HET GOEDE RECHT VAN HET CHRISTELIJKE GELOOF
De kritiek van Tjarko Evenboer weerlegd - 8
Tjarko Evenboer werd in Christelijke kring bekend door zijn boek over de zondvloed en de zondvloedverhalen die je overal op aarde in de tradities van landen en stammen tegenkomt. “De wereldwijde vloed” bracht veel nieuws. Toen, tot verbazing van tallozen, brak hij met het Christelijke geloof. Deze stap was eerlijk voor hemzelf. Hij weigerde te doen alsof – en dat valt in hem te waarderen. Hij schreef een uitgebreide verklaring voor die stap, in 11 grote artikelen. Maar kloppen zijn argumenten?
Ik publiceer wat hij zelf op zijn site heeft gezet (www.dewereldwijdevloed.nl), maar voeg daar een aantal noten aan toe waarin ik uitspraken van Evenboer bekritiseer. Ik behandel zijn artikelen zoals die tot 10 juli 2020 op zijn site stonden. Latere aanvullingen laat ik hier buiten beschouwing.
Mijn commentaar staat in blauwe letters onderaan.
A.J. Krol
_______________________________________________
WAAROM IK HET CHRISTELIJK GELOOF VERLAAT
8. GOD MOET GROTER ZIJN RELIGIE
De zaken die ik in de voorgaande hoofdstukken heb beschreven, hebben mij tot de conclusie gebracht dat alle religies menselijk van aard zijn. Het zijn pogingen van mensen om het mysterie van 'God' naar hun beste weten te ordenen en systematiseren. Het christendom ook. En ik denk dat alle religies flarden van het goddelijke opvangen. Ik denk dat als er echt een God is, deze universeel bij mensen betrokken moet zijn en ieder mens ontmoet waar hij of zij is – ook al zien zij de werkelijkheid niet perfect. Want geen mens kent de werkelijkheid perfect.
Ik vind de christelijke gedachte steeds absurder dat God – de schepper van alles, die alles in allen is en heel het universum in zijn hand houdt – wil dat mensen tijdens hun korte leven op aarde in aanraking komen met de Bijbel (een moeilijk boek waar je voor doorgeleerd moet hebben om de zin van de onzin te scheiden en waar je de juiste historische context, grondtekstvertaling en OT-achtergrondinfo voor nodig hebt om te begrijpen; een boek zo ondoorzichtig dat er alleen al binnen het christendom 40.000 denominaties zijn die er allemaal anders over denken) en dan in dat oude boek moeten lezen wat de ‘waarheid’ is (waarover ze het vervolgens allemaal oneens zijn) en daar hun amen op moeten geven om gered te worden voor het hiernamaals. Als er echt een God is, dan is deze betrokken bij allen die een open hart hebben, ongeacht hun geestelijke staat of gebrekkige inzichten over Hem. Een echte God kan prima omgaan met het feit dat mensen de werkelijkheid (nog) niet ten volle zien, want géén mens heeft de volle kennis. 1
Ik denk dat ‘God’ – om nog even de christelijke term ervoor te gebruiken – overal ter wereld tot mensen spreekt, mensen leidt, mensen helpt, en dat de stem van God in alle mensen aanwezig is, en dat de scheidslijn van wel/niet christen zijn een vals criterium is. Dat verklaart ook waarom spirituele ervaringen en het krijgen van voorspellende dromen universeel voorkomen (daarover later meer). Ik denk dat het werkelijk waar is dat alle religies ten dele God zien, zoals blinden die allemaal rondom een olifant staan en op hun tast beschrijven hoe de olifant is. De een voelt de slurf en beschrijft de slurf, de tweede voelt de poten en beschrijft de poten... en ze zijn het vervolgens oneens met elkaar over hoe de olifant eruitziet, omdat ze niet doorhebben dat de olifant vele malen groter is dan het kleine stukje wat zij voelen.
Ik weet dat dit wat ik nu zeg compleet in strijd is met datgene wat ik in mijn eigen boeken verkondigd heb. In 'De Wereldwijde Vloed' reconstrueerde ik de wereldgeschiedenis vanuit het paradigma dat alle religies vervaagde herinneringen zijn aan een oorspronkelijke kennis van God, die onze verre voorouders ooit kenden. De Bijbel zag ik als de meest authentieke verslaglegging van die kennis. Hoewel ik dat destijds met de beste bedoelingen schreef, zie ik nu dat het een omdraaiing van de werkelijkheid is. Het christendom is niet de waarheid, en de Bijbel bevat zeker niet de meest betrouwbare weergave van de 'goddelijke werkelijkheid'. Het christendom is één van de vele pogingen van mensen om God te begrijpen.
Ik denk dat alle religie in feite menselijke gedachten over het Goddelijke omvat. En ik de plek waar je God kunt vinden is niet in een boek, maar in je eigen binnenste, in je eigen geest, in jezelf. Daar bevindt het goddelijke bewustzijn zich, waar wij allemaal deel van uitmaken. 2
Het idee van een ‘goddelijke geest’ in alle religies
Christenen belijden dat God ‘Geest’ is. Als dat zo is, dan is God niet een optelsom van leringen of woorden, maar een realiteit. De enige plek waar je die realiteit kunt ervaren is dan in je eigen geest. Niet in boeken, niet in rituelen, niet in verstandelijke dogma’s over wat wel en niet ‘waar’ is. Enkel en alleen in onszelf. En precies dát idee zien we terug in alle religies en spirituele stromingen.
We zien het terug in de Bijbel. Volgens Genesis heeft God zijn adem (geest) in het binnenste van de mens geblazen. Ook in het Nieuwe Testament zien we de boodschap doorschemeren dat het tijdperk van tempels en rituelen voorbij was en dat mensen God in realiteit kunnen gaan ervaren via hun geest. Jezus zou zelfs gezegd hebben dat koninkrijk van God niet op aarde aanbreekt op een bepaald moment of op een bepaalde plek, maar dat het koninkrijk zich in het binnenste van de mens bevindt (Lucas 17:21). Ook zei Jezus dat een gelovige in de ‘volle werkelijkheid’ geleid moest worden, niet door het bestuderen van heilige boeken, maar door de ‘Geest van God’.
