HET GOEDE RECHT VAN HET CHRISTELIJKE GELOOF

De kritiek van Tjarko Evenboer weerlegd - 1

Tjarko Evenboer werd in Christelijke kring bekend door zijn boek over de zondvloed en de zondvloedverhalen die je overal op aarde in de tradities van landen en stammen tegenkomt. “De wereldwijde vloed” bracht veel nieuws. Toen, tot verbazing van tallozen, brak hij met het Christelijke geloof. Deze stap was eerlijk voor hemzelf. Hij weigerde te doen alsof – en dat valt in hem te waarderen. Hij schreef een uitgebreide verklaring voor die stap, in 11 grote artikelen. Maar kloppen zijn argumenten?

 

Ik publiceer wat hij zelf op zijn site heeft gezet (www.dewereldwijdevloed.nl), maar voeg daar een aantal noten aan toe waarin ik uitspraken van Evenboer bekritiseer. Ik behandel zijn artikelen zoals die tot 10 juli 2020 op zijn site stonden. Latere aanvullingen laat ik hier buiten beschouwing.

 

Mijn commentaar staat in blauwe letters onderaan.

A.J. Krol

________________________________________________

- WAAROM IK HET CHRISTELIJK GELOOF VERLAAT -
1. PROBLEMEN MET HET OUDE TESTAMENT

Mensen kennen mij onder andere als schrijver van Bijbelverdedigende boeken, zoals ‘De Wereldwijde Vloed’. Ik geloofde altijd heilig dat de Bijbel het boek was waardoor God zich openbaarde, en deed mijn best dit goed te onderbouwen met argumenten. Mijn eerste boeken centreerden zich volledig rond het Bijbelse paradigma. Maar langzaam maar zeker ontstonden er grote twijfels. Hoe kon de Bijbel wérkelijk ‘het boek’ zijn waardoor God zich aan de mens openbaart, terwijl het een enorme hoeveelheid gruwelen aan God toeschrijft?

‘God’ zegt in het Oude Testament dat iemand die op de sabbat hout sprokkelt, gestenigd moet worden. Dat iemand die met zijn vrouw vrijt terwijl ze ongesteld is, gestenigd moet worden en de vrouw ook. Dat iemand die hoererij pleegt gestenigd moet worden, maar als het de dochter van een priester is deze zelfs levend verbrand moet worden omdat ze haar vader onteert. 1

Een rode draad door het Oude Testament is dat God het volk Israël de opdracht geeft volken aan te vallen en ‘voor niemand genade te hebben’, en zelfs kinderen en zuigelingen te doden: 2.1

‘Trek daarom op tegen de ​Amalekieten​ en versla ze. Wijd al hun bezittingen onvoorwaardelijk aan de HEER. Spaar ze niet, maar dood alles en iedereen: mannen en vrouwen, ​kinderen​ en zuigelingen, runderen en schapen, ​kamelen​ en ezels.’ (1 Samuel 15:3)

‘Maar daarbinnen, in de steden van het land dat de HEER, uw God, u als grondgebied zal geven, mag u geen mens in leven laten. Alle ​Hethieten, Amorieten, ​Kanaänieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten moet u doden, zoals de HEER, uw God, u heeft opgedragen.’ (Deuteronomium 20:16-17)

‘Ga achter hem aan, trek ook door de stad en dood iedereen. Jullie moeten geen medelijden tonen, jullie mogen geen medelijden kennen. Oude mensen, jonge mannen en vrouwen, moeders en ​kinderen​ – jullie moeten ze allemaal ombrengen’ (Ezechiel 9:5-6) 2.2

Christenen hebben de neiging dit soort teksten te negeren, weg te laten uit preken en te vermijden in Bijbelstudies, omdat we diep vanbinnen voelen dat er iets niet helemaal klopt. Dit was ook hoe ik zelf jarenlang omging met de ‘gruwelteksten’.

Feit is in ieder geval dat het ‘liefhebben van vijanden’ een totaal onbekend concept is voor de oudtestamentische God; het aantal teksten waarin God zich op zijn vijanden wreekt en oproept de vijanden te vervolgen en te doden, is bijna onuitputtelijk. De God zoals die door de Bijbel aan ons wordt geopenbaard roeit complete volkeren uit, laat onschuldige vrouwen en kinderen zonder genade vermoorden, straft velen voor de zonden van één en straft kinderen voor de zonde van de ouders. Zo doodt God 70.000 mensen met de pest vanwege een foutje dat David maakt (2 Samuel 24:10). De God van de Bijbel is de God die doodstraf eist voor een kind 3 dat zijn of haar ouders slaat of uitscheldt. Hij is de God die 42 kinderen laat opeten door beren omdat ze ‘kaalkop’ riepen tegen een profeet. En God heeft blijkbaar als het erop aankomt zelfs niet zo’n moeite met mensenoffers, want als Jeftha aan God belooft om het eerste wat uit zijn huis komt te offeren en zijn dochtertje vervolgens naar buiten komt, moet hij zijn woord houden en zijn dochtertje doden. 4 God grijpt niet in.

Kortom: God roept in het OT de Israëlieten op dingen te doen waartoe Allah de mensen van IS tegenwoordig niet eens oproept.

Twee specifieke voorbeelden die ik eruit wil lichten:

