KONGO (D.R.Kongo) in de crisis  (met aanvulling, 23/08/18)

De politieke situatie van de Democratische Republiek Kongo is verwarrend en grotendeels onbekend in Nederland. De spaarzame berichten die hier de pers halen zijn opvallende gebeurtenissen, die we echter niet in verband zien met het grotere geheel. Maar in dit kolossale land met meer dan 80 miljoen inwoners staat een pijnlijke operatie te wachten. Kabila, de president moet weg. Maar hij wil niet. Wat gaat er gebeuren?

Kongo werd in 1960 onafhankelijk, zonder daarop goed te zijn voorbereid. Er was eventjes enige sprake van democratie, twee maanden misschien. Maar – midden in de Koude Oorlog – vreesden de westerse landen voor invloed van het communisme. De CIA en de Belgische geheime dienst waren actief. Alles lijkt erop te wijzen dat zij verantwoordelijk waren voor o.a. de moord op Lumumba (1961), de eerste premier, die in de clinch lag met de eerste president, Kasavubu. Het zuiden (Katanga) had zich toen afgescheiden.

Een kolonel uit het Kongolese leger greep in 1965 de macht, Mobutu. Vanwege de wanorde in het land en zijn pro-westerse opstelling kreeg hij het Westen met zich mee. Hij was een paranoïde persoon, die overal vijanden ontwaarde. Hij stal miljarden en hield er een schrikbewind op na. Hij heeft honderden tegenstanders laten doden. Het wegenstelsel werd verwaarloosd, omdat Mobutu zo meende de opmars van eventuele vijanden uit het oosten of zuiden tegen te kunnen houden. De economie stortte in.

Vanaf ’92 rukten de troepen van Laurent-Désiré Kabila op, vooral met steun van Rwanda, dat zijn oog had laten vallen op de bodemschatten van Kongo (vooral goud en diamanten).

In ’97 slaagde Kabila erin het al jaren niet- of nauwelijks betaalde Kongolese leger op de vlucht te jagen. Hij was een zwak politicus en stond sterk onder invloed van Rwanda. De Rwandese soldaten in zijn leger keerden zich van hem af na een mislukte opstand (om meer geld). De bevolking van Kinshasa heeft zich krachtig verweerd en honderden soldaten (zonder kogels) gedood. De betrekkingen met Rwanda bekoelden.

Na de genocide op de Toetsi’s in Rwanda in 1994 werden gewapende groepen uit dat land in Kongo actief. Zowel gevluchte Hoetoe milities als troepen van de Toetsi-minderheid opereren in het oosten van het land. Ze betalen hun legertjes vanuit de illegale verkoop van diamant en goud, maar ook door massaal dieren te jagen in de oerwouden en het vlees te verkopen of door het uitmoorden van dorpen en het roven van de goederen. Hetzelfde doen anderen, die gelieerd zijn aan het Rwandese leger en soms zelfs bij hen in dienst. Deze groepen doen zich voor als ‘bevrijdingslegers’. Ze tooien zich met namen als ‘vrijheid en democratie’. In feite zijn het benden, die goed verdienen aan het leegroven van goudmijnen en het plunderen van vindplaatsen van diamant. Rwanda, waar geen diamant werd gevonden, werd op stel en sprong één van de grootste diamantexporteurs ter wereld.

In 2001 werd Kabila vermoord. Niemand weet wie en wat er achter die moord school. Het is nooit in de openbaarheid gekomen. Zijn pleegzoon, Joseph Kabila, werd als zetbaas naar voren geschoven, in het begin sterk gesteund door vooral de USA. Maar ook hij deed niets ten goede voor het land. De Kabila’s stalen nog meer (van de armen!) dan Mobutu. Dus heeft ook Josph uiteindelijk de gunst van het Westen verspeeld. Intussen bleef de oude structuur van Kongo voortbestaan, opgebouwd als politiestaat door Mobutu. De elkaar opvolgende regeringen hebben nooit enige sympathie getoond voor democratie. Alleen worden er af en toe (vercorrumpeerde) verkiezingen houden. Gekscherend wordt er over de presidenten van Kongo gesproken als: Mobutu I, II en III.