We zien ditzelfde idee terug in andere religies. Bijzonder genoeg lijkt de kern van wat zij leren hetzelfde:
- Hindoes geloven dat de mens een geest heeft, die eeuwig is (atman). Deze menselijke geest is echter één substantie met de Goddelijke Geest van de schepper (brahman). Ieder mens is dus deel van het bewustzijn van God, maar weet dat vaak niet door alle aardse en vleselijke dingen. Het doel in het leven is om de gedachten te vernieuwen naar dat de menselijke geest één is met die van God, zodat we dienovereenkomstig mogen gaan wandelen in licht, liefde en zuiverheid.
- Boeddhisten geloven dat de mens door o.a. meditatie, gebed en het afleggen van aardse beslommeringen connectie kan leren maken met de ware goddelijke kern in haar binnenste.
- Taoïsten geloven dat de mens een goddelijke energie in haar binnenste heeft, ‘chi’ genaamd, en dat het laten stromen van die energie door onder andere ademhalingstechniek en meditatie genezend en herstellend is, omdat het alle verstoppingen in de mens wegneemt. Het doel van alles is vanuit de ‘chi’ te leren leven.
- Het Soefisme leert dat het binnenste van de mens onlosmakelijk verbonden met God is, en dat de mens door meditatieve levenswijze en door het sterven aan het eigen ego contact leert maken met de liefde van God binnenin en zo met Hem kan versmelten.
Bovenstaande dingen lijken allemaal sterk op hoe de Bijbel spreekt over ‘je denken vernieuwen naar de goddelijke natuur’ die je hebt gekregen. Onze werkelijke goddelijke identiteit is in ons.
Ik denk momenteel oprecht dat dat wat de Bijbel de ‘Geest van God’ noemt, de universele geest van God in de mensheid is. Dat het een Goddelijk bewustzijn is waar we als mensen deel van zijn, of we het nou doorhebben of niet. De Geest/aanwezigheid van God is dus niet beperkt tot christenen – overal ter wereld hebben mensen dit ervaren en daarom zijn overal (gebrekkige) religies ontstaan die deze ervaring beschrijven. Het christendom is er één van.
De Perzische Soefi-mysticus Jalal ad-Din Rumi schreef in de 13e eeuw: 'Kruis en christenen heb ik grondig onderzocht, maar Hij was niet aan het kruis. Ik ging naar een Hindoetempel, naar de oude pagode; in geen ervan was er een teken. Naar de hooglanden van Herat ging ik en naar Kandahar, ik keek; Hij was niet op de hoogten of in de laaglanden. Ik ging te voet naar de Kaba in Mekka, maar Hij was er niet. Toen keek ik in mijn eigen hart, en daarbinnen, dáár was Zijn woning, daar zag ik Hem. God was nergens anders.”
Ik heb zelf na een lange weg van 20 jaar christendom moeten ontdekken dat de oplossing voor mijn problemen niet extern te vinden was maar intern, dat ik juist alles moest loslaten en contact met mijn eigen binnenste moest maken. Ik heb met behoorlijk wat mentale problemen gekampt die voortkwamen uit het feit dat ik jarenlang leefde vanuit een verstandelijke religieuze brainwash. Gelukkig heb ik uiteindelijk ook ervaren hoe bevrijdend het is dit alles los te laten en te gaan leven vanuit mijn binnenste (ik zal later wat dieper ingaan op mijn persoonlijke worstelingen). Ik ontdekte dat theologie en verstandelijke leringen alleen maar ballast werden - alles wat ik nodig had, zat al die tijd al in mijn eigen binnenste. 3
Ik vind het verbazend dat (als je de menselijke verschillen tussen de religies wegdenkt) ze allemaal hetzelfde lijken te vertellen: dat we als mens moeten leren connectie te maken met ons eigen binnenste, waar de universele God zich bevindt. Hoewel religies en spirituele stromingen het per cultuur anders noemen, spreken ze allemaal over die oneindige God/Goddelijk bewustzijn/bron van het universum die groter is dan wat we ook denken, uit wie we voortkomen, die één is met de schepping, en met wie je contact kunt krijgen via je eigen binnenste.
Daarnaast bevatten talloze religies en spirituele stromingen het idee dat er een andere, hogere, 'perfecte' werkelijkheid is, en een aardse, vergankelijke werkelijkheid. De perfecte werkelijkheid wordt vaak gezien als goddelijk, eeuwig en volledig in harmonie. Ik verkondigde vaak het idee dat de hemelse realiteit perfect was, en dat deze 'manifest' moet worden in onze aardse realiteit. Maar feitelijk bestond dit idee al ver voor het christendom aanving. Het is zelfs een van de pijlers van de filosofie van Plato zoals hij deze weergaf in zijn 'allegorie van de grot': de mens zit gevangen in een aardse, vergankelijke realiteit, maar de ziel/geest van de mens behoort tot de perfecte, eeuwige realiteit. Door bewust te worden daarvan kunnen we de gevangenis van het aardse van ons afschudden en gaan leven uit de hogere realiteit, die zich buiten tijd en ruimte bevindt.
Ik denk bovendien dat wereldwijde visies over het goddelijke elkaar aanvullen. Zo kent het christendom vooral een vermenselijkt beeld van God, met allerhande menselijke metaforen (God als vader, schepper, echtgenoot, rechter, etcetera), terwijl de oosterse religies over het algemeen God meer als de hoogste bron en het hoogste bewustzijn zien. Ik denk dat in beide visies waarheid zit: ‘God’ is de hoogste bron, hij is Geest, hij is het hoogste bewustzijn van het universum, hij is oneindige liefde, kracht en energie, maar hij openbaart zich blijkbaar soms in metaforen die voor ons mensen begrijpelijk en tastbaar zijn. God is geen man, ook geen vrouw, ook geen vader – dat zijn metaforen om het voor ons begrijpelijk te maken. God is Geest, oerbewustzijn, oer-energie, de scheppende kracht achter dit ontzagwekkende universum.