  • Exodus 32, de geschiedenis van het gouden kalf. De Israëlieten deden wat ze vroeger in Egypte altijd gedaan hadden: een kalfsgod aanbidden. Een liefdevolle God zou naar ze toekomen en zeggen: ‘dat moet je niet doen, dat is slecht voor je! Kom bij mij, ik hou van jullie en heb het beste met jullie voor. Ik zal bewijzen dat ik jullie liefde waard ben, ik zal je zegenen. Ik vergeef het je, maar doe dit niet meer!’ Maar de God van de Bijbel pakt het anders aan: “Dit zegt de HEER, de God van Israël: Gord je zwaard om, jullie allemaal, doorkruis het kamp in de volle lengte en breedte en dood iedereen die je tegenkomt, al is het je broer, vriend of verwant.” Moet je je eens voorstellen hoe dit geweest moet zijn! Overal gekrijs, gehuil, en bloed. Allemaal omdat de ‘liefdevolle en genadige God’ op zijn tenen getrapt is omdat ze niet Hem aanbaden maar een stuk metaal! Er kwamen die dag ongeveer drieduizend Israëlieten om, en even verderop prijst Mozes de priesters die het vonnis voltrokken hadden. Waarom? Omdat ze zelfs voor hun eigen kinderen en familie geen genade gehad hebben: ‘Vandaag heeft u zich aan de Heer gewijd door zelfs uw eigen kinderen en broers te doden’. 5.
    Lees eens wat hier werkelijk staat. Als gezond mens heb je nog genoeg genade en liefde in je binnenste dat je het verschrikkelijk vindt mensen te doden. Een gezond mens kán het niet, en al helemaal niet zijn eigen kinderen. Wij hebben allemaal het gevoel van rechtvaardigheid in ons binnenste dat ons vertelt dat mensen, zeker kinderen, fouten mogen maken en een tweede kans verdienen, en dat ze aan het zwaard rijgen niet alleen niks oplost, maar ook te afschuwelijk en traumatisch voor woorden is. Maar de God van het OT is dus een God waarvan de priesters zich ‘aan God wijden’ omdat het zo goed en goddelijk van ze is dat ze géén genade hebben en zelfs hun eigen kinderen niet sparen maar ook een zwaard in hun lichaam te steken. De God van de Bijbel is dus blijkbaar de God die van mij zou verlangen dat ik mijn twee kinderen met een zwaard ombreng en géén genade voor ze heb, en die me een schouderklopje zou geven dat ik ook mijn vrouw afslacht. En zeg niet dat ik te ver ga, want ik trek alleen maar de meest simpele conclusies uit één van de vele gruwelpassages in het OT. 6.
  • Dan het fenomeen steniging: een van de basis-strafmethodes van God in het Oude Testament. Er zijn culturen waar publieke steniging nog steeds gebeurt, en het is onbeschrijfelijk gruwelijk. De meeste christenen lezen het in de Bijbel maar begrijpen niet wat er werkelijk staat. Er is niets zo afschuwelijk als met z’n allen, publiekelijk, grote stenen en rotsblokken pakken en een huilend en gillend mens langzaam de dood in brengen - een mens die volgens diezelfde Bijbel geschapen is naar het beeld van God. Stel je een jong meisje voor wat (misschien tegen haar zin!) haar maagdelijkheid verloor, of toevallig niet bloedde tijdens de huwelijksnacht, en nu door de mensen die ze vertrouwde – en boven alles door God – in het midden gezet wordt (!) en een langzame, gruwelijke dood ingaat: het hele volk gooit rotsen en stenen naar haar, net zo lang tot ze bloedend haar bewustzijn verliest. De harteloosheid, genadeloosheid en afwezigheid van empathie voor menselijk leed is walgelijk. Ieder normaal, gezond mens kan zoiets gruwelijks niet aanzien en zal huilen vanwege de meedogenloze gewelddadige vernedering en zich er dagenlang afschuwelijk voelen. Het idee dat de Schepper in lang vervlogen tijden opdroeg zoiets te doen met een rebels kind, een sabbatbreker of een meisje dat haar maagdelijkheid had verloren, creëert een compleet geschift beeld van God. Het klopt gewoon niet, en iedereen weet dat diep in zijn hart. 7.1

Bovenstaande voorbeelden zijn slechts het puntje van de ijsberg: het handelen van God in de Bijbel is een voortdurende opsomming van dood, slachtingen en gruwelen. Als we het Oude Testament letterlijk geloven in alles wat het aan God toeschrijft, dan zou God in de Bijbel maar liefst 2.821.364 mensen gedood hebben, terwijl Satan er slechts 10 gedood heeft (namelijk de zeven zonen en drie dochters van Job – en die 10 waren ook nog eens met toestemming van God).

Op vele plaatsen in het Oude Testament verschijnt God zelfs hoogstpersoonlijk ten tonele om een massaslachting aan te richten. In sommige gevallen waren het de vijandelijke legers die de dood vonden. Een voorbeeld is 2 Koningen 19:35, waar we lezen: “Toen trok een engel van de HEER ten strijde en doodde in het kamp van de Assyriërs honderdvijfentachtigduizend man. De volgende ochtend zag men niets dan lijken liggen.” 7.2 Maar ook dikwijls moeten de Israëlieten het zelf ontgelden. De reden dat God slachtingen aanrichtte onder ‘zijn’ volk was vaak dat het volk gezondigd had of klaagde, maar in sommige gevallen is er niet eens een duidelijke reden vermeld en lijkt het erop dat God simpelweg een ontiegelijke driftbui had. 1 Samuel 6 vertelt bijvoorbeeld hoe de mannen van Bet-Semes verheugd zijn over de terugkeer van de Ark van het Verbond. Ze besluiten om hun afhankelijkheid en dankbaarheid aan de Heer te tonen door brandoffers van toewijding en slachtoffers van dankbaarheid te brengen. We lezen (vers 15): “Op die dag offerden de mannen van Bet-Semes de Here brandoffers en slachtten Hem slachtoffers.” En dan lezen we ineens: “En Hij richtte een slachting aan onder de mannen van Bet-Semes, omdat zij de ark des Heren bekeken hadden; Hij sloeg van het volk zeventig man, vijftig op de duizend. Het volk bedreef rouw, omdat de Here zulk een grote slachting onder het volk had aangericht.” Gods reactie op de dankbaarheid van het volk was om hen allemaal te vernietigen, enkel omdat ze keken naar de ark van het verbond. 8.

Uitgaande van het Oude Testament komt God voornamelijk om te slachten en te vernietigen – waarmee hij feitelijk niets lijkt te verschillen hoe Satan wordt getypeerd door Jezus (zie Johannes 10:10).

Bovendien is Gods karakter in het Oude Testament wispelturig en opvliegerig. Het ene moment spreekt hij over liefde en barmhartigheid en dat hij voor zijn volk zal zorgen, het moment erna ontbrandt hij in toorn en slacht tienduizenden zonder genade of waarschuwing af voor een – vaak klein en onbedoeld – vergrijp. Er is bijna geen patroon in te ontdekken: Gods stem klinkt lief en aardig, maar wanneer er gezondigd wordt – ook maar een klein beetje gezondigd wordt – dan verandert hij in een woeste ongeduldige God die onmiddellijk het kwaad afstraft door te doden, 9.1 te slachten, te vernietigen. Precies zoals Psalm 2 het zegt: je moet deze God met vrezen en beven eer bewijzen, want anders ontvlamt zijn woede, en bij het geringste ontsteekt hij in toorn (Psalm 2).

God is ook bijzonder vaak onredelijk en manipulatief. In Exodus 34 zegt God tegen Mozes dat Hij ‘barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw’ is (Exodus 34:6). Deze tekst wordt vaak door christenen aangehaald om aan te tonen dat Gods karakter altijd al goed en liefdevol was. Maar wat zij voor het gemak buiten beschouwing laten is dat God in het moment ervoor onredelijk, agressief en drammerig als een kleuter is. In Exodus 33 zegt God namelijk tegen Mozes dat hij het volk Israël naar het beloofde land moet brengen, maar voegt er en passant aan toe: “Maar ik trek niet met jullie mee, want jullie zijn een onhandelbaar volk en ik zou jullie daarom onderweg kunnen doden.” En: “U bent een halsstarrig volk. Als Ik ook maar één ogenblik in uw midden zou meetrekken, dan zou Ik u vernietigen. Nu dan, doe uw sieraden af, en Ik zal weten wat Ik u doen zal.” Vervolgens doet iedereen in Israël snel zijn sieraden af, in hoop de gehumeurde God gunstig te stemmen en hem over te halen hen toch in leven te laten. 9.2