Er werkt een kolossaal aantal mensen bij de politie en de inlichtingendiensten. Zij allen moeten door anderen te bestelen aan geld komen, want ze zijn vrijwel onbetaald. Dit heet: ‘organiseren’. Ieder moet zo zijn eigen kostje bijeen scharrelen door corruptie en afpersing. Dat is al zo sinds de tweede helft van de regering van Mobutu. (“Als u hier langs wilt, kost dat u wel 10.000 franc…; als u een rijbewijs wilt aanschaffen, moet u eerst mij betalen…,” etc.) Zo kan het land zich onmogelijk ontwikkelen. Meer dan 90% van de bevolking leeft ver onder het bestaansminimum. En dat in het land dat misschien wel het rijkst aan bodemschatten is in de wereld!

Ook het bewind van Kabila II loopt ten einde. Hij had volgens de wet al lang moeten opstappen, maar hij vreest de haat van de bevolking en een rechtszaak door zijn opvolger. Hij weigert weg te gaan, zogenaamd omdat het land dat nog niet aan kan. Toch valt de bevolking hem momenteel massaal en openlijk af, niet meer geremd door angst voor de inlichtingendiensten, die steeds zwakker worden, door onderbetaling en hun hekel aan de valse beloften en de buitengewone zelfverrijking van de politici.

Er zijn de laatste twee jaar dingen gebeurd, die voorheen onmogelijk waren. Ze lijken de val van Kabila aan te kondigen. Ik noem zes bijzondere voorvallen:

  1. De affaire Moïse Katumbi, gouverneur van de rijkste provincie van Kongo: Katanga. Katumbi heeft een Joodse moeder en geniet een grote sympathie bij Amerikaanse investeerders. Hij heeft – volgens velen – schone handen, en dat is zeldzaam in Kongo. Hij gooide hoge ogen naar het presidentschap. De bevolking staat massaal achter hem. Omdat dit een bedreiging vormde voor president Kabila II, heeft deze een rechtszaak tegen hem laten aanspannen. Hij zou op valse wijze aan zijn huis zijn gekomen. Een Griekse zakenman heeft (als pion van de president) laten weten dat het betreffende huis hem toebehoort. Alleen: dit huis is eigendom van de oudere broer van Moïse Katumbi, dus heeft de laatste er niets mee te maken. Het was onvermijdelijk dat Moïse in 2015 tot een gevangenisstraf werd veroordeeld. Maar hij werd ziek en mocht zich laten behandelen. Hij verblijft sindsdien in België en Frankrijk. Zijn advocaat, die zich zwaar bedreigd voelde, is ook gevlucht evenals de openbare aanklager van Katanga. Deze moest het overheidsdictaat in de zaak tegen Katumbi opvolgen (of zou anders vermoord worden). Zij heeft verklaard dat de rechtszaak een showproces was, waarbij de uitkomst al van te voren vaststond. Katumbi kan de verkiezingen nu echter wel vergeten. Wie veroordeeld is, mag wettelijk geen president worden.
  2. Ook in 2015 speelde de zaak van de BIAC-bank. Kabila heeft daar met grof geweld 50 miljoen dollar ‘geleend’ (lees: gestolen). De bank is nu failliet en duizenden werknemers zijn hun baan kwijt en bleven maandenlang onbetaald. Dat geld zullen ze nooit krijgen. Tienduizenden mensen zijn hun spaargeld kwijt, en net als in de tijd van Mobutu zetten velen hun geld niet meer op de bank. De overheid besteelt haar onderdanen in Kongo. Dit sloeg echter alles. Investeerders vluchten uit Kongo weg. Woede alom. Lang bleven de mensen hopen op betere tijden. Die hoop is geheel verdwenen.
  3. De zeven van Kamitatu. Kamitatu was minister. Hij heeft (zoals zijn meeste collega’s) nooit iets voor het land betekend en zeker niet voor zijn kiesdistrict, Bulungu. Alleen heeft hij er een groot paleis laten bouwen. Dacht hij eventueel de plaats van de zittende president in te kunnen nemen? Met zeven parlementariërs (van de 500) heeft hij twee jaar geleden een petitie getekend waarin stond dat de president moest opstappen, omdat zijn wettelijk bepaalde termijn verstreken was. Dat is juist. Maar sommige dingen mag je in Kongo niet zeggen. Kamitatu werd uit al zijn functies ontheven, en ook zijn medestanders, behalve enkelen die met grof geld ‘terug’ werden gekocht in het kamp van de president (daarom stemt de meerderheid van de oppositie mee met de regeringspartij).
  4. In november 2016 volgde de affaire Mwanda Semi, ook een parlementslid; deze komt uit de Bas-Congo. Ook hij bepleitte dat de president plaats moest maken. Hij werd in de vreselijke Makala-gevangenis gegooid, volgens zeggen ‘erger dan de hel’. Daar sterven vrijwel dagelijks mensen aan ondervoeding. Maar Semi heeft een grote aanhang van traditionele (lees: animistische) Kongolezen. Zijn partij heeft veel weg van een traditionele Afrikaanse sekte.
  5. Op een nacht eind februari 2017 zijn duizenden aanhangers van Semi, in het rood gekleed en met een rode hoofdband om, ’s nachts naar de Makala gevangenis getrokken. Ze hebben de toegangsdeuren weg gebombardeerd. Onder de soldaten die de gevangenis bewaakten en de cipiers zijn zeker 50 doden gevallen. Cel na cel hebben ze geopend en ieder vrij gelaten die ze tegenkwamen. Zo werden 4000 van de 8000 gevangenen bevrijd. De meesten zijn nog steeds vrij. Daar zaten moordenaars en verkrachters bij, maar ook mensenrechtenactivisten (in Kongo met de dood bedreigd) en politici. Onder hen ook Semi, evenals een politicus die al 15 jaar gevangen zat, omdat hij mogelijk iets te maken had met de moord op Kabila I. Dat laatste is onwaarschijnlijk, maar er is nooit een proces geweest. Het lijkt erop of de zittende macht er meer van weet en de waarheid, koste wat het kost, wil verdoezelen.
  6. Inmiddels is ongeveer het hele land anti-Kabila. Maar deze denkt niet aan aftreden, hoewel hij ook internationaal zijn krediet heeft verspeeld. Op 9 en 10 augustus waren er twee algemene stakingsdagen in Kinshasa en Lumumbashi (de twee grootste steden), waaraan massaal gehoor werd gegeven. De bevolking pruimt Kabila niet meer, hoewel staken ernstige gevolgen kan hebben. Vooraf aan de stakingsdagen, op 8 augustus, was er een vreedzame demonstratie van de roodhemden van Semi. Maar dat zijn ook degenen die de gevangenis hebben aangevallen. Het leger wilde wraak. Er vielen 14 doden volgens de staatspers, die zelden de echte feiten brengt. Meer dan 40 doden volgens bronnen van de activisten.
  7. De bevolking wacht nog even. Met enkele dagen moet de (min of meer) onafhankelijke nationale verkiezingscommissie de datum voor de verkiezingen bekend maken. Als die datum na 1 januari a.s. zal vallen, zal het hele land in brand staan. De mensen zijn niet bereid om nog iets van Kabila te slikken. Voor het eerst hoorde ik in elke plaats waar ik kwam openlijke kritiek op de president en de regering. Nog kort geleden was dat ondenkbaar.