Ik denk dat alle menselijke visies op God uit balans zijn, omdat niets God recht doet – hij is veel te groot om door ons begrepen te worden. God kun je alleen ervaren, niet verstandelijk uitleggen. Overal op aarde hebben mensen God ervaren, maar hun uitleg over dit Wezen schiet per definitie tekort en is altijd gekleurd. En zodra we die gebrekkige ‘uitleggingen’ heilig gaan verklaren of systematiseren of gaan denken dat het ‘de enige waarheid’ is creëren we een religie. 4
Geen verschil tussen christenen en niet-christenen
Echte evangelisch christenen zullen hier echter tegenin brengen dat volgens de Bijbel mensen die ‘goddelijke geest’ niet automatisch hebben, maar dat slechts zij die in Jezus gaan geloven ‘opnieuw geboren worden’ en vervolgens de ‘goddelijke natuur’ en ‘Geest van God’ ontvangen. Dat is inderdaad wat de Bijbel zegt. Maar is het ook wáár? Laten we voor een moment proberen om objectief naar dit theologische dogma te kijken.
De Geest van God die gelovigen zouden ontvangen is volgens Paulus ‘de wet geschreven in ons binnenste’ en zou zich vooral moeten uiten in liefde voor elkaar en voor de medemens, want de hele wet is vervuld in het gebod tot liefhebben. Ook zou de Geest van God moeten zorgen voor ‘vruchten’ zoals geduld, liefde, zelfbeheersing, vriendelijkheid, enzovoorts. Als het werkelijk zo is dat christenen de Geest van God hebben en de rest van de wereld niet, dan zou er een meetbaar verschil moeten zijn in de mate van liefde, geduld, goedheid en vriendelijkheid. Maar in realiteit zijn christenen precies als de rest van de wereld. Ze zijn niet liefdevoller – integendeel, ze hebben over het algemeen juist slechte naam. Telkens ontstaan er grote schandalen rond christelijke ‘gezalfde mannen Gods’, zelfs rond leiders van grote Heilige Geest-heiligingsbewegingen, die ineens talloze overspelige relaties of seksverslaving blijken te hebben, of misbruik met talloze vrouwen gepleegd blijken te hebben. En ja, natuurlijk heb je geweldig liefdevolle christenen, maar dat geldt net zo goed voor niet-gelovigen. Er zijn atheïsten die belangeloos armen helpen en in wie ik meer liefde van God zie dan in sommige christenen (en in mijzelf).
Ergo: ik denk dat we statistisch gezien géén verschil kunnen vaststellen tussen christenen en niet-christenen, en de zgn. ‘goddelijke natuur’ en ‘geest van God’ die alleen christenen zouden hebben, is onmogelijk objectief vast te stellen. En laten we eerlijk zijn, als die ‘goddelijke natuur’ niet zichtbaar en opmerkelijk is voor de rest van de wereld, wat hebben we er dan aan? 5
Feit is: je hebt mensen die liefdevol zijn, en mensen die vol haat zitten. En mensen die vol haat zitten, zijn zo geworden omdat ze liefde gemist hebben. Het zijn vicieuze cirkels die enkel doorbroken worden door liefde. Kinderen die uit een oorlog gehaald worden en liefde ontvangen, krijgen genezing in hun hart en kunnen verlost worden van hun trauma waardoor het patroon van haat stopt. Geen therapie of methode kan hen genezen, liefde wel. Daarom denk ik dat het allemaal om liefde draait.
Als het criterium om ‘bij God te horen’ geloof is, dan is het een bijzonder slecht criterium, want mensen die geloven zijn niet verschillend van mensen die niet geloven. Na 2000 jaar kunnen we veilig zeggen dat dit geloof mensen niet ‘echt’ verandert en dus ook de wereld niet zal veranderen. Je hebt mensen die in Jezus geloven en liefdevol zijn, maar ook mensen die in Jezus geloven en verschrikkelijk verduisterd zijn in hun hart (ik heb het vaak genoeg meegemaakt). Het geloof zegt dus feitelijk niets. Want je hebt óók hindoes die vol haat zitten, en óók hindoes die vol liefde zijn. Ik las recent nog aan artikel over moslims die christenen met gevaar voor eigen leven hielpen onderduiken tijdens aanslagen van extremistische jihadisten, om maar wat te noemen. En er zijn compleet ongelovige mensen die hun werk onder de allerarmsten als een roeping ervaren. Neem Maggie Doyne die haar leven opoffert om kinderen in Nepal een beter bestaan te geven, en zelfs een groot aantal weeskinderen als eigen kinderen aannam. Hoewel ze niet religieus is, beschrijft ze haar werk als het brengen van 'een beetje hoop, een stukje hemel, een voorbeeld van hoe de wereld zou kunnen worden' (geciteerd uit het interview in 'Floortje naar het einde van de wereld'). Kortom: geloof programmeert mensen met een leer, maar verandert hun hart niet per definitie. Maar als het waar is dat liefde de geest van God kenmerkt, kan ik het begrijpen. Want dan draait het om iets wat werkelijk een verschil maakt.
Zelfs Paulus zegt in Galaten 5 dat het enige wat nog telt ‘geloof is dat zich uit door liefde’, want zo legt hij even verderop uit: ‘de gehele wet is vervuld in dit ene gebod: heb je naaste lief als jezelf.’ Dus zelfs een radicaal christen zou ‘liefde’ als belangrijker moeten zien dan geloof. En toch denken christenen massaal dat God mensen enkel ‘toelaat’ als ze geloven – liefde is in het christelijke geloofssysteem als er erop aankomt inferieur aan geloof.
Ik denk dat alle liefde uit God voortkomt. Misschien is liefde zelfs een van de meest concrete werkende krachten van het goddelijke. Iedereen die zijn kinderen omhelst en liefheeft, ervaart het karakter van God. Als iemand bewogenheid heeft voor een ander, echte verbondenheid voelt en een ander troost, dan openbaart God zich daar. Als iemand een ander ziet lijden en ontroerd raakt en gaat helpen – daar openbaart zich een stukje hemel op aarde. Zelf heb ik nog veel te leren op het gebied van liefde, dat weet ik, ik ben vast niet het beste voorbeeld. Maar ik denk wel dat daar waar echte liefde is, God is. God is niet een optelsom van teksten die samen een mooie theologische leer opleveren. Tegen een ander ‘God houdt van jou’ zeggen is niet meer dan theologie. Van iemand houden is realiteit. 6
'Geesten en demonen'
Christenen geloven in het bestaan van satan, geesten, demonen, bindingen, vloeken, enzovoorts. Ze gebruiken dat om de innerlijke problemen van mensen te begrijpen. Jarenlang geloofde ik hier ook in, maar het verergerde mijn problemen op de lange termijn alleen maar. Het idee dat ik vocht tegen machten, bracht op de lange termijn geen overwinning, maar paranoia. Nu ik het allemaal heb losgelaten, zie ik dat het idee van ‘energieën’ veel geloofwaardiger is dan het idee van geestelijke wezens.
