlevering Adima en Iva of Heva genoemd. Toeval? En die kregen drie zonen, waarvan één door een broer gedood werd. Net als in de Bijbel. Hebben alle volken op aarde soms uit dezelfde bron geput? Hoe moet je dat anders verklaren?

De torenbouw en de daaropvolgende spraakverwarring en ook de grote koning Nimrod in wiens tijd dit gebeurde, kom je op alle continenten tegen, zij het verpakt of verstopt in allerlei mythologische voorstellingen. God of de goden verstrooiden de mensen en verwarden hun taal toen ze probeerden aan God gelijk te worden. Je vindt het op tientallen zo niet honderden plaatsen op aarde terug.

In het allereerste begin geloofden de Chinezen (tijdens de Shang dynastie) in één God, Shang Di (hemelse Heer). De Soemeriërs, die leefden voordat Mesopotamië ontstond, geloofden in één God. Wat een prachtige parallel met het verhaal in Genesis van Terach en zijn familie (uit Sumerië), waar Abraham uit voortkwam. En in het oudste van de heilige geschriften van de Hindoes, de Rig Veda, vind je nog veel elementen van het oorspronkelijke geloof in één God. De Afrikanen kennen één allerhoogste God, evenals de Maori’s uit Nieuw-Zeeland. De pygmeeën,misschien wel het oudste volk in Afrika, geloven in één God.

De Romeinse historicus Tacitus schrijft rond het jaar 100 A.D. dat de Germanen ooit één God aanbaden, iets wat de Skandinaviërs en IJslanders in zijn tijd nog steeds deden. Zulke dingen zie je ook bij nog weer andere volken: Het verval van het geloof in één God naar vele goden. Daarom is zending niet het binnendringen van een wezensvreemde cultuur, maar een oproep tot terugkeer naar de eigen oorsprong.

Er staan nog veel meer wetenswaardigheden in het boek van Evenboer. Sommige zaken zijn onvermijdelijk speculatief (maar daarom nog niet onjuist), zoals de afleidingen van namen van plaatsen, landen en stammen. Hij ziet allerlei verwantschappen met de volkenlijst van Genesis 10. Maar ook: verschillende oude Chinese tekens tonen als het ware in beeld bijbelse begrippen en kennis van de bijbelse geschiedenissen door de eerste samenstellers van dat beeldschrift. Zijn sommige indianen van Amerika Thraciërs, die door de Romeinen ‘roodhuiden’ werden genoemd, die in wigwams woonden en zich tooiden met slierten van veren? Ach, lees dat boek zelf maar eens.

Dit als breinkraker voor wie het belang van de geschiedenis erkent. Mij interesseert het mateloos. In 2009 werden in Egypte oude munten ontdekt in een soort verzameling van ‘oude rommel’ in een museum. Daarbij bleek ook een munt met de naam van Jozef te zijn, met aan de ene kant zijn Hebreeuwse, aan de andere zijn Egyptische naam (zie: www.realdiscoveries.org en www.pantheos.com ). Dieper gaande kennis van het verleden vertelt ons: De Bijbel heeft gelijk, en: Het meest logische wat een mens kan doen is geloven in die ene, echte God en Hem dienen. Die boodschap wordt ons onuitgesproken toegeroepen door dit boek van Evenboer.

Bram Krol

11-06-2015 (aangevuld 11-08-2020)

Dit is een tweede artikeltje n.a.v. het genoemde boek van Tjark Evenboer. Het eerste is: De ondekking van Amerika II.

 

Over de verdere geestelijke ontwikkeling van Evenboer heb ik een aantal artikelen geschreven als reactie op de argumenten die hij aanvoert waarom hij (voor de buitenwereld ‘opeens’) het geloof heeft verlaten, zie: https://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/339-actuele-aanvallen-op-het-christelijke-geloof