Ook in de latere Bijbelboeken zien we dat God voortdurend gruwelijke moordpartijen, slachtingen en geweld initieert. In het boek Jozua, waar het Beloofde Land wordt ingenomen, draagt Hij voortdurend 'zijn' volk op de andere volken (die al eeuwen in het gebied leefden!) op te jagen en te doden, zodat de volken vrees voor God zouden hebben én zodat de Israëlieten het land in konden, het gaan bewonen zoals aan hen beloofd was (iets wat we tegenwoordig 'genocide' zouden noemen). Maar zelfs daar waar God niet direct oproept tot het geweld, is toch vaak zijn goedkeuring en 'zegen' op het geweld zichtbaar. Neem de geschiedenis rond koning Amasia van Juda. In 2 Kronieken 25 lezen we, vanaf vers 11: "Amasja raapte al zijn moed bijeen en trok aan het hoofd van zijn leger op naar de Zoutvallei, waar hij tienduizend Seïrieten doodde. Tienduizend anderen, die de slag overleefden, werden door de Judeeërs gevangengenomen en meegevoerd naar de top van een rots. Daar werden ze naar beneden gegooid, zodat ze allemaal te pletter vielen." De overlevenden van de strijd, die zich overgegeven hadden, werden naar een hoge rots gebracht waar ze één voor één naar beneden geworpen werden. Tienduizend mensen werden op deze gruwelijke manier systematisch gedood. Toch lezen we nergens dat God de gruwelijke slachting zou afkeuren. Nee de Bijbel zegt over Amasja: 'Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER'. (En nee, dat hij later in afgoderij verviel en God hem daarvoor strafte, doet er niets aan af.) 10

Wij mensen hebben een ingeschapen rechtvaardigheidsgevoel dat geweld, publieke stenigingen en massaslachtingen afwijst. Niemand zal onbewogen naar de steniging van een meisje van 16 kunnen kijken – enkel een sociopaat of iemand met een extreem verhard hart kan dat. De rest zal in huilen uitbarsten en het meisje willen redden. De vraag is dan: hoe is het mogelijk dat wij nog genadiger zijn dan God?

Ik geloof niet dat de Schepper van dit universum minder rechtvaardigheidsgevoel heeft dan zijn schepselen. Als er een God is, dan heeft die ‘Echte God’ nooit opdracht gegeven tot zulke dingen. Ik weet momenteel heel zeker: de Bijbel klopt niet op dit punt, en als het wel zo is wil ik die God niet aanbidden.

Het hypocriete is echter dat veruit de meeste christenen zullen zeggen dat God de opdracht gaf tot de stenigingen, de brandstapels en het doden van kinderen en baby’s met een zwaard, simpelweg ‘omdat de Bijbel het zegt’ of ‘omdat God liefde is maar ook rechtvaardig is’, terwijl als ze een filmpje van een steniging in Saoedi-Arabië of onthoofding door IS op TV zien, ze ervan zullen gruwelen en zullen zeggen dat het duivels is, demonisch, satanisch. Al jarenlang heb ik moeite met deze tegenstrijdigheid, en ik kan die hypocrisie niet meer verdedigen. Het is een feit dat ons ‘heilige boek’ dingen in naam van God toont die zo afschuwelijk zijn dat als een mens ze zou doen, deze als een psychopaat zou worden gezien en levenslang de cel in zou gaan.

Laten we eerlijk zijn, hoe kunnen we als christenen verkondigen dat abortus een gruwel is omdat het leven heilig is en God een plan met ieder leven heeft, terwijl onze eigen God doorheen het hele OT miljoenen mensen op gruwelijke wijze doodde, zelfs baby’s en kinderen, en zelfs op talloze plaatsen dreigt met het doden van foetussen en het opwekken van miskramen als straf voor ongehoorzaamheid? Het klopt niet.

Verder blijkt uit het Oude Testament dat vrouwen weinig waard zijn. De ‘wet van God’ beschermt namelijk vooral mannen. Een paar kleine voorbeeldjes:

  • Als een man een vrouw ‘nam’ en ook de dochter van die vrouw, dan was dat een zonde. God gebood dat niet alleen de man gestraft moest worden, maar ook zijn twee vrouwen die hier niets aan konden doen moesten op de brandstapel (Leviticus 20:14). 11.1
  • Als een meisje tijdens de huwelijksnacht niet bloedde (wat ook helemaal niet altijd gebeurt, weten we tegenwoordig) dan was dit een bewijs dat ze geen maagd meer was en dus niks waard. De oplossing: stenigen! (Deuteronomium 22:20) 11.2
  • Mannen mochten van God meerdere vrouwen hebben – er is geen wet die dat verbood. Hoewel God koningen adviseerde hun aantal vrouwen te beperken, was er voor deze mannen geen enkele consequentie wanneer ze dit advies negeerden. Mensen als koning David en Salomo hadden zelfs een harem van honderden vrouwen. 11.3
  • Als God oproept hele dorpen of steden om te brengen zegt hij dat alle kinderen en vrouwen gedood moeten worden, maar vermeldt er specifiek bij dat de soldaten de jonge maagden uit zo’n jonge stad wel in leven mochten laten, voor henzelf (Numeri 31:17). Met andere woorden: ze werden seksslavinnen van de soldaten.           11.4
  • Vrouwelijke slaven waren sowieso vaak verkapte seksslavinnen. De Bijbel beveelt namelijk dat mannelijke slaven na zes jaar vrijgelaten moeten worden, de slaaf mocht dan vertrekken zonder iets te hoeven betalen – tenzij hij graag slaaf wilde blijven, dan mocht hij vrijwillig bij zijn meester blijven. Maar voor vrouwelijke slaven gold dat niet. Als Joodse mannen hun eigen dochter als slavin verkochten dan werden dat namelijk vooral seksslavinnen en het zou niet leuk voor de meester in kwestie zijn als hij zijn seksslavin na zes jaar zou verliezen! God gebiedt daarom dat vrouwelijke slavinnen alleen vrij mogen komen als de meester de slavin niet meer aantrekkelijk vindt, en dan moet er ook geld voor haar betaald worden (want ze is tenslotte gewoon een bezit). Hij mag haar dan nog wel aan zijn zoon geven, als die haar nog wel aantrekkelijk vindt. Mocht de meester ervoor kiezen nóg een vrouw erbij te nemen dan vindt God dat helemaal prima – een man moet tenslotte sex kunnen hebben met zoveel vrouwen als hij wil – maar dan is hij wel verplicht de eerste slavin gelijk te behandelen aan de nieuwe vrouw en, ook niet onbelangrijk: even vaak sex met haar te hebben (Exodus 21:7-11). 11.5
  • Mannen mochten vrouwelijke krijgsgevangen die ze aantrekkelijk vonden mee naar huis nemen en met haar naar bed gaan (ze moesten wel even officieel trouwen natuurlijk), en als de vrouw na een tijdje uit de smaak viel mochten ze haar gewoon weer laten gaan, geen probleem (Deut. 21:10). 11.6
  • Een man die iets onaangenaams in zijn vrouw ontdekte mocht van haar scheiden met een scheidbrief. Dat een vrouw zou kunnen scheiden omdat de man niet beviel was natuurlijk ondenkbaar. (Deuteronomium 24:1) 11.7

Voor bovenstaande zaken geldt dat we er gemakkelijk overheen lezen, maar neem eens de moeite om voor een moment je in te denken dat jij zo’n jonge meid was die na een oorlog als krijgsgevangene mee wordt genomen, met een wildvreemde het bed moet delen en daarna gedumpt wordt omdat hij je niet meer leuk vindt.