De duizenden werkers, die de verkiezingsinschrijvingen moeten regelen, zijn al maanden niet betaald. De meesten hebben uit armoede die baan aanvaard. Nu moeten ze  hun eigen vervoer en verblijf betalen – wat onmogelijk is. De werkers uit de provincie Kwango (3 á 4 miljoen inwoners) hebben gedreigd hun werk neer te leggen en de gegevens niet aan de overheid af te staan. Overal in het land klinkt dat geluid. Als echter geen datum voor de verkiezingen wordt bekend gemaakt, zullen de mensen in het hele land alles stil leggen. Het lijkt erop dat Josph Kabila (de vermaledijde Rwandees, zeggen de mensen in de straat) het op een harde confrontatie laat aankomen.

De toestand in de Kasaï, waar sinds enkele maanden een gewelddadige opstand is uitgebroken, speelt de zittende president in de kaart. Hij zegt nu dat de omstandigheden geen verkiezingen toelaten. De onlusten zijn inmiddels naar delen van meerdere provincies overgeslagen. Alleen vormen de (zeer gewelddadige) rebellen meer een roversgilde dan een politieke beweging. Honderdduizenden burgers zijn op de vlucht geslagen. Maar het leger van Kongo weigert zich naar behoren in te zetten. “Eerst geld,” zeggen de militairen. (zie: Aanvulling 1)

Tijdens mijn laatste reis naar Kongo heb ik kunnen spreken met enkele goed ingevoerde commentatoren en publicisten, die hun leven wagen door hun stellingname. En voorstanders van het bewind? Die proberen ieder met enige invloed om te kopen. Ook mijn eigen zendingswerk kreeg daar diverse keren mee te maken. 25.000 dollar om te beginnen? Want ieder die invloed heeft, is een potentieel gevaar. (Wij trokken soms meuten van meer dan 10.000 mensen.)