En met 'energieën' bedoel ik geen zweverige paranormaalbeurs-onzin. Ik bedoel simpelweg dat goede, opbouwende en positieve emoties/gedachten/houdingen/woorden genezend zijn, en slechte, negatieve, destructieve en vernietigende emoties/gedachten/houdingen/woorden mensen kapot maken.
Wij mensen zijn gemaakt om lief te hebben en geliefd te worden. God is de bron van liefde - God is liefde. Liefde, hoop, begrip, geduld, bemoedigende woorden en zijn positieve energieën. Daar waar mensen liefhebben en geliefd worden, is vrijheid, vrede, schoonheid en genezing. Positieve energieën herstellen mensen, ze richten mensen op, ze herstellen eerwaarde en identiteit. Maar haat, manipulatie, bitterheid, wrok, negatieve woorden, geweld en agressie zijn negatieve energieën. Daar waar mensen haten, jaloers zijn, boosheid opkroppen of negatief over anderen spreken, vindt beschadiging plaats. Negatieve energieën zijn altijd destructief. Positieve energieën zijn altijd herstellend.
Christenen kennen deze principes. In de charismatische wereld wordt altijd verteld dat je 'woorden van leven' moet spreken, dat dood en leven in de macht van de tong is, dat je mensen kapot kunt maken met woorden of door hen te haten. Maar deze dingen hebben niets met geesten, vloeken of bindingen te maken. Het zijn universele principes. Kinderen die door hun ouders gehaat en mishandeld worden, kampen hun leven lang met trauma's en minderwaardigheidsgevoelens. Enkel door verzoening, door geliefd te worden, kan dit hersteld worden. Niet door een of andere magische genezingstruc, maar door genezing. Haat maakt kapot en liefde geneest – ongeacht of het nou bij christenen, moslims, atheïsten of hindoes gebeurt.
Mensen zijn 'goed' geschapen en dragen de aard en het karakter van God. Maar door negatieve energieën kan dit bedekt en verborgen worden. Goede energieën zoals liefde en bewogenheid komen voort uit het binnenste van de mens, uit het hart, waar de vlam van goddelijk bewustzijn en liefde te vinden is. Ieder mens weet van nature wat liefde is en dat liefde de weg is – zelfs zij die vol haat zitten! De negatieve energieën komen voort uit het verharden of negeren van het hart, en zijn daarmee simpelweg het gevolg van het niet toelaten van liefde.
Wie zijn hart – waar bij ieder mens Gods beeld en gelijkenis verscholen zit – opent, ervaart altijd mededogen, liefde en bewogenheid. Dat is onze Godgegeven natuur. Als je een kind ziet dat eenzaam en verwond is, dan zal ieder mens met een open hart medelijden krijgen en willen troosten. Dát is de werkelijke natuur van de mens, en die is niet zondig of slecht, maar ‘zeer goed’. Het is het diepe bewustzijn dat God in de mens blies, en zich kenmerkt in liefde. Er is geen wedergeboorte voor nodig, want ieder mens op aarde heeft dit in zijn binnenste. Maar wie zijn hart afdekt of verhardt – of vanwege pijn of verwonding of gebrek aan liefde een verhard hart heeft ontwikkeld, heeft de connectie met deze Goddelijke natuur in zijn/haar binnenste verloren en gaat negatieve energieën verspreiden zoals haat, geweld, egoïsme, of zelfs sadisme. Ik geloof niet langer dat er een duivel bij betrokken is; zulke negatieve energieën komen voort uit de mens zelf, uit de plekken in de ziel waar geen licht is maar schaduw, en waar liefde verdwenen is door haat en pijn.
Dat wat christenen 'demonische binding' noemen heeft dus niets met geesten te maken. Wij mensen zijn gemaakt om lief te hebben en geliefd te worden. Daar waar liefde ontbreekt hopen zich boosheid, woede en pijn en verwonding op. Mensen komen dan steeds verder vast te zitten in hun eigen pijn, met agressie of wrok als gevolg. Sommige mensen zijn niet meer in staat liefde toe te laten uit angst gepijnigd te worden. Om het innerlijke gebrek aan liefde te verdoven komen zij vaak terecht in destructieve patronen of verslavingen. Dat heeft niets met geesten te maken. Het zijn patronen die voortkomen uit verwonding en gebrek aan liefde. Uiteindelijk draait alles dus om het hart van mensen en de mate waarin ze liefhebben. 7
Er zijn mensen die de Bijbel lazen en het gebruikten om hele volken af te slachten; je hebt ook mensen die de Bijbel lezen en het gebruiken om de wereld te verbeteren. Op gelijke wijze heb je moslims die de koran lezen en er teksten uithalen die hun haat voeden en vervolgens mensen de kop eraf hakken; je hebt ook miljoenen moslims die de koran lezen en er de teksten over barmhartigheid en liefde uithalen en de wereld proberen te verbeteren. De religie en het heilig boek hebben geen direct verband tot iemands handelen. Mensen halen uit een heilig boek wat ze zelf willen, afhankelijk van de gesteldheid van hun eigen hart. Uiteindelijk is er maar één ding wat verschil maakt: of iemand zich laat lijden door haat/pijn/verwonding/trauma/negativiteit, of door liefde/heelheid/trouw/blijdschap/hoop. Het draait uiteindelijk allemaal om het kiezen voor de juiste, gezonde energie die jezelf en anderen eert en zegent.
Ik durf te beweren dat ieder mens op aarde leeft vanuit ofwel liefde ofwel het gebrek eraan.
De grootste helden die de grootste zegen voor de mens waren, handelen uit liefde.
De grootste misdadigers, handelden uit een gebrek eraan.