Toen ik mij recentelijk negatief had uitgesproken over de Nashville-verklaring (het christelijke statement tegen homoseksualiteit), zei iemand mij vol verontwaardiging dat ik als christen toch wel wist dat voor God het huwelijk heilig was, en dat Satan de maatschappij probeerde te beïnvloeden door het Bijbelse idee van het huwelijk te vernietigen. Ik vraag mij hardop af wélk ‘Bijbelse huwelijk’ we dan bedoelen. Iedere opmerking van christenen dat het Bijbelse huwelijk ‘...heilig is, een liefdevol eeuwig verbond, voor één man en één vrouw’, is compleet onzinnig. De seksuele moraal in de Bijbel is volledig op de bevrediging van mannen gericht: zij besloten wie er getrouwd werd, zij hadden hun vrouwen als bezit, zij mochten maagden op het oorlogsveld in bezit nemen, ze mochten knappe krijgsgevangen mee naar huis nemen maar ook weer dumpen als ze er klaar mee waren, ze mochten slavinnen kopen om seks mee te hebben zo lang ze die maar wel verzorgden, ze mochten tientallen tot honderden vrouwen hebben, enzovoorts. De enige heldere ‘Bijbelse moraal’ die ik zie is dat mannen seks mogen hebben zoveel ze willen (zo lang er maar getrouwd is) en dat vrouwen nauwelijks enig recht hebben zich daartegen te verzetten. Onze Westerse moderne moraal op gebied van liefde en seksualiteit is honderden malen beter dan die tijdens het schrikbewind van God in het Oude Testament waarin het huwelijk feitelijk niet meer was dan het recht van een man vrouwen te hebben.

Pas in het Nieuwe Testament is er zoiets als een heldere aansporing om maar één vrouw te hebben, je aan elkaar over te geven en elkaar trouw te blijven. De prachtige ‘huwelijkse moraal’ zoals christenen deze voordragen is dus alleen uit de Bijbel te destilleren door zéér eenzijdig teksten te citeren en een hele hoop andere teksten te negeren. 11.8

Kortom: sinds ik de Bijbel eerlijk begon te lezen, zijn mijn gedachten totaal veranderd.

Mijn zoektocht naar oplossingen
Een veelgehoord argument m.b.t. de 'gruwelteksten' is dat Gods gedachten hoger zijn dan de onze, en dat hij geen verantwoording hoeft af te leggen aan ons. Dit idee komt voort uit het (typische calvinistische) idee dat als God iets doet het per definitie rechtvaardig en goed is, ook als wij het met ons menselijke verstand niet begrijpen. Voor mij is dit echter altijd een zwak argument geweest. Jihadisten kunnen met hetzelfde argument zeggen dat het bij bosjes de keel doorsnijden van mensen helemaal niet amoreel is, maar dat Allahs wegen hoger zijn dan die van ons, en dat het rechtvaardig 'moet' zijn omdat Allah het opdraagt. Sterker nog: we kunnen met dezelfde logica ieder verwerpelijk religieus geschrift op aarde verdedigen, want er is geen toetssteen. Het is een cirkelredenering die de Bijbel per definitie buiten de kritiek plaatst, en het eigenlijke probleem wegredeneert: als God goed en rechtvaardig is, waarom gedraagt hij zich in het Oude Testament dan precies zoals heidense bloeddorstige goden doen wiens culten christenen als 'demonisch' bestempelen? 12

Eerst probeerde ik deze amorele en gruwelijke teksten te negeren, daarna heb ik jarenlang geprobeerd ze weg te redeneren. Eerst probeerde ik het op te lossen door te redeneren dat het Oude Verbond nou eenmaal ook niet Gods wil was en dat het Nieuwe Verbond dat Jezus bracht de échte aard van God laat zien. Toen deze oplossing niet toereikend bleek heb ik een rits boeken en studies over dit onderwerp gelezen (o.a. van Gregory Boyd, Bradley Jersak, Brian Zahnd, Michael Hardin, Dominic Crossan, Richard Rohr, etc.). Enige tijd geleden heb ik zélf nog een uitgebreide studie geschreven die het probleem ‘oploste’. Maar het bleef knagen. Want in werkelijkheid werd het probleem helemaal niet opgelost. Ik kwam tot de realisatie dat WELKE geweldige uitleg we ook mogen vinden, het een feit blijft dat God zich volgens het christendom blijkbaar verbindt aan een boek dat Hem ten dele wegzet als een gruwelijke wraakzuchtige oorlogsgod die bijna 3 miljoen mensen zonder genade afgeslacht heeft.

Kortom: mijn probleem is niet dat er geen theologische methodes en interpretaties zijn om de gruwelpassages weg te redeneren. Ik heb jaren geprobeerd op die manier mijn geloof in de Bijbel te repareren. Maar het werkelijke, eigenlijke probleem is dat het boek waarvan christenen beweren dat het Goddelijk is, het boek dat zij overal op aarde over grenzen smokkelen, dat ‘het woord van God’ zou zijn en waarvan men gelooft dat het een vehikel tot redding is, een bipolair Godsbeeld ondersteunt en per definitie mensen opzadelt met tegenstrijdige ideeën over God. Want iedereen die het boek in handen krijgt en ongekleurd leest, leest gewoon wat er staat: dat God al die moorden en gruwelen op zijn geweten heeft. We kunnen toch niet verwachten dat mensen overal op aarde eerst een studie van 150 kantjes lezen om te begrijpen dat de Bijbel eigenlijk niet bedoelt wat er staat?

Dit alles leidde bij mij tot de overtuiging dat de Bijbel niet onfeilbaar kon zijn. Ik kon nog wel geloven dat er inspiratie in de Bijbel zit, dat het flarden opvangt van de échte Goddelijke realiteit, maar het bevat zeker evenveel menselijke gedachten en projecties, zoals alle heilige boeken van alle religies op aarde die bevatten. 13

Het begon mij te dagen dat Einstein er niet ver naast zat toen hij zei dat hij geloofde dat er een God is, maar zich niet kon voorstellen dat die God de objecten van zijn schepping beloont en bestraft en een grillige wil heeft zoals een mens die heeft – ‘een God, kortweg, die alleen maar een weergave van de menselijke zwakheid is.’ Het Bijbelse Godsbeeld is een ‘antropomorfisme’ – net zoals de Grieken en Romeinen deden, schrijft de Bijbel allerhande volstrekt menselijke eigenschappen toe aan de onzichtbare God.

Volgens de Bijbel formeerde God de mens naar zijn beeld en gelijkenis, maar andersom is het evenwel waar: mensen formeerden God naar hun beeld en gelijkenis. En hoewel ik het jarenlang niet wilde zien en zelfs het tegendeel verdedigd heb, kwam ik erachter dat de Bijbel vol zit met zulke menselijke projecties.

Op de menselijke eigenschappen van de Bijbel zal ik dieper ingaan in het het volgende hoofdstuk: 'De menselijkheid van de Bijbel'.