Kongo, 81 miljoen of meer mensen, staat op ontploffen. De mensen zijn zo wanhopig, dat ze het nu eindelijk aandurven zich tegen hun despoot te keren. De grote vraag is echter: Is het gedaan met Kabila of met de Kongolezen?

 

Bram Krol

 

AANVULLING 1, d.i. mijn persoonlijke weblog van 10 augustus 2018

Moordenaarsland. Daar zijn we. In de Kasaï, in het grensstadje met de provincie Kwilu. Pont Loange, een plaatsje met 25000 inwoners. Er is hier iets lugubers gaande.

Vorig jaar zijn er, vooral in deze omgeving, tienduizenden mensen vermoord. Ik heb er niets over gelezen, behalve dan dat er in Kongo 2 miljoen interne vluchtelingen bij waren gekomen. Nu ken ik het juiste verhaal. Een gek verhaal, onbegrijpelijk voor Europeanen. Ik probeer het je toch te vertellen.

Op het biljet van 1000 franken staat een afbeelding van een pot, die de magische krachten van het Lubavolk vertegenwoordigt. Zonder die pot zijn ze verloren, denken ze. De Luba’s zijn de belangrijkste bewoners van de KasaÏ. Er ging een gerucht dat die pot verkocht was aan de overheid, waardoor de magische krachten nu aan de president zouden toevallen, ten nadele van de Luba’s. Stamgenoten gingen bij de belangrijkste Lubavorst navraag doen. Toen hij hun die pot niet kon tonen, geloofden ze dat deze verkwanseld was. Uit woede werd de vorst uit Kananga vermoord, samen met de zijnen.

Toen ontstond er een spiraal van wraak. Ten slotte vermoordde het ene dorp het andere. Daarbij vielen ook veel slachtoffers van een naburige stam, de Pende uit de zuidelijke Kwilu en het noorden van de Kasaï. Daarop trokken duizenden Pende strijders diep de Kasaï in, om die lelijke Luba’s een lesje te leren. Ook werden duizenden vluchtelingen uit de Kasaï afgeslacht. Eén grote spiraal van blinde wraak. Er werd ook een militie gevormd door degenen die de macht van het vorige stamhoofd willen overnemen – een moordzuchtige bende.

Dat duurde van januari tot augustus 2017. Pas toen greep het leger in. Maar ook de soldaten zijn beducht voor bezweringen en occulte machten. Kom je te dichtbij, dan kun je zo maar dood neervallen. Dus sommige legereenheden begonnen vanuit de verte op alles wat bewoog te schieten. Zij voegden nog eens vele duizenden doden aan de lijst toe, voor het merendeel onschuldigen, die juist blij waren dat eindelijk het leger ingreep. Niemand zal die soldaten ter verantwoording roepen. De Kongoleze overheid ‘onderzoekt’ de zaak, dat wil in feite zeggen dat er nooit of te nimmer iets zal worden onderzocht. Dit is haar brevet van politieke onbenulligheid en van de imbeciliteit van het regeringsleger. Die beschamende waarheid dient weggestopt te worden. Het is verboden om daarover te praten.

Gelukkig is Pont Loange een witte duif. Hier zijn geen mensen vermoord, door krachtig ingrijpen van de lokale bestuurders. Maar overal rondom zijn doden gevallen, duizenden alleen al in dit kleine stukje Kongo. Moordenaarsland dus. Hier moeten we kerken helpen, les geven over Gemeentegroei en nazorgwerk plus evangelisatie opzetten. Wat zullen we aantreffen?

 

AANVULLING 2:

 

Inmiddels zijn er nieuwe ontwikkelingen. De president heeft gezegd af te zullen treden na de verkiezingen, nu gepland voor op de dagen voor Kerst 2018.

Jean Pierre Bemba is vrijgelaten uit de gevangenis van het Internationale Strafhof in Den Haag wegens gebrek aan bewijs. (Zijn leger heeft een bleodbad aangericht in de Centraal Afrikaanse Republiek en heeft (heel kanibalistisch) pygmeeën gegeten. Hij is eind juli 2018 in Kongo aangekomen, waar hij verblijft in zijn kleine paleis in de stad Gemena, in het verre noorden van Kongo. Velen zien in hem de grootste kanshebber voor het presidentschap.

 

Katumbi (de voormalige gouverneur van Katanga) zet nog altijd in op het presidentschap.  Kabila wil dat voor hem en voor de steenrijke Bemba onnmogelijk maken, maar of dat zal lukken…?

 

(aanvullingen van 23-08-2018)