Alles hangt uiteindelijk samen met liefde. Liefde is de enige oplossing.
Het mooie is ook dat als alles om liefde draait, je onmogelijk je geloof voor je eigen egoïstische verlangens kunt ‘gebruiken’. Liefde gaat namelijk nooit ten koste van een ander. Daar waar christenen nog wel eens denken dat ze tegen personen kunnen bidden of dingen van God vragen die hen bevoorrechten op een ander (of een ander benadelen), leert een leven uit liefde mensen om zelfs de ergste vijanden lief te hebben en te zegenen. Want laten we eerlijk zijn, hoeveel oorlogen en conflicten komen niet voort uit religie en het idee dat God onze groep bevoorrecht? Christenen hebben de naam tegen andersdenkenden te bidden, tegen ‘foute’ politici te bidden, zich tegen homoseksualiteit en homohuwelijk uit te spreken, tegen Jomanda en paranormaalbeurzen te strijden, tegen moslims en islamisering te zijn, enzovoorts. Liefde echter heeft de potentie mensen in ware vredestichters te veranderen.
'Satan', ‘geesten’ en ‘demonen' zijn personificaties van wat in mensen zelf zit
Ik geloof niet meer in satan, en ook niet meer in geesten en demonen – dat zijn allemaal personificaties van dingen die in mensen zelf zitten. Het zijn mythische concepten uit de oudheid. Toen ik nog geloofde in demonen zag ik ze overal en ervoer ik ze overal, nu ik er niet meer in geloof is dat allemaal verdwenen: het zat gewoon tussen mijn oren. Het enige wat bestaat is wijzelf met onze geest ziel en lichaam, met allemaal energieën die we uitstralen die ofwel recht uit de Bron komen en zuiver en licht zijn, ofwel zich ophouden in de schaduwen van onze ziel, waar verwonding en trauma zich ophopen en kunnen veranderen in haat en allerlei andere destructieve patronen en knopen, en die alleen genezen kunnen worden door liefde. Ik vind het hoe langer hoe vreemder dat ik altijd verklaringen zocht in externe entiteiten, terwijl goed en kwaad mogelijk simpelweg een beslissing van mensen zelf zijn, beslissingen die leiden tot slechte of juist gezonde patronen.
Zelfs in het natuurlijke zien we dit. Je hebt een zon die licht brengt, en je hebt duisternis. Duisternis is niet een entiteit of kracht op zichzelf, het is simpelweg schaduw, het is afwezigheid van het zonlicht omdat iets het bedekt of tegenhoudt. We hebben geen ‘satan’ nodig om het kwaad te verklaren. Net als in het natuurlijke hoeft er geen ‘bron’ van het kwaad te zijn. Kwaad is geen kracht in zichzelf, maar het gevolg van afwezigheid van het goede. Haat is de afwezigheid van liefde. Haat is de schaduw die geworpen wordt wanneer men zich verschuilt voor liefde.
Onze menselijke geest is, denk ik, van nature een kanaal van het goddelijke, maar bij velen is dat kanaal verstopt of zelfs bedekt met puin of zand. De oplossing is niet ‘christen worden’, want dat verandert zulke patronen niet per definitie. De oplossing is liefde aanvaarden en liefde gaan uitwandelen. En dit is een geobserveerd fenomeen: mensen die getraumatiseerd, verwond en zelfs compleet verknipt zijn door gebrek aan liefde, kunnen enkel genezen als ze geliefd worden. 8
Samenvattend
Het is opvallend dat het idee van een ‘goddelijke geest’ of ‘goddelijk bewustzijn’ in het diepe binnenste van de mens terug te vinden is in bijna alle religieuze en spirituele stromingen op aarde – ook het christendom. Dat overal op aarde dit concept ‘ontdekt’ is brengt mij tot de conclusie dat Gods ‘geest’ in ieder mens aanwezig moet zijn, dat Gods energie in mensen universeel is, maar we het ons simpelweg bewust moeten worden en er connectie mee moeten gaan vinden. Kortom: God is groter dan religie, groter dan het christelijk geloof. God is liefde, en liefde is zijn werkende kracht.
Toch was er voor mij nog een heikel punt: geestelijke en mystieke ervaringen.
Ik meende altijd dat de 'bovennatuurlijke ervaringen' die 'wij' als christenen kenden (en die vooral in de charismatische en pinksterstroming veel voorkomen) een 'bewijs' waren van dat God 'met ons' was, en dat het christelijk geloof de waarheid was. Ik ben in mijn geloofsleven vaak getuige geweest van mystieke ervaringen, onverklaarbare en zichtbare genezingen en andere bijzondere dingen, die ik niet zomaar kan afdoen als psychologisch. Ook heb ik zelf met grote regelmaat dromen gehad die op voorhand iets aankondigden, soms zelfs tot in detail. Als het christendom niet 'de waarheid' was, hoe kon ik dan die spirituele ervaringen verklaren?
Op deze vraag zal ik ingaan in het volgende hoofdstuk: Bovennatuurlijke ervaringen.
COMMENTAAR
- Een onbegrijpelijk boek: de Bijbel (?)
Het eerste kritiekpunt dat we hier tegenkomen is dat de Bijbel een onbegrijpelijk boek zou zijn. Is het niet vreemd om de kennis van dat boek als een voorwaarde te stellen voor waar geloof? Mensen moeten tijdens hun korte leven met dat boek in aanraking komen. Waar staat dat? Wie zegt dat? Kennis van de Bijbel, of zelfs het lezen van de Bijbel, is geen voorwaarde voor geloof. Het is een ondersteuning voor de gelovige, helpt bij het vinden van antwoorden op vragen, is norm voor de geloofsleer (collectief), maar geen voorwaarde of wet.
Is de Bijbel zo moeilijk? Er zijn inderdaad moeilijk te doorgronden passages en er bestaan verschillen van interpretatie, maar iedereen begrijpt “De Heer is mijn Herder” e.d. Er zijn tal van gedeelten vol beloften en mooie gedachten die iedereen kan vatten. De leer van ‘behoud door genade, niet door werken’, de onverbrekelijke liefde van God voor alle mensen, zonder aanzien des persoons, het belang van een goed en onbaatzuchtig leven, is ook voor ieder wel duidelijk. Dat heet de perspicuïtas scriptorum, de helderheid van de Schriften. Dat betekent niet dat alles simpel is, maar dat de hoofdzaken voor iedereen duidelijk zijn.