 

COMMENTAAR

  1. De aard van de zonde en van de wet

Twee problemen in de opvattingen van Evenboer. Ten eerste ziet hij zonde als een fout die wel weer rechtgezet kan worden, maar niet als ‘opstand’; of ‘doel missen’. Er zijn verschillende Hebreeuwse woorden voor zonde. Naast ‘overtreden’ ook de twee betekenissen die ik net aangaf. Datzelfde vinden we ook bij het Grieks van het Nieuwe Testament. Dit is blijkbaar erg wezenlijk. Wanneer een zonde ‘het doel missen’ en ‘opstand’ tegen God betekent, is het begrijpelijk dat de ingreep tegen de zonde meer om het lijf heeft dan ‘bijsturen’ of ‘corrigeren’. Zonde is volgens de Bijbel een uitermate ernstige zaak en de zondaar kan als het ware zo zijn ziel aan de duivel verkopen, dat slechts de dood als optie overblijft. Zonde brengt de dood voort.

Het tweede punt betreft de aard van de wet. Overal in de Bijbelse geschiedenis zien we dat de strafmaat die in de wetten wordt aangevoerd een maximale strafmaat is. Daarvan kan om allerlei redenen worden afgeweken. Er moeten bijkomende redenen zijn om zo’n ingrijpende straf uit te voeren. Als je alleen de maximale strafmaat noemt, verteken je het beeld van de werkelijkheid. Verder zijn er altijd twee, en in geval van een doodstraf drie ooggetuigen nodig. Hoe moet je dat in de genoemde voorvallen voor elkaar krijgen? Ook in het Oude Testament zie je dat de wet de mens dient, niet de mens de wet, zoals Jezus dat in het Nieuwe Testament nadrukkelijk stelt.

 

  1. Genadeloosheid als rode draad van het O.T.

2.1 De rode draad van het Oude Testament is NIET dat alle volken moeten worden afgeslacht. Het gebeurde inderdaad dat volken werden verdreven en afgeslacht. Er bestaat zelfs het verschijnsel van de ‘ban’, die in de naam van God een aantal keren is toegepast. Maar er zijn lange perioden van vrede, er bestaan bondgenootschappen met andere volken, Israël is grotendeels omringd door broedervolken, er is samenwerking met andere naties, er is ruimte voor vreemdelingen in Israël, die ook speciale voorrechten krijgen en die onder dezelfde wet als de Israëlieten vallen. Het begrip ‘genadeloosheid’ is daarom onjuist. Er bestaat geen opdracht om alle vijanden, andersgezinden of afvalligen te doden. Als er een rode draad valt aan te wijzen in de hele Bijbel, dan bijvoorbeeld: schuld en vergeving, of ook: de immense liefde van God. Niet wraak en verdelging. Die komen voor, maar als uitzondering, niet als regel.

 

Evenboer wekt de indruk dat God bloeddorstig is en plezier heeft in de dood van mensen. Wat een contrast met Ezechiël 33: 11, ”Zo waar Ik leef, spreekt God, de Heer, de dood van een slecht mens geeft Me geen vreugde, Ik wil dat hij een andere weg inslaat en in leven blijft.” (Nieuwe Bijbel Vertaling). Er komen slachtpartijen voor in de Bijbel, maar moeten we die verklaren uit een zekere grilligheid of zelfs wraakzucht van God, of moeten we naar een andere verklaring zoeken, zoals de slechtheid van de mens, de toestand van de maatschappij in die tijd en de gruwelijkheid van de toenmalige gewoonten/oorlogen?

Verder is het van belang dat een Jood of Christen best grote vraagtekens bij gruwelijkheden uit de Bijbel kan zetten, zonder dat zijn geloof daardoor verzwakt. Dat is geoorloofd. Net zoals Abraham dat deed, toen hij pleitte voor Sodom en Gomorra. Op grond van een verkeerd verstaan van de Bijbel, schept Evenboer een geheel eigen negatief godsbeeld, en gaat daar dan op schieten. Hij schiet op een gedachtenspinsel.

 

2.2 In het geval van de aanhaling uit Ezechiël 9 nog een bijzonderheid. Dit betreft een visioen, niet over vreemde volken, maar over Israël. Het is geen verslag van een gebeuren en zeker geen opdracht of aansporing tot geweld aan de toehoorders van de profeet. Dit visioen toont aan de ballingen in Babel de afdwaling van het volk Israël en roept op tot boete en bekering.

 

  1. Vijanden liefhebben: onbekend in het O.T?

Zo overtuigd als Evenboer eerst Bijbel en geloof verdedigde, zo krachtig gaat hij er nu tegenin. Maar te overtrokken. Hij gebruikt veel en graag te sterke bewoordingen. De God van liefde en de opdracht om ook anderen dan de eigen groep lief te hebben zouden niet bestaan in het Oude Testament. Maar ongeveer alles wat in het Nieuwe Testament aan principes staat, ligt van eeuwigheid al verankerd in de Boeken van Mozes – bij deze gangbare Joodse opvatting sluit ik me aan. De waarheid is eeuwig, en omdat halve waarheden leugens zijn, heeft God vanaf het begin de volle waarheid doorgegeven. Daar vinden we voldoende van in het Oude Testament.  

 

Zouden we echt als Christenen, of eerder al als Joden, alle ‘anderen’ als vijanden moeten beschouwen? Er klopt geen biet van de opinie van Evenboer. Deuteronomium 10: 18,19. “Hij... neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte.” De schoonvader van Mozes was een vreemdeling uit Midian, maar gaf hem bijzonder waardevolle adviezen (Exodus 18). Melchisedek, de koning van Jeruzalem, en Abimelech, de koning van Gerar, worden met ere genoemd. (O.a. Genesis 14, 20 en 21). En Amos 9: 7. “Zijn jullie voor Mij soms meer dan de Nubiërs, Israël? – spreekt de Heer. Ik heb jullie uit Egypte weggeleid, maar ook de Filistijnen uit Kreta en de Arameeërs uit Kir.” David wil volgens de Psalmen geregeld God grootmaken te midden van en samen met ‘de volken’. Het geloof van Ruth, de Moabitische, wordt aan allen ten voorbeeld gesteld. Cyrus, de koning van Perzië, is een dienaar van God. Deze lijst valt enorm aan te vullen. God accepteert andere volken en heeft hen net zo lief als de Israëlieten.

 

Haat en wraak zijn – ook in het O.T. - meer uitzondering dan regel. Maar ze betreffen een aantal ingrijpende gebeurtenissen die veel aandacht krijgen. Dit leert ons meer over de kenmerken van oude tijden dan over het wezen van God. Opvallend is de dood van 70.000 mensen door de pest in de tijd van David. Interessant is dat David ongeveer dezelfde vraag stelt als Evenboer: “... maar deze schapen, wat hebben zijn gedaan?” (2 Samuël 24: 17) Daar komt niet direct een antwoord op. Onze criticus stelt: Dit toont de wraakzucht van God aan. Maar ook in onze tijd kan de fout van een bestuurder onschuldige onderdanen het leven kosten. Blijkbaar heeft David - en hebben miljoenen anderen - een andere conclusie getrokken dan de schrijver doet. Hij stelt: dit is wraakzucht, als enige mogelijkheid. Zijn vraag is prima, zijn antwoord is erg vooringenomen. Er is blijkbaar nog iets meer aan de hand in deze geschiedenis dan boosheid van God over David, die getemperd moest worden door de dood van mensen. Maar wat? Ik wil die vraag even laten staan, omdat de antwoorden erop velerlei kunnen zijn.