Geeft de Bijbel aanleiding tot geschillen? Soms. Maar de meeste geschillen betreffen de clash van persoonlijkheden en zijn niet leerstellig van aard. En als kerken hier en daar ook op het leerstellige vlak van elkaar verschillen, hoeft dat hen niet te verhinderen om toch ook samen te werken. Bewijs voor die onderliggende eenheid? Bijvoorbeeld het feit dat Evenboer Christenen uit alle mogelijke kerken probeert aan te spreken in de verdediging van zijn inzichten. Het is ook niet zo dat hij met een enkele kerk gebroken heeft, maar met alle. Dat kan alleen maar als ze min of meer een gelijke grondslag hebben.
In zijn openingsregels geeft de auteur er ook blijk van, dat hij niet begrijpt wat geloof inhoudt. Hij ziet het als een intellectuele bezigheid. Je zoekt de waarheid in de Bijbel en beaamt die. Dat is nog geen geloof. Geloof is de persoonlijke band met God. Het kennen en aanvaarden van de waarheid als zodanig is een opstapje daar naartoe, maar dat is op zich geen geloof.
Daarmee bestrijdt de criticus iets, waar een gelovige niet voor staat. Hij bestrijdt een zelfgeschapen fantoombeeld.
- Op bergen en in dalen, ja overal...
Zou God beperkt zijn? In tijd, afstand, liefde...? Zoals de Bijbel dat leert spreekt God tot mensen overal, zegent Hij hen overal, heeft hij geen specifieke voorkeuren en is Hij onpartijdig. Dus schiet Evenboer zijn kruit af op iets wat we niet geloven. Ik ben het op dit punt gewoon met hem eens, op grond van de Bijbel. Gods handelen wordt niet beperkt of geleid door het criterium Christen – niet-Christen, zoals hij ten onrechte stelt.
Er is inderdaad een soort god-bewustzijn of een gevoel van ‘paradise lost’ in elk mens. Pascal sprak over ‘het vacuüm’ dat in het bewustzijn van elk mens bestaat, en dat God alleen kan vullen. Zelfs de gedachte dat er iets goeds en verhevens zit in elke religie kan ik onderschrijven. Lezen we niet in de Bijbel “Opdat zij al tastende Hem vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons”? (Handelingen 17: 27) Dat zei Paulus bij de Areopagus in Athene.
Maar kun je, als je dat alles constateert, dan ook verdergaan en concluderen dat alle religies dus min of meer een mengsel van waarheid en onwaarheid bevatten? Er dwalen mensen over allerlei wegen, op zoek naar een einddoel. Gaan allen dan ‘dus’ in gelijke mate min of meer verkeerd? Is de ene weg net zo gebrekkig als de andere? Uit de genoemde feiten kun je dat niet afleiden en ‘dus’ verwerp ik de voorlopige conclusie van Evenboer dat de Bijbel “zeker niet de meest betrouwbare weergave” van Gods wil is.
- De Geest en de geest
Vrijwel elke christen zal beamen dat rituelen, woorden en waarheden op zich geen geloof zijn en geen ervaring van Gods Geest opleveren. De volgende stap echter gaat te ver, waar Evenboer zegt: “Enkel en alleen in onszelf.” Er bestaat ook een collectief aspect aan het geloof, een uitstorting van de Geest, een gemeenschappelijk besef van Gods nabijheid en dergelijke. Al die middelen zijn bedoeld om die Godsontmoeting te bevorderen. Het feit dat ze op zich geen automatisch resultaat afwerpen, betekent nog niet dat de Godservaring louter en alleen individualistisch uitgelegd kan worden. Dat is een slordige manier van redeneren.
Er zijn overeenkomsten tussen religies. Maar er zijn ook onoverkomelijke verschilen.in zijn tekening van een aantal Oosterse religies wekt de schrijver de indruk dat ze alle dezelfde uitgangspunten hebbe die hijzelf hanteert, althans nu. “Ik geloof op dit moment oprecht...”schrijft hij, en daarmee geeft hij aan dat hij morgen alles misschien weer heel anders ziet. Alleen is hetgeen hij nu gelooft in de rest van zijn betoog een bijna absolute aanname geworden, waarmee hij zijn oude geloof bestrijdt...
“Onze werkelijke goddelijke identiteit is in ons.” Zo gaat de criticus verder, nadat hij heeft laten zien dat er een godsbesef en een bepaalde kijk op de geest is in veel religies. Maar waarom kiest hij hier opeens de lijn van de Oosterse religies? Het maakt nog verschil of er een geestelijk aanknopingspunt is met ‘het goddelijke’, of dat God zelf in iedereen woont, zonder onderscheid en zonder voorwaarden. Hier maakt de auteur een onberedeneerde keuze, die niet logisch volgt uit wat hij daarvoor aandroeg. Een Christen gelooft in een leegte, een behoefte, een zoeken naar God bij alle mensen, maar niet in de inwoning van God in ieder mens.
Daarop komen enkele persoonlijke woorden van de schrijver. Hij lijkt te bedoelen dat hij jaar en dag een nogal intellectueel geloof beleed, maar zijn eigen persoonlijke ervaringen en behoeften daarbij onderdrukte. Hij leed aan een vorm van Christelijk toneelspel, aangezien voor geloof. Ik begrijp uit zijn woorden dat hij het contact met zijn eigen innerlijk kwijt was. Toen hij dat hervond, was dat voor hem een bevrijding van een last. Allicht. Maar zou elke Christen met datzelfde euvel kampen? Is de oplossing voor ieder het verwerpen van zijn geloof? Of zouden de mensen wat normaler moeten gaan leven, als ze gebukt gaan onder hun zelfopgelegde lasten? Veel mensen hebben juist door hun geloof zichzelf en hun plaats in de wereld hervonden. Is verwerping van alle geloof de weg naar het geluk, of is de verwerping van een krakkemikkig en onecht geloof een grote bevrijding? Uit de argumenten van Evenboer lijkt mij dat voor hem het laatste het geval is.
- Niemand kan God vatten
Je kunt een gedachte die Evenboer poneert als een aanval op de beperktheid van het Christelijke geloof gewoon onderschrijven. Het staat vrijwel met dezelfde woorden in de Bijbel. God is groter dan we denken. Ons verstand is te klein om Hem te begrijpen. En ook de idee dat er waardevolle elementen zitten in andere religies is waar. Slechts de gedachte dat God te antropomorf (in menselijke vorm) wordt beschreven in de Bijbel is erg eenzijdig en daarom onjuist. Zowel de beschrijving van God in menselijke termen maar altijd in de wetenschap dat zijn hand of oog niet te vergelijken valt met die van een mens; het is maar een beeld) als de beschrijving van God in transcendente vorm komen voor – en het laatste overheerst.
Betekent dit overigens dat de waarheid ergens in het midden ligt? Dat je de waarheid pas gaat zien als je alle religies vergelijkt en overal iets uithaalt? Is God onpersoonlijk en persoonlijk beide, liefde, maar ook haat, opbouw en vernietiging, ongenaakbaar en toch te ervaren? De opvattingen van de oosterse religies gaan vaak een heel andere kant uit dan het Christelijke geloof, en ook in de Islam is het godsbeeld totaal anders dan dat van Joden en Christenen. Dat er overal wel iets van waarde te vinden is, betekent niet dat alles relatief is. Dat betekent ook niet dat de claim van het Christelijke geloof op de juiste Godsopenbaring daarmee niet deugt.
Ligt de essentie van elke religie daarin, dat de mens connectie moet maken met zijn eigen innerlijk waar God zich bevindt? Een Christen gelooft wel in de inwoning van God - niet als een vondst van de in zichzelf gekeerde mens, maar als een daad van God. Geloof is iets anders dan een zoektocht naar ons ik. God en geloof gaan daar ver bovenuit. Bovendien stelt de Oosterse godheid vrijwel geen morele eisen. Stelen, slavernij, geweld, gebruik van drugs, racisme en geloof gaan daar heel goed samen. Wil Evenboer daar ook een pleidooi voor voeren? Of is niet alles hetzelfde?
Het Oosterse denken ziet het materiële en het zichtbare als een beperking, zelfs als iets zondigs. Zo vind je dat ook in de gedachtegang(en) van New Age. In de Bijbel vond je iets dergelijks, de gnostiek. Daar stelt de Bijbel zich vierkant tegenover op. Niet het materiële is fout of zondig, de aard van de zonde is dat de mens zich losmaakt van God. Niet de overwinning op de materie brengt een mens tot het juiste inzicht, maar het contact met de levende God. Dat gebeurt niet door onze eigen inspanning en discipline, zoals het oosterse denken dat leert, maar door een ingrijpen van God Zelf. Nogal anders? Dus opnieuw de vraag: Wat is waarheid? Evenboer stelt veel – bewijst echter niets.
- Hoe vroom zijn de vromen?
Het valt nogal tegen met de vroomheid van de gelovige Christenen. Ze zouden de invloed van de Geest van God moeten tonen, ze zouden een zekere mate van levensheiliging moeten tonen, maar er zijn veel klungelaars, charlatans en huichelaars. Erg veel. Evenboer meent zelfs dat Christenen een extra scheve schaats rijden in deze wereld. Waar hij dat op baseert?
Bij alle kritiek die we moeten laten horen op wat fout is, heeft de kerk in deze wereld een eerste rol gespeeld in de ontwikkeling van ziekenzorg, sociale hulpverlening, wetenschappelijke ontwikkeling en het ontstaan van democratie. Je kunt dus zeker ook positieve punten aanwijzen. Maar op het individuele vlak valt het vaak erg tegen...
Werkt de Geest alleen in gelovigen? Nonsens. God is overal en werkt overal. Het ‘ontvangen van de Geest’ is een extra genade van God voor wie zich daarvoor openstelt. Maar geen enkele groep bezit de Geest exclusief, ook niet de wereldkerk of de Evangelische stroming binnen die Kerk.
Brengen andere religies betere mensen voort dan het Christelijke geloof? Hoe moet je dat meten? Mensen hebben overal op aarde een aantal min of meer gelijke deugden en ondeugden. Maar die vraag - die de auteur enkele keren herhaalt - schuif ik door naar punt 6.
- De liefde voorop!
De auteur stelt dat liefde het allergrootste is. Dat kun je niet vervangen door geloof of iets anders. Gebrek aan liefde verziekt een mens. Veel scheefgroei is te wijten aan gebrek aan liefde. Tot zover kunnen zo ongeveer alle Christenen beamen wat Evenboer schrijft. Het staat vrijwel op dezelfde manier in de Bijbel. Dus wat bazelt-ie dan over Christenen die dat niet zo zien? Waar zijn die dan? In theorie althans zal ieder die woorden kunnen onderschrijven. Zo vind je dat niet in andere wereldreligies, overigens, maar dat is een studie apart. Ik heb bij de woorden van Evenboer vaak de indruk dat hij een geseculariseerde Christen is, die allerlei Bijbelse ideeën over heeft gehouden.
Op één punt val ik Evenboer echter af, als hij stelt dat de haatdragende mens altijd het slachtoffer is van gebrek aan liefde in zijn leven. Vaak is dat zo. Maar de zonde valt niet weg te werken door goede therapieën en goede adviezen aan ouders. In de beste gezinnen komt het voor dat er toch nog één kind is dat een verkeerde weg kiest, terwijl de anderen een maatschappelijk voorbeeld zijn. De stelling dat iemand met haatgevoelens die heeft vanwege een slechte opvoeding en dat iemand met veel liefde dat heeft vanwege een positieve opvoeding – gaat lang niet altijd op. Dat is een soort ‘wet van de communicerende vaten.’ Dan krijg je net zoveel terug als je erin stopt. Maar dan is er geen persoonlijke verantwoordelijkheid en geen eigen ontwikkeling meer. Dan is alles voorspelbaar en gedetermineerd.