 

En dat onhandelbare ‘kind’ dan? Zou dat ook een ‘kind’ van bijvoorbeeld veertig jaar oud kunnen zijn, een rebel, iemand die maatschappelijk onhoudbaar is? Heeft Evenboer die wet misschien niet begrepen?

 

  1. Heeft Jefta zijn dochter vermoord?

Nergens staat vermeld dat de dochter van Jefta gedood is. (Richteren 11) Dat is een veronderstelling. Een offer betekent niet altijd: slachten of dood maken. Het kan een meer spirituele betekenis hebben. Maar Jefta was in veel opzichten gewelddadig. Daarin wordt hij niet tot een voorbeeld voor anderen gesteld. Er is zeker een vraag die overblijft. Waarom greep God niet in? Die vraag kan iedereen wel dagelijks stellen. Waarom tiert het kwaad voort?

 

  1. Het gouden kalf en de straf die volgde

Waar gaat het om, bij de straf die volgt op het maken en aanbidden van het gouden kalf? Evenboer stelt dat de dood van 3000 mensen ten onrechte was. Hij lijkt niet te beseffen dat het volksbestaan van Israël op het spel stond. Hij doet alsof het moedwillig verlaten van God een kleinigheidje is en dat de straf buitensporig is. Zonder God is er geen leven. Het volk verliet God, en koos daarmee zelf voor de dood. Ze wisten het, ze waren gewaarschuwd en hadden geen excuus.

 

  1. Geen God van genade

God heeft zichzelf bekend gemaakt als een genadige God. Tientallen voorbeelden geeft de Bijbel daarvan. Kun je op grond van het feit dat wij, die de juiste omstandigheden en proporties van allerlei Bijbelse gebeurtenissen niet kennen, het tegendeel daarvan beweren? Als het recht moet worden toegepast, is er altijd een strafmaat, zonder aanzien des persoons. Dat gebeurde in het gegeven voorbeeld. Maar kun je dan daaruit opmaken dat God van ons vraagt om in sommige gevallen onze eigen kinderen te doden? Die conclusie werd nooit in Bijbelse tijden uit het gebeuren bij de berg Horeb getrokken. Evenboer gebruikt allerlei veronderstelling. Op grond van het feit: “Ik zou dat anders doen,” (over een situatie die wij niet kennen) concludeert hij dat de God van de Bijbel geen genade kent en heel veel fout doet. Hij bestrijdt zijn eigen gedrochtelijke ideeën. Ik ben het helemaal met hem eens – alleen heeft zijn overdrijving hoegenaamd niets te maken met het behandelde gedeelte uit de Bijbel en nog minder met ons geloof.

 

  1. Steniging als straf etc.
    1. Steniging komt voor in de Bijbel. Maar het was geen vaak voorkomende straf, eerder een grote uitzondering. Die straf is gruwelijk, maar dat zijn veel straffen. Het moderne recht bestond toen nergens op aarde. Maar om daar een basisstraf oin te zien is een bewijs van onbegrip. (Let erop dat de straffen in de Boeken van Mozes een maximale strafmaat aangeven, niet de enige onontkoombare strafmaat). Door die overdrijving is de mening van Evenboer hier nauwelijks au sérieux te nemen. (Maar die maximale strafmaat geeft wel de zwaarte van het vergrijp aan.)
    2. De auteur noemt meerdere straffen, zoals de vernietiging van een vijandig leger dat Israël zonder goede reden aanviel en het volk wilde vernietigen. Het was de ene of de andere groep die zwaar moest lijden. Als je moordenaars hun gang laat gaan, lijkt dat misschien wel erg aardig, maar je spaart geen levens, je veroorzaakt misschien zelfs de dood van nog veel meer mensen. Ook op dit punt verwerp ik de argumenten van Evenboer. Veel geschiedenissen zijn gruwelijk. Ook als je de krant leest kom je veel ellende tegen. Dat leert ons iets over de mens. Maar wat kun je daaruit over God concluderen?

 

  1. Driftbuien van God?

Opnieuw concludeert Evenboer iets vanuit het ongerijmde, dat wil zeggen vanuit wat er niet staat en wat niet logisch uit een bepaalde Bijbelse geschiedenis blijkt. In dit geval haalt de criticaster van het Christelijke geloof aan dat er ‘vaak’ (in feite heel af en toe) slachtingen werden aangericht onder het volk Israël, waarbij niet altijd duidelijk is waarom hun wandaad zo zwaar woog. Maar als iets niet vermeld staat, kun je weinig concluderen en zeker niet dat God wispelturig en wreed is en last heeft van driftbuien. Zegt de auteur hier niet: Omdat God niet is zoals ik dat eis en bepaalde verhalen niet vertellen wat ik had willen horen, is God ‘dus’ fout. Die redenering deugt niet. Hij gaat uit van zijn eigen inzicht en verwerpt alles wat anders is dan hij had gewild...

 

Dat komt goed naar voren in de geschiedenis van de ark in Beth-Semes. In hun vreugde ging er een kleinigheidje fout, volgens de kritiek. Daarop richt God een slachting aan onder die dankbare en vrome mensen. Je vindt dat in 1 Samuël 6. Klopt dat? Ten eerste was de ark een tijdje bij de Filistijnen geweest door het ongeloof in Israël. Ten tweede golden er stringente regels voor het vervoer van de ark – die geheel verwaarloosd werden. Ook dat duidt op een grote laatdunkendheid van de mensen. Ze stelden hun eigen regels, en dat is een vorm van ongeloof. Dus ook hier geldt: het geloof in de God van Israël was in het geding en daarmee het hele volksbestaan. Je kunt geen spelletje met God en het heilige spelen. Hoewel de mensen van Beth-Semes wisten van de macht en heiligheid van God - al was het maar door wat zich onder de Filistijnen met de ark had afgespeeld - handelden ze niet in geloof. Ze plaatsten zich zo boven God.

 

  1. God als Satan, onredelijk en manipulatief

Het lijkt wel alsof Evenboer met zeer verengde blik kijkt naar de bijbel en het geloof. In deze uitspraken is hij bezig te beledigen en het geloof van anderen belachelijk te maken, alsof hij zich genoodzaakt voelt om zijn irritatie op buitensporige wijze lucht te geven. Hij weet heel goed dat zijn uitspraken als godslasterlijk gelden onder Christenen. Hier is hij bezig te trappen en stuk te maken, maar buiten alle redelijkheid om. Zijn denkfouten zijn tweeërlei.