Na 2000 jaar is wel gebleken dat het Christendom ook niets uitmaakt. Zou het? Betekent het bestaan van het Christelijke geloof dat de wereld elk jaar een heel klein beetje beter wordt? Dat vind je nergens in de Bijbel. De mens blijft dezelfde zondaar, ook bij het voortschrijden van de tijd. De conclusie “geloof zegt dus feitelijk helemaal niets” is met dit argument op zand gebouwd. Dan moet je kijken naar de uitwerking in mensen individueel, en daar een grote optelsom van maken, van alle miljoenen die er leven, en dan een grote optelsom maken. Wie is daartoe in staat?
Kun je dan helemaal niets zeggen over de collectieve vrucht van het geloof? Toch wel iets. Is het toeval dat humane waarden, die we kenmerkend vinden voor onze Westerse wereld, zich hebben ontwikkeld in de Westerse landen, en dat we daar een zeker verzet tegen zien in dictaturen, ideologisch gebonden staten, de Oosterse landen en vooral de islam?
Uiteindelijk komt de schrijver uit bij een punt, waarvan ik niet begrijpt hoe hij zoiets kan zeggen. Voor Christenen zou het geloof belangrijker zijn dan de liefde. Misschien gebeurt dat hier en daar, maar niemand zal dat willen verdedigen. Hoe vaak citeren we niet: “Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.” (1 Korintiërs 13:13) Hier verdraait Evenboer de werkelijkheid.
- De geest van het kwaad en de goede mens
In de aaneenschakeling van argumenten tegen het geloof, volgt in de uiteenzetting van Evenboer een gedeelte dat specifiek op charismatische kringen lijkt te zijn gericht. Achter het kwaad zitten boze geesten, wordt gezegd. Nee, je bent zelf verantwoordelijk..., of de maatschappij, zegt de auteur. Ten diepste heeft elk mens wel liefde... Maar toch niet in voldoende mate, want diezelfde mensen hebben ook vernietigingskampen opgezet, misbruiken kleine kinderen, plaatsen bommen en bestelen gehandicapten en ouderen. Het gaat me wat te ver dat alles aan slechte ouders en een verkeerde maatschappij te wijten. Hoe goed is de mens?
De gedachte dat achter elk kwaad een boze geest schuilgaat, die je dan moet uitwerpen om de persoon weer op het goede spoor te krijgen, gaat veel Christenen te ver. Dat zou een mens van al zijn eigen verantwoordelijkheid ontslaan; dan moet je het pastoraat vervangen door exorcisme. Natuurlijk is de boze actief in het aanvallen en verleiden van mensen. Maar we mogen niet doen alsof er geen persoonlijke verantwoordelijkheid is. Hoeveel Bijbelteksten wil Evenboer hierover horen?
Noem het kwaad – naar de mode van de tijd – een negatieve energie en liefde een positieve. Zeg je dan iets anders? Bewijst dat dan het ongelijk van de bijbel? Of zeg je hetzelfde met andere woorden? En als je hetzelfde zegt, wat valt er dan aan te vallen of te verwerpen? Met deze woorden zegt Evenboer feitelijk niets ten nadele van het geloof.
De schrijver verpsychologiseert het geloof in dit deel van zijn betoog. Geloof is meer dan psychologie of het vinden van jezelf, of een poging om goed en positief te leven. Dat zijn nuttige zaken, maar dat alles is nog te oppervlakkig en ontoereikend. Maar ik kan me voorstellen dat iemand in kringen waar elk ongenoegen en elk probleem aan boze geesten wordt toegeschreven - die dan uitgeworpen moeten worden - veel frustratie ondervindt en weinig bevrijding.
- Bijbellezende massamoordenaars
Er zijn mensen, die de Bijbel lezen en hele volken afslachten. De veronderstelling van Evenboer is dat de Bijbel mensen daartoe zou oproepen of het recht zou geven. Wat een enorme flauwekul. Ja, er zijn huichelaars. Er zijn slechte mensen die een goede indruk proberen te wekken. Er bestaan vroompraters. Op de Engelse en Nederlandse slavenschepen lag een Bijbel. Maar de Bijbel geeft nergens een opdracht tot het kwaad of een vrijbrief ervoor. Dat ligt overigens anders met de Koran, maar dat laat ik even terzijde. De conclusie, die de schrijver cursief aangeeft, klopt niet. Hij meent dat er geen direct verband ligt tussen Bijbel en goede werken. Omdat er een groot aantal slechte voorbeelden is van ongelovigen met een Bijbel in huis? En zou het zoeken naar ‘goede energie’ dan de oplossing zijn om tot het goede te komen? Die term is nogal vaag, overigens. Maar wat zoekt de gelovige Bijbellezer dan?
De schrijver haalt alles door elkaar in het verdere van zijn betoog. Het ziet er nogal slordig uit. Liefde, haat, energie, geloof, boze geesten, Bijbel, de kwaliteit van leven... Maar in dat alles ligt de beschuldiging er duimendik bovenop. Hij heeft het goede gevonden, maar Christenen maken er niets van. In dat alles stelt hij zijn persoonlijke ervaring tot norm – maar een ander ervaart heel andere dingen. Zeker, liefde is de norm. Wie geloof zoekt zonder liefde, vindt geen geloof. Het is niet los verkrijgbaar, al lijkt de kritiek in dit hoofdstuk iets anders te stellen. Dat vindt Evenboer gevaarlijk. Daarin heeft hij helemaal gelijk. Maar dat is geen argument tegen het geloof. Het laat slechts de eenzijdigheid van zijn betoog zien.
We moeten vredestichters worden. Jawel. Betekent dat in de opsomming van allerlei conflictpunten, zoals Evenboer die aandraagt, dat degene die geen duidelijke mening heeft een vredestichter is, en degene met een duidelijke overtuiging niet?
Trouwens, al dat gepraat over positieve energieën en zo, wat is dat? Is dat iets wat duidelijk en wetenschappelijk te definiëren valt? Welnee. Dat is of lijkt sterk op New Age. Dat is een religie. Maar Evenboer wil religies juist afwijzen... Hier loopt hij helemaal vast.
Inderdaad, God is liefde en Hij werkt door liefde. Wat zeggen wij dan anders? Als de kritiek geen hout snijdt, heeft het argument haar kracht verloren. Veel woorden – niets gezegd. Is dat kritiek op het geloof of alleen maar de uiting van persoonlijke frustratie?
Bram Krol
21 september 2020