9.1 Ten eerste stelt hij, tegen alle Bijbelse getuigenissen in, dat het God er voornamelijk om gaat af te slachten en te vernietigen. Alsof er geen eredienst in de tempel bestond en geen feestdagen van Israël. Alsof er geen Psalmen zijn. En dat terwijl de Bijbel God als Redder voorstelt en niet als vernietiger. Alsof God zijn goedheid niet aan de hele mensheid zou tonen. Het wangedrocht, dat zich in het denken van Evenboer heeft gevormd, heeft meer met de duivel dan met de God van de Bijbel te maken, maar dat zegt totaal niets over de ware God. Dat zegt iets over iemand, die zich heeft mee laten sleuren door zijn eigen fantasie.

9.2 Nog 5x trekt onze criticaster verregaande en foutieve conclusies over God. Al deze conclusies komen op hetzelfde neer. De God van de Bijbel is fout, maar dat stoelt dan op allerlei vooronderstellingen die weinig of niets met de Bijbel te maken hebben.

  1. a.v. Psalm 2. Daarin ziet Evenboer een gevaarlijke God, die om kleinigheden ontploft van woede. Maar waar gaat het hier om? Om het miskennen van de macht van de Grote Koning, dus een daad van rebellie. De verwerping van de ware God in het Koninkrijk der hemelen is in feite hetzelfde als het verwerpen van het leven. Niet zo gering dus.
  2. God straft mensen om onbenullige foutjes, soms zelfs met de dood. Ook hier weer een miskenning van de diepte van de zonde en de reikwijdte ervan in de aangehaalde voorvallen.
  3. De God van de Bijbel is manipulatief en ‘drammerig als een kleuter’, oftewel, hij speelt een wreed spelletje met de mensen, ook al noemt Hij zichzelf in Exodus 34: 6 liefdevol, genadig, geduldig e.a. Waarop baseert Evenboer dat? Op een uitspraak van God dat wanneer het volk Hem niet wil volgen, Hij niet wil meegaan. Dat zou voor ieder immers het einde betekenen? Moedwillige Godsverlating en verzet tegen Hem, het Leven zelf. Uiteindelijk staat daarop de straf van de dood. Zonde is het losstaan van God. Dat is een soort zelfmoord. Net als met zelfmoord kun je niet zeggen: ‘Laat die mensen gaan. Als het niet bevalt, stoppen ze er vanzelf mee...’ Dat is pas onbarmhartig, grillig of laaghartig.
  4. In dit verband wordt God ook als ‘humeurig’ geschilderd. Om die reden zouden mensen dan hun sieraden af hebben gedaan. Of was dat omdat er verdriet en berouw was? Heeft die daad meer met de mens dan met ‘het humeur’ van God te maken? De schrijver probeert alles donker en negatief uit te leggen, om zichzelf als moreel superieur voor te stellen.
  5. Uiteindelijk komt de schrijver tot de slotsom dat hijzelf veel genadiger is dan God. Daar verzint hij een verhaaltje bij als ‘bewijs’. Er zou een meisje van 16 worden gestenigd. God vindt dat nodig, maar Evenboer speelt voor sint Joris, met God als zijn draak. Maar dat meisje bestaat niet. Niet bestaande zaken bewijzen niets, noch over de menslievendheid van Evenboer, noch over het karakter van God.

 

       10. Slachtpartijen onder Jozua en Amazia (Amasja)

Onder Jozua werden volken verdreven en zelfs uitgeroeid toen Israël in het Beloofde Land kwam. “Zo maar,” verklaart Evenboer. “Om hun “gruwelijke zonden,” zegt de Bijbel. (O.a. mensenoffers waren heel gebruikelijk onder de volken in het Midden-Oosten.) Of dat nu nog zou kunnen gebeuren? Er bestaat geen enkele opdracht toe. Of het in onze moderne ogen te verdedigen valt? Nee, natuurlijk. Of we daarachter moeten staan? Waarom? Of dat iets zegt over een slecht of grillig karakter van God? Niet met de verklaring van de Bijbel, wel met het door Evenboer geschapen Godsbeeld.

 

In Kronieken lezen we van de slachting in de Zoutvallei. Ook weer een gruwelijk verhaal. Maar moeten wij, in onze tijd, kritiek hebben op de executie van S.S.-ers na de Tweede Wereldoorlog? Die bestonden om terreur uit te oefenen en te moorden. Het leger van Edom was opgetrokken tegen Israël om tallozen te doden. Is het dan vreemd dat ze worden omgebracht? De gebruiken in die tijden waren gruwelijk. Maar om aan God wraakzucht en boosaardigheid te verwijten aan de hand van deze geschiedenis is ver gezocht.

       11  Over wetten voor huwelijk en seksualiteit

Een heel aantal punten van kritiek gaan over allerlei zaken op het gebied van huwelijk en seksualiteit, de positie van de vrouw en dergelijke. Hij probeert op dit punt snel te ‘scoren’, zonder het terrein goed verkend te hebben.

  1. Leviticus 20: 14 gaat over perversiteit, niet over twee vrouwen die tegen hun schuld in een gedwongen situatie verkeren, zoals Evenboer lijkt te veronderstellen. Perversiteit kwam veel voor bij de omringende volken. Door zulke uitwassen werd Israël van God weggetrokken en verloor ze haar bestaansrecht. Wat de strafmaat betreft: dit is de maximale straf.
  2. Opnieuw: maximale strafmaat. Het gaat hier – in het ernstigste geval – om een vrouw die een aanwijsbaar immoreel leven leidde. Dat betekent: iemand die een maatschappelijk gevaar opleverde. Dat moeten we niet vergelijken met onze huidige maatschappij waarin morele normen een ondergeschikte rol spelen (alsof dat de maatstaf van alle dingen is en het einde van alle discussie). Ook dit zegt niets over God, behalve dan dat Hij heilig is en heiligheid onder de mensen zoekt. Bovendien, waar zul je voor zoiets drie getuigen vinden?
  3. De vele vrouwen (niet honderden) van David, en de zeer vele vrouwen van Salomo waren een valstrik voor hen. Dat blijkt het sterkste bij Salomo. De splitsing van het land na zijn dood heeft daarmee te maken. Het Oude Testament kent het ideaal van een huwelijk tussen één man en één vrouw. Dat komt al aan de orde met de schepping en het komt weer sterk op de voorgrond bij de profeet Maleachi. Veelwijverij was blijkbaar ‘bij toelating’ van God, maar niet goed.
  4. Het woord seksslaven, of een woord van gelijke strekking, komt niet voor in de Bijbel. Dat verschijnsel bestond in Israël niet. De vrouw die uit een vijandelijk volk was geroofd, kreeg een wettelijke bescherming volgens de Bijbel. Evenboer trekt conclusies vanuit zijn eigen onbegrip. Ik grijp even naar de diepgaande studie van dr. B. Maarsingh: “Het huwelijk in het oude Testament” (Baarn, 1963) Hij schrijft: “Deut. 21: 10-14 geeft voorschriften ten aanzien van een krijgsgevangen vrouw. ... Zulk een vrouw mag niet als een speelbal beschouwd worden.” “Een Israëliet... mag haar niet verkrachten. Integendeel, hij moet haar, indien hij een welgevallen in haar heeft, naar zijn eigen huis brengen, zonder haar iets te doen. Daarna moet zij bepaalde rituele handelingen ondergaan...” Tot slot is ze de wettige echtgenote van de man, met alle wettelijke rechten en plichten van dien, en ze heeft geen lagere status. (Aldus Maarsingh, pag. 58/9) Dit is zo ongeveer het tegenovergestelde van wat Evenboer beweert. De Bijbel is humaan. Juist in dit geval van vrouwen uit overwonnen volken zie je iets van God: namelijk recht en liefde.
  5. De situatie van slavinnen. Waren zij, in een aantal gevallen, rechteloze personen en seksslaven? Maar Evenboer heeft de betekenis van Exodus 21: 7-11 niet goed begrepen. Ten eerste is het woord seksslaaf, net als bij punt 12.4 verkeerd. Ze heeft, zoals de tekst vermeldt, veel rechten. Ze mag niet aan buitenlanders verkocht worden. Ze heeft recht op kleding, voeding en in feite wordt ze een verliespost voor haar eigenaar wanneer je het vanuit het economische perspectief bekijkt. Die eigenaar heeft uiteindelijk ‘trouweloos tegen haar gehandeld’. Indien hij haar voor zijn zoon heeft bestemd, dan moet dat volgens het ‘recht van de dochters’, dat wil zeggen, dan moest hij zelf van haar afblijven. Dan wordt ze als maagd aan zijn zoon gegeven. De situatie van de vrouwen was niet altijd rooskleurig, maar aan dit onrecht wordt in de Bijbel nadrukkelijk paal en perk gesteld – wat Evenboer schijnt te ontgaan.
  6. Zelfde redenering als bij punt 12.5. De kritiek is voor een groot deel ten onrechte. Deut. 21: 10 – 14 geeft juist bescherming. Geen seksslavin. Een volle maand moet de ‘eigenaar’ van die vrouw afblijven. Bovendien veronderstelt Evenboer dat ze een bijvrouw is, maar dat is niet gezegd. De meeste huwelijken waren tussen een man en een vrouw – en hier wordt over een wettig huwelijk gesproken. Dus weliswaar geen gelijke rechten, maar wel rechten. Geen status van slavin maar van echtgenote. Hij kon haar dus ook niet rechteloos zomaar ‘laten gaan’. Evenboer schiet op spoken.
  7. Een man mag wel, een vrouw mag niet scheiden, stelt Evenboer. Dat staat niet in de aangegeven tekst. Zijn bewijs is dus gebaseerd op zijn persoonlijke opvattingen. Dat vrouwen ook konden scheiden, of minstens weglopen bij hun man, zie je bijvoorbeeld in de geschiedenis van de weggelopen bijvrouw uit Richteren 19.
  8. “De seksuele moraal van de bijbel is volledig gericht op de seksuele bevrediging van mannen.” (1) Daarom, meent Evenboer, bestaat er geen standaard Bijbelse huwelijksleer. (2) Beide opmerkingen deugen niet. Als er een religie in de wereld is die de mannelijke seksualiteit aan banden legt, dan de Joodse, vanuit de Bijbel. Wassingen na de seksuele daad, geen toegang tot de Joodse feesten of het brengen van offers na de seksuele daad en dergelijke. Verder ook de enorme nadruk op maagdelijk het huwelijk ingaan. Dus de eerste opmerking van Evenboer klopt van geen kanten. De tweede gaat over een Bijbelse huwelijksstandaard. Die bestaat wel degelijk, al vanaf de schepping. “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn.” Hij heeft gelijk dat die standaard vaak opzij werd geschoven. Dat gebeurde alle eeuwen door. Maar die standaard bestaat wel degelijk.

         12. Een wraakzuchtige stamgod

De God van de Bijbel is niet anders dan de bloeddorstige goden van de omringende volken van Israël in de oudheid.  Dus is Hij daaraan gelijkte schakelen. Zeg niet dat er een hogere wijsheid achter Gods handelen verscholen ligt, want dan ben je bezig met een cirkelredenering. Maar wie zit verstrikt in een cirkelredenering? Is dat misschien de criticaster zelf? Hij creëert een eigen godsbeeld. Dan stelt hij dat bepaalde gruwelijke geschiedenissen aantonen dat de God van de Bijbel bloeddorstig is. Dat zijn andere afgoden ook, dus zit er geen wezenlijk verschil tussen al die goden. ‘Dus” moet je – als je een klein beetje verstand hebt, de God van de Bijbel verwerpen. Maar de door Evenboer getekende godheid is NIET de God van de Bijbel. Hij is wezenlijk anders dan de goden van de andere volken. Hij is goed, rechtvaardig en liefdevol. Maar al die slachtpartijen dan? A. Dat heb ik verklaard als een van de grote ondeugden van de mens. Dat zegt iets over de mens. God grijpt niet of niet altijd in, in deze ontwikkeling. Als Hij definitief ingrijpt, zal Hij de kleine en de grote zonde (in onze optiek) beide aanpakken. Een tweede verklaring ligt in de vernietigende aard van de zonde. Soms moet zeer drastisch worden ingegrepen, om bijvoorbeeld het volksbestaan van Israël veilig te stellen, of door de grote schade die bepaalde zonden aanrichten. Maar dat schakelt God niet gelijk aan stamgoden.

 

         13. Inspiratie of onfeilbaarheid?

Ten aanzien van zijn kijk op de Bijbel haalt Evenboer een aantal verschillende begrippen door elkaar: inspiratie en onfeilbaarheid. Inspiratie kun je niet bewijzen. Dat is een geloofszaak. Onfeilbaarheid is iets anders. Deze term wordt in de theologie gewoonlijk niet op de Bijbel toegepast, ook niet door behoudende theologen. Dan wordt er op zijn minst iets bij gezegd. Die onfeilbaarheid betreft alleen de zaken die het geloof aangaan. Is de betrouwbaarheid (een betere omschrijving!) van de Bijbel ongedaan gemaakt door de kritiek van Evenboer? Op geen enkele wijze. Je kunt zeggen dat er veel doden vallen in het Oude Testament. Je treft daar een patriarchale samenleving aan. Je kunt sommige dingen lastig, verwerpelijk of onredelijk vinden. Maar daarom is de Bijbel nog altijd correct; je hebt althans niet aangetoond dat de Bijbel ‘niet klopt’. Hoe wil je de inspiratie van de Bijbel bewijzen? Je kunt hooguit de bijzondere samenhang van de Bijbelse boodschap, verdeeld over 66 boeken, bewonderen.

 

Alles tezamen is mijn weerwoord op dit artikel van Evenboer: Hij schept een ideaalbeeld van God, waaraan de bijbel niet voldoet, en concludeert daaruit dat de Bijbel niet klopt. Ik stel dat het zelfgemaakte godsbeeld van Evenboer niet deugt. Verder wil hij al het gruwelijke uit de Bijbel verbannen. Waarom? Dat is nu net de realiteit. (Tot vandaag de dag.) Tot hiertoe is de poging van Evenboer om geloof en Bijbel in diskrediet te brengen niet geslaagd.

 

Bram Krol

29/07’20